Gerechtshof Den Haag, 30-11-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3966, BK-18/00318 tot en met BK-18/00320 en BK-18/00324 tot en met BK-18/00326
Gerechtshof Den Haag, 30-11-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3966, BK-18/00318 tot en met BK-18/00320 en BK-18/00324 tot en met BK-18/00326
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 30 november 2018
- Datum publicatie
- 18 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2018:3966
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2017:14766, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-18/00318 tot en met BK-18/00320 en BK-18/00324 tot en met BK-18/00326
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of de Rechtbank de onderwerpelijke aanslagen terecht en tot de juiste bedragen heeft vastgesteld, welke vragen door belanghebbende ontkennend en door de Inspecteur bevestigend worden beantwoord. Belanghebbende betwist tevens de belopen boeten. De Inspecteur stelt in hoger beroep dat de boeten door de Rechtbank ten onrechte zijn verminderd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-18/00318 tot en met BK-18/00320 en BK-18/00324 tot en met BK-18/00326
Uitspraak van 30 november 2018
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende alsmede het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 8 december 2017, nummers SGR 15/9009, SGR 16/7722 en SGR 16/7723.