Home

Gerechtshof Den Haag, 07-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1635, BK-16/00511

Gerechtshof Den Haag, 07-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1635, BK-16/00511

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
7 juni 2017
Datum publicatie
15 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:1635
Formele relaties
Zaaknummer
BK-16/00511

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil of de crisisheffing leidt tot een belastingheffing die in strijd is met: het wettelijk systeem; het verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel van artikel 14 EVRM, artikel 26 IVBPR dan wel artikel 21 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie van 7 december 2000 (hierna: EU-Handvest); artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (hierna: artikel 1 EP EVRM) dan wel artikel 17 van het EU-Handvest, waarbij het geschil zich toespitst op de vragen of de terugwerkende kracht die in de regeling besloten ligt, ontoelaatbaar is en of hiermee een disproportionele last op belanghebbende wordt gelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-16/00511

Uitspraak van 7 juni 2017

in het geding tussen:

[X] NV, gevestigd te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor Amsterdam, de Inspecteur,

inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 10 november 2016, nummer SGR 15/6524 betreffende de onder 1.1 vermelde naheffingsaanslag en beschikking.

Naheffingsaanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak maart 2014 een naheffingsaanslag in de loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 1.354.698, welk bedrag geheel ziet op de pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing). Bij gelijktijdig gegeven beschikking heeft de Inspecteur een verzuimboete opgelegd ten bedrage van € 4.920.

1.2.

Bij beschikking van 19 mei 2015 heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.251.701.

1.3.

Bij uitspraak op bezwaar van 31 juli 2015 heeft de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag, zoals deze luidde na de onder 1.2 vermelde vermindering, en de boete ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep ingesteld bij de Rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 331.

1.5.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de verzuimboete gematigd met 5 percent tot € 4.674.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de Rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing