Gerechtshof Den Haag, 17-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1464, BK-16/00321
Gerechtshof Den Haag, 17-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1464, BK-16/00321
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 mei 2017
- Datum publicatie
- 24 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1464
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:8774, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:1109, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-16/00321
Inhoudsindicatie
In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Meer in het bijzonder is in geschil of de sekswerkers tot belanghebbende in dienstbetrekking staan en zo die vraag bevestigend wordt beantwoordt of belanghebbende terecht een beroep doet op in met belanghebbende vergelijkbare gevallen gevoerd begunstigend beleid waarbij geen naheffingsaanslag is opgelegd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-16/00321
uitspraak van 17 mei 2017
in het geding tussen:
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 16 juni 2016, nummer SGR 16/992, betreffende de hierna te melden naheffingsaanslag en beschikking.
Naheffingsaanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende op 1 december 2009 een naheffingsaanslag in de loonheffingen over het jaar 2008 opgelegd ten bedrage van € 754.113 opgelegd (de naheffingsaanslag). Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen heeft hij een vergrijpboete van € 4.537opgelegd (de boetebeschikking) en € 24.163 aan heffingsrente in rekening gebracht (de beschikking heffingsrente).
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 4 januari 2016 de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boetebeschikking vernietigd.
De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.