Gerechtshof Den Haag, 13-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:232, BK-14/01533
Gerechtshof Den Haag, 13-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:232, BK-14/01533
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 13 januari 2016
- Datum publicatie
- 5 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:232
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2014:12757, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2440
- Zaaknummer
- BK-14/01533
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is in geschil of belanghebbende recht heeft op de afdrachtvermindering onderwijs in de zin van artikel 14 van de WVA. Het geschil spitst zich toe op de vraag of er sprake is van beroepspraktijkvorming zoals bedoeld in artikel 7.2.8, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB).
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/01533
Uitspraak d.d. 13 januari 2016
in het geding tussen:
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst / kantoor Utrecht, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 9 oktober 2014, nummer SGR 14/55, betreffende de onder 1.1 vermelde naheffingsaanslag en beschikkingen.
Naheffingsaanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft met dagtekening 28 september 2012 aan belanghebbende over het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 57.403. Daarnaast heeft de inspecteur bij gelijktijdig gegeven beschikkingen een verzuimboete opgelegd van € 5.098 en € 4.175 heffingsrente in rekening gebracht.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 25 november 2013, de hiervoor genoemde naheffingsaanslag en beschikkingen gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 318. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.