Home

Gerechtshof Den Haag, 02-11-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:4022, BK-16/00233

Gerechtshof Den Haag, 02-11-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:4022, BK-16/00233

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
2 november 2016
Datum publicatie
10 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2016:4022
Formele relaties
Zaaknummer
BK-16/00233

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of de Rechtbank, na te hebben geoordeeld dat het beroep gegrond was, terecht zelf in de zaak heeft voorzien. Voorts is in geschil of het incidenteel hoger beroep ontvankelijk is en zo ja, of de Rechtbank bij de bepaling van de aan belanghebbende toegekende proceskostenvergoeding is uitgegaan van een te hoge wegingsfactor voor het gewicht van de zaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

enkelvoudige kamer

nummer BK-16/00233

Uitspraak van 2 november 2016

in het geding tussen:

[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de Regionale Belasting Groep, de heffingsambtenaar,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van Rechtbank Rotterdam (hierna: de Rechtbank) van 7 april 2016, nummer ROT 15/6157, betreffende de onder 1.1 vermelde naheffingsaanslag.

Naheffingsaanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

Loop van het geding in hoger beroep

Verordening, Aanwijzingsbesluit en Tarieventabel

"Artikel 10 Belastbaar feit

Artikel 11 Belastingplicht

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing