Home

Gerechtshof Den Haag, 22-03-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:792, BK15/00365

Gerechtshof Den Haag, 22-03-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:792, BK15/00365

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
22 maart 2016
Datum publicatie
29 maart 2016
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2016:792
Formele relaties
Zaaknummer
BK15/00365

Inhoudsindicatie

In geschil is of het bedrag van € 120.000 waarvoor belanghebbende door de Bank finaal is gekweten, zo nodig op grond van het vertrouwensbeginsel, kan worden gekwalificeerd als kwijtscheldingswinst in de zin van artikel 3.13, aanhef en onderdeel a van de Wet IB 2001

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-15/00365

Uitspraak d.d. 22 maart 2016

in het geding tussen:

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 april 2015, nummer SGR 14/8562, betreffende na te vermelden aanslag.

Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 113.008. Bij beschikkingen is een bedrag van € 3.065 aan heffingsrente in rekening gebracht en tevens is een verzuimboete opgelegd ten bedrage van € 226.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes belastbaar inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 98.608. Daarbij heeft de Inspecteur de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig verminderd en de verzuimboete vernietigd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing