Home

Gerechtshof Den Haag, 17-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1452, BK-16/00291 en BK-16/00295

Gerechtshof Den Haag, 17-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1452, BK-16/00291 en BK-16/00295

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
17 mei 2017
Datum publicatie
25 augustus 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:1452
Formele relaties
Zaaknummer
BK-16/00291 en BK-16/00295

Inhoudsindicatie

In het hoger beroep van de Inspecteur is in geschil of bij het bepalen van het belastbare inkomen uit werk en woning de waarde van de onroerende zaken op € 1.518.000 moet worden vastgesteld. De Inspecteur voert daartoe aan dat bij het bepalen van de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaken ten onrechte geen rekening is gehouden met de mogelijkheid van bestemmingswijziging.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-16/00291 en BK-16/00295

Uitspraak van 17 mei 2017

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,

inzake het hoger beroep van de Inspecteur en het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 4 mei 2016, nummer SGR 15/6522, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag en beschikking.

Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 625.934 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 56.043. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 153.883 opgelegd en is voor een bedrag van € 56.833 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 534.077 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 56.043, de boete verminderd tot € 133.102 en de heffingsrente verminderd tot € 47.958. verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de vergrijpboete vernietigd, de aanslag verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.077 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen waarbij € 575.000 voor de onroerende zaken (zie 3.2) in aanmerking wordt genomen, de heffingsrente verminderd en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 1.474 en teruggave van het griffierecht aan belanghebbende van € 45.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

De eerdere uitspraak van het Hof

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing