Home

Gerechtshof Den Haag, 22-02-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:521, BK-16/00345 en BK-16/00346

Gerechtshof Den Haag, 22-02-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:521, BK-16/00345 en BK-16/00346

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
22 februari 2017
Datum publicatie
7 maart 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:521
Formele relaties
Zaaknummer
BK-16/00345 en BK-16/00346

Inhoudsindicatie

In geschil is of met betrekking tot de onder 3.8 vermelde storting van € 60.000 op een buitenlandse bankrekening de verlengde navorderingstermijn als bedoeld in artikel 16, vierde lid, Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna Awr) van toepassing is; zo de onder 1e bedoelde vraag bevestigend wordt beantwoordt is in geschil of belanghebbenden de vereiste aangifte hebben gedaan. Indien belanghebbenden niet de vereiste aangifte hebben gedaan is in geschil of ten aanzien van hen de bewijslast dient te worden omgekeerd en verzwaard en zo ja of de Inspecteur de navorderingsaanslagen 2005 in redelijkheid heeft geschat en of belanghebbenden hebben doen blijken of en hoeverre de uitspraken op bezwaar onjuist zijn.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-16/00345 en BK-16/00346

uitspraak van 22 februari 2017

in het geding tussen:

BK-16/00345

[X] te [Z] , belanghebbende 1

BK-16/00346

[Y] te [Z] , belanghebbende 2,

(hierna tezamen: belanghebbenden)

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Eindhoven, de Inspecteur,

inzake het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag van 12 juli 2016, nummers SGR 15/9463 en SGR 15/9462, betreffende de onder 1.1 en 1.2 vermelde navorderingsaanslagen en beschikkingen.

Navorderingsaanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg

(BK-16/00345; SGR 15/9463)

1.1.

De Inspecteur heeft op 12 juni 2015 aan belanghebbende 1 voor het jaar 2005 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 48.047 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.536 alsmede bij beschikking € 5.888 heffingsrente in rekening gebracht.

(BK-16/00346, SGR 15/9462)

1.2.

De Inspecteur heeft op 12 juni 2015 aan belanghebbende 2 voor het jaar 2005 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.920, en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 14.663 alsmede bij beschikking € 5.113 heffingsrente in rekening gebracht.

Beide zaken

1.3.

Bij uitspraken op bezwaar van 16 december 2015 heeft de Inspecteur de navorderingsaanslagen en heffingsrentebeschikkingen gehandhaafd.

1.4.

De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbenden gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aan belanghebbende 1 opgelegde navorderingsaanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 18.047 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.536, de aan belanghebbende 2 opgelegde navorderingsaanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen

uit werk en woning van € 9.920 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

van € 14.633, de beschikkingen heffingsrente dienovereenkomstig gewijzigd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van iedere belanghebbende ten bedrage van € 619 en de Inspecteur opgedragen aan iedere belanghebbende het door deze betaalde griffierecht van € 45 te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing