Home

Gerechtshof Den Haag, 11-07-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2064, BK-16/00487, BK-16/00488 en BK-16/00489

Gerechtshof Den Haag, 11-07-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2064, BK-16/00487, BK-16/00488 en BK-16/00489

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
11 juli 2017
Datum publicatie
13 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:2064
Formele relaties
Zaaknummer
BK-16/00487, BK-16/00488 en BK-16/00489

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil: of belanghebbende met facturen als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) aannemelijk heeft gemaakt recht op aftrek van omzetbelasting te hebben; of de omzetbelasting begrepen in de kosten van juridische bijstand voor aftrek in aanmerking komt; of recht bestaat op aftrek van omzetbelasting begrepen in kilometerkosten; of recht bestaat op toepassing van de kleine ondernemersregeling als bedoeld in artikel 25 van de Wet;of de boeten terecht zijn opgelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-16/00487, BK-16/00488 en BK-16/00489

Uitspraak van 11 juli 2017

in het geding tussen:

commanditaire vennootschap [X] te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 26 september 2016, nummers SGR 16/635, SGR 16/636 en SGR 16/638 betreffende de onder 1.1.1 tot en met 1.1.3 vermelde naheffingsaanslagen en beschikkingen.

Naheffingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

Zaak BK-16/00487

1.1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd, berekend op € 12.074. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de Inspecteur bij beschikking een verzuimboete van € 1.207 opgelegd (de boetebeschikking) en de te vergoeden heffingsrente vastgesteld op € 1.345 (de beschikking heffingsrente).

Zaak BK-16/00488

1.1.2.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd, berekend op € 13.604. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de Inspecteur bij beschikking een verzuimboete van € 1.360 opgelegd (de boetebeschikking) en de te vergoeden belastingrente vastgesteld op € 886 (de beschikking belastingrente).

Zaak BK-16/00489

1.1.3.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 30 september 2014 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd, berekend op € 5.458. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de Inspecteur bij beschikking een verzuimboete van € 545 opgelegd (de boetebeschikking) en de te vergoeden belastingrente vastgesteld op € 60 (de beschikking belastingrente).

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar tegen de hiervoor vermelde naheffingsaanslagen, boetebeschikkingen en beschikkingen heffings- en belastingrente afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. In de zaak met kenmerk SGR 16/635 (Hof kenmerk BK-16/00487) is een griffierecht van € 168 geheven. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de Rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing