Home

Gerechtshof Den Haag, 08-03-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1557, BK-16/00341 en BK 16-16/00342

Gerechtshof Den Haag, 08-03-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1557, BK-16/00341 en BK 16-16/00342

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
8 maart 2017
Datum publicatie
2 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:1557
Formele relaties
Zaaknummer
BK-16/00341 en BK 16-16/00342

Inhoudsindicatie

Tussen partijen is in geschil of de Inspecteur bevoegd was de navorderingsaanslagen op te leggen. Meer in het bijzonder is in geschil of de Inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslagen beschikte over een nieuw feit als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr), en zo nee of belanghebbende ter zake van het feit(encomplex) dat voor de Inspecteur aanleiding is geweest tot navordering, te kwader trouw was, en zo nee of de primitieve aanslagen ten gevolge van een fout die belanghebbende redelijkerwijs kenbaar was, tot te lage bedragen zijn vastgesteld.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-16/00341 en BK-16/00342

Uitspraak d.d. 8 maart 2017

in het geding tussen:

mevrouw [X] te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 juli 2016, nummers SGR 15/9577 en SGR 15/9578.

Navorderingsaanslagen, beschikkingen, bezwaren en geding in eerste aanleg

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. De navorderingsgaanslag is berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.775. Bij het vaststellen van de navorderingsaanslag zijn de bij definitieve aanslag in aftrek toegelaten specifieke zorgkosten van € 5.435 niet langer in aanmerking genomen. Tevens is bij gelijktijdig gegeven beschikking € 67 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Bij gezamenlijke uitspraak op bezwaar tegen de onder 1.1 vermelde navorderingsaanslag heeft de Inspecteur het belastbare inkomen uit werk en woning verminderd naar € 20.717 en de belastingrente naar € 66.

1.3.

Aan belanghebbende is eveneens met dagtekening 25 april 2015 voor het jaar 2013 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd. De navorderingsaanslag is berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.861 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 258. Bij het vaststellen van de navorderingsaanslag zijn de bij definitieve aanslag in aftrek toegelaten specifieke zorgkosten van € 5.111 niet langer in aanmerking genomen. Tevens is bij gelijktijdig gegeven beschikking € 37 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.4.

Bij gezamenlijke uitspraak op bezwaar tegen de onder 1.3 vermelde navorderingsaanslag heeft de Inspecteur het belastbare inkomen uit werk en woning verminderd naar € 20.809 en de beschikking belastingrente gehandhaafd.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. Ter zake is een griffierecht van € 45 geheven.

1.6.

De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing