Gerechtshof Den Haag, 28-12-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:4037, BK-15/00008
Gerechtshof Den Haag, 28-12-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:4037, BK-15/00008
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 december 2016
- Datum publicatie
- 11 januari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:4037
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:1200, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- BK-15/00008
Inhoudsindicatie
Met de overdracht van de lijfrenteverplichting aan de persoonlijke houdstermaatschappijen en de verkoop van de onderneming aan een derde is de band tussen lijfrenteverplichting en onderneming verbroken waardoor niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de lijfrentevrijstelling is genoten. Toepassing maatregel art. 3.133, lid 1, jo. Art. 3.137 Wet IB 2001.
De Inspecteur terecht een negatieve uitgave voor inkomensvoorzieningen in aanmerking heeft genomen alsmede of terecht revisierente en heffingsrente in rekening is gebracht. Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord is in geschil of het bedrag van € 3.426 aan lijfrente terecht tot het inkomen is gerekend
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00008
Uitspraak d.d. 28 december 2016
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 11 november 2014, nummer SGR 14/3489, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag en beschikkingen.