Gerechtshof Den Haag, 02-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1268, BK-15/00887, BK-15/00888 en BK-15/00889
Gerechtshof Den Haag, 02-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1268, BK-15/00887, BK-15/00888 en BK-15/00889
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 2 mei 2017
- Datum publicatie
- 16 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1268
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:410
- Zaaknummer
- BK-15/00887, BK-15/00888 en BK-15/00889
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is - naar het Hof begrijpt - in geschil of: de hoorplicht is geschonden; de Inspecteur wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar een dwangsom als bedoeld in artikel 4:17, lid 1, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), heeft verbeurd; de verliesvaststellingsbeschikkingen op de juiste bedragen zijn vastgesteld; (het saldo van) de te verrekenen verliezen op te lage bedragen zijn vastgesteld;
het bedrag van de nog te verrekenen pga op te lage bedragen zijn vastgesteld;
sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; de Rechtbank ten aanzien van belanghebbendes beroepen met betrekking tot de jaren 2002 en 2003 ten onrechte heeft verzuimd de Inspecteur op te dragen het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden; en of belanghebbende recht heeft op immateriële schadevergoeding.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-15/00887, BK-15/00888 en BK-15/00889
Uitspraak van 2 mei 2017
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de (thans) Belastingdienst/kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,
op de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 29 juni 2015, nummers SGR 08/2743, SGR 08/8760 en SGR 08/8761, betreffende de hierna vermelde aanslagen en beschikkingen.
Aanslagen, beschikkingen, bezwaren en gedingen in eerste aanleg
BK-15/00887
1.1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2001 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 6.672. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, bij beschikking een bedrag van € 29.932 aan verliezen uit werk en woning uit voorgaande jaren verrekend met het belastbaar inkomen uit werk en woning van het onderhavige jaar (de verliesverrekeningsbeschikking 2001).
1.1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar toegewezen, het belastbaar inkomen uit werk en woning nader vastgesteld op -/- € 34.577 en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen nader vastgesteld op nihil, met verrekening van € 920 aan persoonsgebonden aftrek (hierna: pga). Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen heeft de Inspecteur het verlies over het jaar 2001 vastgesteld op € 34.577 (de verliesvaststellingsbeschikking 2001) en de op 31 december 2001 niet in aanmerking genomen pga vastgesteld op € 6.376.
1.1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 08/2743) heeft het beroep voor zover gericht tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2001 niet-ontvankelijk, voor zover gericht tegen de verliesvaststellingsbeschikking 2001 gegrond en voor het overige ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar in zoverre vernietigd, het verlies over het jaar 2001 vastgesteld op € 37.726 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 39 aan belanghebbende te vergoeden. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.
BK-15/00888
1.2.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2002 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van -/- € 24.690 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil, met verrekening van € 1.713 aan pga. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, het verlies uit werk en woning bij beschikking vastgesteld op € 24.690 (de verliesvaststellingsbeschikking 2002) en de op 31 december 2002 niet in aanmerking genomen pga bij beschikking vastgesteld op € 7.526.
1.2.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar toegewezen, het belastbaar inkomen uit werk en woning nader vastgesteld op -/- € 25.385 en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen vastgesteld op nihil.
1.2.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 08/8760) heeft het beroep voor zover gericht tegen de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2001, alsmede tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2002 niet-ontvankelijk, voor zover gericht tegen de verliesvaststellingsbeschikking 2002 gegrond en voor het overige ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar in zoverre vernietigd en het verlies over het jaar 2002 vastgesteld op € 28.206. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.
BK-15/00889
1.3.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2003 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van -/- € 16.922 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil, met verrekening van € 2.632 aan pga. De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag, het verlies uit werk en woning bij beschikking vastgesteld op € 16.922 (de verliesvaststellingsbeschikking 2003) en de op 31 december 2003 niet in aanmerking genomen pga bij beschikking vastgesteld op € 9.371.
1.3.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar toegewezen, het belastbaar inkomen uit werk en woning nader vastgesteld op -/- € 17.616 en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen vastgesteld op nihil.
1.3.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank (nr. SGR 08/8761) heeft het beroep voor zover gericht tegen de mededeling van het saldo van de niet in aanmerking genomen pga per 31 december 2002, alsmede tegen de mededeling van het saldo van de te verrekenen verliezen per 31 december 2003 niet-ontvankelijk, voor zover gericht tegen de verliesvaststellingsbeschikking 2003 gegrond en voor het overige ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar in zoverre vernietigd en het verlies over het jaar 2003 vastgesteld op € 25.372. De Rechtbank heeft het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over schadevergoeding.