Home

Gerechtshof Den Haag, 20-11-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3163, BK-17/00652

Gerechtshof Den Haag, 20-11-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3163, BK-17/00652

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
20 november 2018
Datum publicatie
28 november 2018
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:3163
Formele relaties
  • Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2017:6351, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Zaaknummer
BK-17/00652

Inhoudsindicatie

De UWV heeft door belanghebbende teveel ontvangen ZW-uitkering van hem teruggevorderd. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in 2015 de ZW-uitkering geheel dan wel gedeeltelijk heeft terugbetaald. Niet gesteld of gebleken is dat het UWV de uitkering heeft omgezet in een lening tegen vergoeding van rente dan wel dat het UWV de uitkering heeft verrekend. Eventuele wettelijke renten kan niet worden begrepen onder rentedragend'' worden in de zin van art.3:147 Wet IB 2001. De Inspecteur had gelet op art. 6:17 Awb de vooraankondiging van de uitspraak op bezwaar waarin hij het initiatief voor het horen heeft opgenomen aan de gemachtigde moeten toezenden en niet zonder meer mogen aannemen dat belanghebbende afzag van het recht te worden gehoord. De schending van de hoorplicht wordt omdat partijen niet van mening verschillen over de waardering van de feiten en omstandigheden gepasseerd met toepassing van art. 6:22 Awb. Belanghebbende heeft wel recht op een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-17/00652

uitspraak van 20 november 2018

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: K.M. van der Boor)

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, de Inspecteur,

(vertegenwoordigers: Z.C. Hidding en J.C. Rodermond),

inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 juni 2017, nummer SGR 17/352, betreffende de hierna vermelde aanslag.

Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 18.700.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3.

De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep, standpunten van partijen en conclusies

Oordeel van de Rechtbank

Beoordeling hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing