Gerechtshof Den Haag, 03-02-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:237, BK-15/00334
Gerechtshof Den Haag, 03-02-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:237, BK-15/00334
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 februari 2016
- Datum publicatie
- 9 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:237
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:11110, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2661, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-15/00334
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is, evenals bij de rechtbank, in geschil of de Inspecteur bij de vaststelling van de aanslag terecht geen aftrek vanwege kosten voor levensonderhoud van D heeft toegepast. Het geschil spitst zich toe op de vraag of D is te beschouwen als een pleegkind van belanghebbende.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00334
Uitspraak d.d. 3 februari 2016
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 maart 2015, nummer SGR 14/10666, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2011 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 26.551. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de Inspecteur aan belanghebbende bij beschikking heffingsrente tot een bedrag van € 51 in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft tegen de aanslag en de beschikking bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep bij de rechtbank ingesteld. Ter zake daarvan is € 45 griffierecht geheven.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.911, bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar en de Inspecteur opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden.