Gerechtshof Den Haag, 17-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1453, BK-16/00292 en BK-16/00296
Gerechtshof Den Haag, 17-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1453, BK-16/00292 en BK-16/00296
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 mei 2017
- Datum publicatie
- 25 augustus 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1453
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:5184, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-16/00292 en BK-16/00296
Inhoudsindicatie
In het hoger beroep van belanghebbende is in geschil of: de Inspecteur het verschil tussen de koopprijs en de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaken terecht heeft aangemerkt als belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang; de vergrijpboete terecht is opgelegd; belanghebbende recht heeft op vergoeding van volledige proceskosten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-16/00292 en BK-16/00296
Uitspraak van 17 mei 2017
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van de Inspecteur (BK-16/00292) en het hoger beroep van belanghebbende (BK-16/00296) tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 4 mei 2016, nummer SGR 15/6002, betreffende de hierna vermelde navorderingsaanslag en beschikking.
Navorderingsaanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2005 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 58.036, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 591.857 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 46.300 (de navorderingsaanslag). Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de Inspecteur beschikkingen gegeven waarbij een vergrijpboete van € 73.982 is opgelegd (de boetebeschikking) en € 33.605 aan heffingsrente in rekening is gebracht (de beschikking heffingsrente).
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de navorderingsaanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 58.036, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 119.357 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 39.974, de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, de vergrijpboete verminderd tot 45% van de nagevorderde belasting en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 619 en teruggave van het griffierecht aan belanghebbende van € 45.