Gerechtshof Den Haag, 24-10-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3777, BK-18/00379 t/m BK-18/00383
Gerechtshof Den Haag, 24-10-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3777, BK-18/00379 t/m BK-18/00383
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 24 oktober 2018
- Datum publicatie
- 30 januari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2018:3777
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2018:1318, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:1603
- Zaaknummer
- BK-18/00379 t/m BK-18/00383
Inhoudsindicatie
Belanghebbende woont in Nederland en exploiteert een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De activiteiten van de onderneming bestaan uit het verkopen van bloemen en planten aan particulieren op diverse markten in België. Sinds mei 2013 verkoopt belanghebbende ook bloemen en planten via supermarkten in België. Naar aanleiding van de uitkomsten van een bij belanghebbende ingesteld boekenonderzoek zijn aan haar navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw opgelegd voor de jaren 2010 t/m 2014.
Het Hof oordeelt dat de heffingsbevoegdheid ter zake van de ondernemingswinst op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en België aan Nederland toekomt, omdat gesteld noch gebleken is dat belanghebbende haar ondernemingsactiviteiten in België met behulp van een vaste inrichting verricht. Voorts oordeelt het Hof dat belanghebbende is onderworpen aan de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving omdat zij haar werkzaamheden ten behoeve van de onderneming in Nederland verricht.
Het ontbreken van een deugdelijke kasadministratie rechtvaardigt naar het oordeel van het Hof de omkering en verzwaring van de bewijslast. Belanghebbende heeft niet aangetoond dat en in hoeverre de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. Een eventuele aanvaarding van belanghebbendes omzetcijfers door de Belgische fiscus kan de Inspecteur niet binden.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-18/00379 t/m BK-18/00383
Uitspraak van 24 oktober 2018
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: W.D. Roos)
en