Gerechtshof Den Haag, 05-08-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2627, BK-14/00084, BK-14/00085, BK-14/00086, BK-14/00087 en BK-14/00088
Gerechtshof Den Haag, 05-08-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2627, BK-14/00084, BK-14/00085, BK-14/00086, BK-14/00087 en BK-14/00088
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 5 augustus 2016
- Datum publicatie
- 24 oktober 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:2627
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:992
- Zaaknummer
- BK-14/00084, BK-14/00085, BK-14/00086, BK-14/00087 en BK-14/00088
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is uitsluitend nog in geschil of de inkomsten uit onroerende zaken in de desbetreffende jaren door de Inspecteur terecht zijn aangemerkt als winst uit onderneming en dienen te worden belast in box 1, hetgeen de Inspecteur bepleit, dan wel of deze inkomsten dienen te worden belast volgens het regime van box 3, hetgeen belanghebbende bepleit
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-14/00084, BK-14/00085, BK-14/00086, BK-14/00087 en BK-14/00088
Uitspraak van 5 augustus 2016
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 7 januari 2014, nummers SGR 12/10753, SGR 12/10737, SGR 12/10843, SGR 12/10738 en SGR 12/10754, betreffende na te vermelden aanslagen en beschikkingen.
Aanslagen, beschikkingen, bezwaren en gedingen in eerste aanleg
Jaar 2005
(Rechtbank nrs. SGR 12/10753 en SGR 12/10737, Hof nrs. BK-14/00084 en BK-14/00085)
1.1.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2005 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 235.429 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.012. Bij beschikkingen is een boete opgelegd van € 2.922 en is € 19.616 heffingsrente berekend.
Voorts heeft de Inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2005 een aanslag premie ziekenfondswet (hierna: Zfw) opgelegd berekend naar een premie-inkomen van € 21.050. Bij beschikking is € 165 heffingsrente berekend.
1.1.2. Bij uitspraak op bezwaar van 22 oktober 2012 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2005 verminderd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 235.429 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 699, de boetebeschikking gehandhaafd en de heffingsrente verminderd tot € 19.592. Bij uitspraak op bezwaar van 9 oktober 2012 heeft de Inspecteur de aanslag Zfw 2005 en de heffingsrente gehandhaafd.
1.1.3. Belanghebbende heeft tegen de hiervoor vermelde uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep tegen de boetebeschikking gegrond verklaard, de beroepen voor het overige ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar voor zover die betrekking heeft op de boetebeschikking vernietigd, de boetebeschikking vernietigd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 1.461 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden.
Jaar 2006
(Rechtbank nr. SGR 12/10843, Hof nr. BK-14/00086)
1.2.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2006 een aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 165.189 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 12.322. Bij beschikkingen is een boete opgelegd van € 2.977 en is € 12.394 heffingsrente berekend.
1.2.2. Bij uitspraak op bezwaar van 9 november 2012 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2006 verminderd, tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 165.189 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.208, de boetebeschikking gehandhaafd en de heffingsrente verminderd tot een bedrag van € 11.970.
1.2.3. Belanghebbende heeft tegen de voormelde uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep tegen de boetebeschikking gegrond verklaard, het beroep voor het overige ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar voor zover die betrekking heeft op de boetebeschikking vernietigd, de boetebeschikking vernietigd en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden.
Jaar 2007
(Rechtbank nrs. SGR 12/10738 en SGR 12/10754, Hof nrs. BK-14/00087 en BK-14/00088)
1.3.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 321.696 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.513. Bij beschikking is € 16.418 heffingsrente berekend.
Voorts heeft de Inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd berekend naar een bijdrage-inkomen van € 30.623. Bij beschikking is € 187 heffingsrente berekend.
1.3.2. Bij uitspraak op bezwaar van 23 oktober 2012 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2007 verminderd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 321.696 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.192. Voorts heeft de Inspecteur de heffingsrente verminderd tot € 16.408. Bij uitspraak op bezwaar van 9 oktober 2012 heeft de Inspecteur de aanslag Zvw en de heffingsrente gehandhaafd.
1.3.3. Belanghebbende heeft tegen de hiervoor vermelde uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.