Home

Gerechtshof Den Haag, 11-10-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3041, BK-15/00430 tm BK-15/00433

Gerechtshof Den Haag, 11-10-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3041, BK-15/00430 tm BK-15/00433

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
11 oktober 2016
Datum publicatie
24 oktober 2016
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2016:3041
Formele relaties
Zaaknummer
BK-15/00430 tm BK-15/00433

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil of de waarden van de woningen terecht zijn verminderd. Verder is in geschil of, en zo ja in hoeverre, recht bestaat op een proceskostenvergoeding en meer in het bijzonder of sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtskundige bijstand, of voldaan is aan de dubbele redelijkheidstoets en de hoogte van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten van de gemachtigde en de taxateur.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-15/00430, BK-15/00431, BK-15/00432 en BK-15/00433

Uitspraak d.d. 11 oktober 2016

in het geding tussen:

[X] te [Z] (NH), belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de Heffingsambtenaar,

op de hoger beroepen van de Heffingsambtenaar tegen de uitspraken van de rechtbank Rotterdam (de Rechtbank) van 7 april 2015 nummers ROT 13/789, ROT 14/7447, ROT 14/7446 en ROT 14/7444 betreffende de hierna vermelde beschikkingen en aanslagen.

Beschikkingen, aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg

Beschikkingen, aanslagen en bezwaar

1.1.1. De Heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaken (hierna: de woningen) per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op:

-

€ 116.000 voor [A] te [Y] ,

-

€ 113.000 voor [B] te [Y] ,

-

€ 113.000 voor [C] te [Y] , en

-

€ 118.000 voor [D] te [Y] .

Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente [Y] (hierna: de aanslagen).

1.1.2. De Heffingsambtenaar heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de tegen de beschikkingen en aanslagen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

Beroep in eerste aanleg

1.2.1. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar, bij voor elke woning afzonderlijk beroepschrift, beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft ter zake van alle vier beroepen eenmaal een griffierecht geheven van € 42 en aan de beroepschriften vier verschillende rechtbankkenmerknummers toegekend, te weten:

ROT 13/789 ( [A] ),

ROT 14/7447 ( [B] ),

ROT 14/7446 ( [C] ), en

ROT 14/7444 ( [D] ).

1.2.2. De Rechtbank heeft de beroepen ten aanzien van de woningen gegrond verklaard, de daarop betrekking hebbende uitspraken op bezwaar vernietigd, de beschikkingen in die zin gewijzigd dat de waarden van die woningen nader worden vastgesteld op:

- € 101.000 € 101.000 elk voor [B] en [C] ,

-

€ 105.000 voor [A] ,

-

€ 107.000 voor [D] , en

bepaald dat de aanslagen voor deze woningen dienovereenkomstig worden verlaagd en dat de Heffingsambtenaar het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende dient te vergoeden. Verder heeft de Rechtbank het verzoek van belanghebbende om schadevergoeding afgewezen en de Heffingsambtenaar voor een bedrag van in totaal € 1.062,75 veroordeeld in de proceskosten wegens kosten deskundige (€ 330,75 voor taxatiewerkzaamheden en aanwezigheid taxateur bij hoorzittingen en zitting in eerste aanleg) en beroepsmatig verleende rechtsbijstand in de bezwaarfase (€ 732), en tot vergoeding van de proceskosten in eerste aanleg wegens beroepsmatig verleende rechtsbijstand tot een bedrag van € 1.837,50, in totaal derhalve tot een proceskostenvergoeding van € 2.900,25.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de Rechtbank

Geschil, standpunten en conclusies van partijen

Beoordeling van het geschil

Inhoudelijke aspecten

Formele aspecten

Proceskosten en griffierecht

Beslissing