Gerechtshof Den Haag, 29-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:4402, BK-15/00794 en BK-15/00795
Gerechtshof Den Haag, 29-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:4402, BK-15/00794 en BK-15/00795
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 29 januari 2016
- Datum publicatie
- 7 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:4402
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:8141, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:863, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-15/00794 en BK-15/00795
Inhoudsindicatie
Partijen houdt in hoger beroep, net als voor de rechtbank, het antwoord op de vraag verdeeld of belanghebbende recht heeft op gehele of gedeeltelijke teruggaaf van de over de maanden januari en februari 2014 op aangifte voldane bedragen aan kolenbelasting. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de wetgever de bevoegdheid heeft de vrijstelling per 1 januari 2013 in te trekken.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-15/00794 en BK-15/00795
Uitspraak van 29 januari 2016
in het geding tussen:
[X] N.V., statutair gevestigd te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Arnhem, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 9 juni 2015, nrs. SGR 15/1221 en SGR 15/1222.
Bezwaar en beroep
Belanghebbende heeft over de maanden januari en februari 2014 € 3.293.715 en € 2.737.157 aan kolenbelasting aangegeven en voldaan. Tegen de voldoeningen heeft zij bezwaar gemaakt.
Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de bezwaren afgewezen.
Tegen de uitspraken van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 331 is geheven.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.