Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1665, 17/04002
Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1665, 17/04002
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 september 2018
- Datum publicatie
- 14 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1665
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2017:2064
- Zaaknummer
- 17/04002
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 september 2018
Nr. 17/04002
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de commanditaire vennootschap [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 11 juli 2017, nrs. BK-16/00487, BK-16/00488 en BK-16/00489, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 16/635, SGR 16/636 en SGR 16/638) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting over tijdvakken in de periode van 1 januari 2010 tot en met 30 september 2014, de daarbij gegeven boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente onderscheidenlijk belastingrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.