Hoge Raad, 08-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3098, 17/02952
Hoge Raad, 08-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3098, 17/02952
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 december 2017
- Datum publicatie
- 8 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:3098
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2017:1635
- Zaaknummer
- 17/02952
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
8 december 2017
Nr. 17/02952
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] N.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 7 juni 2017, nr. BK-16/00511, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 15/6524) betreffende de aan belanghebbende over het tijdvak maart 2014 opgelegde naheffingsaanslag in de loonheffingen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.