Hoge Raad, 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:399, 16/05434
Hoge Raad, 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:399, 16/05434
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 maart 2017
- Datum publicatie
- 10 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:399
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2016:4022, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 16/05434
Inhoudsindicatie
art. 8:109, lid 1, aanhef en letter c, Awb (tekst 2016). Hof heeft hoogte van het te vergoeden griffierecht te laag vastgesteld.
Uitspraak
10 maart 2017
nr. 16/05434
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 2 november 2016, nr. BK 16/00233, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 15/6157) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Delft. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2 Beoordeling van de klacht
Het Hof heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar een griffierecht ten bedrage van € 124 aan belanghebbende dient te vergoeden. Tegen dat oordeel richt zich de klacht van belanghebbende. Onder overlegging van de nota griffierecht voert zij aan dat zij ter zake van het hoger beroep € 503 aan griffierecht heeft betaald.
De klacht treft doel. Blijkens ambtshalve ingewonnen informatie bij het Landelijk Diensten Centrum Rechtspraak te Utrecht is op 13 mei 2016 een bedrag van € 503 aan griffierecht met betalingskenmerk [001] en debiteurnummer [002] bijgeschreven op de rekening van het Hof. Dit betalingskenmerk en debiteurnummer komen overeen met de door belanghebbende overgelegde nota griffierecht.
Gelet op het onder 2.2 overwogene kan ’s Hofs uitspraak niet in stand blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen.
3 Proceskosten
Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.