Gerechtshof Den Haag, 01-08-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1972, BK-18-00538 tm BK18-00540
Gerechtshof Den Haag, 01-08-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1972, BK-18-00538 tm BK18-00540
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 1 augustus 2018
- Datum publicatie
- 15 augustus 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2018:1972
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:107
- Zaaknummer
- BK-18-00538 tm BK18-00540
Inhoudsindicatie
Belanghebbende, exploiteerde samen met zijn broer sedert 2011 een eetcafé. Hij heeft de exploitatie ultimo 2017 gestaakt. In de periode van exploitatie heeft belanghebbende daaruit nimmer positieve resultaten genoten. De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van een bron van inkomen. Hij heeft voor de jaren 2012 en 2013 navorderingaanslagen en voor het jaar 2014 een primitieve aanslag in de inkomstenbelasting en premieheffing volksverzekeringen opgelegd. Rechtbank en Hof volgen de Inspecteur in zijn standpunt.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-18/00538 tot en met 18/00540
Uitspraak van 1 augustus 2018
in het geding tussen:
[X] ,wonende te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
(vertegenwoordigers: J.P. Bloos en K.H. Kippersluis)
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 20 februari 2018, nummers SGR 17/4747, SGR 17/4748 en SGR 17/4749, betreffende navermelde aanslagen en de daarmee samenhangende beschikkingen belastingrente.