Gerechtshof Den Haag, 28-05-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1354, BK-18/00681
Gerechtshof Den Haag, 28-05-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1354, BK-18/00681
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 mei 2019
- Datum publicatie
- 5 juni 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:1354
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2018:5555, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-18/00681
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft giften gedaan aan een stichting die aangemerkt moet worden als loketinstelling ten behoeve van een als zodanig aangewezen algemeen nut beogende instelling. Giften aftrekbaar.
Uitspraak
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-18/00681
in het geding tussen:
(gemachtigde: [A] )
en
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 7 mei 2018, nummer SGR 17/8460.
Procesverloop
Aan belanghebbende is voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 23.835 (de aanslag). Bij gelijktijdig gegeven beschikking heeft de Inspecteur € 28 belastingrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het daartegen gemaakte bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake van dit beroep is een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.127 en de beschikking belastingrente dienovereenkomstig verminderd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 501 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffie recht van € 46 aan belanghebbende te vergoeden.
De Inspecteur is van de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. De Inspecteur heeft een nader stuk gedagtekend 7 februari 2019 ingediend en belanghebbende een nader stuk gedagtekend 18 februari 2019.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 26 februari 2019. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV 2015 giften voor een totaalbedrag van € 2.185 vermeld met de omschrijving “ [D] ” ( [D] ). Na aftrek van de drempel ad € 477 resteert een aangegeven gift van € 1.708. De giften bestonden uit contante afdracht van zogenoemde tienden bij kerkbezoek door belanghebbende aan de in [Z] gevestigde [E] ( [E] ).
De in [J] gevestigde [D] is bij beschikking aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). [E] is niet aangemerkt als ANBI. Er is geen groepsbeschikking gegeven.
Bij [D] is een onderzoek naar de ANBI-status ingesteld. Dit onderzoek was ten tijde van deze hofprocedure nog niet afgerond. In verband daarmee heeft [F] , controlemedewerker bij de Belastingdienst, op 14 januari 2019 een ambtsedige verklaring met betrekking tot zijn bevindingen van dit onderzoek, afgelegd. Deze houdt – voor zover van belang – het volgende in.
“Zelfstandigheid
Er zijn in Nederland 27 vestigingen aangesloten. Deze vestigingen zijn geclusterd in 6 districten.
De ANBI-status is aangevraagd door:
Stichting [D]
KvK nummer (…)
Rechtspersoon (…)
Eerste Inschrijving: (…)
Bestuurders:
(…) voorzitter
(…) secretaris
(…) algemeen
(…) penningmeester
(…) algemeen
(…) algemeen
De vestiging in [Z] valt onder het district [Z] waar ook [G] , [H] en [I] onder vallen.
De vestiging in [Z] heeft een eigen ficaalnummer, inschrijving Kamer van Koophandel en eigen bankrekeningen. Dit geldt ook voor de vestigingen in [H] en [I] alsmede het “hoofdkantoor” in [J] .
Er is geen groepsbeschikking aangevraagd door [D] .
Stichting [E]
KvK nummer (…)
Rechtspersoon (…)
Eerste Inschrijving: (…)
Bestuurders:
(…) voorzitter
(…) penningmeester
(…) algemeen
(…) algemeen
(…) algemeen
(…) algemeen
(…) algemeen
Dit district heeft 6 bankrekeningen (…)
De vestiging in [Z] voert zelf een administratie.
Pas vanaf 2016 wordt er door het hoofdkantoor een geconsolideerde jaarrekening gemaakt. Tot 2016 werden er afzonderlijke jaarrekeningen gemaakt.
Het bestuur van de lokale vestigingen innen zelf wekelijks de giften en maken wekelijks formulieren op waaruit blijkt hoeveel geld er is ontvangen. Ook houden zij zelf een kasboek bij.
Er is geen Kerkelijk Statuut. Er is onderling afgesproken dat maandelijks 80% van de ontvangen giften worden afgedragen aan het hoofdkantoor in [J] . Een uitzondering wordt gemaakt voor kleine vestigingen waar minder dan 25 leden zijn. Die dragen niets af.
De 20% die een vestiging zelf houdt is voor het betalen van de huur alsmede kosten voor bijvoorbeeld bestuursleden (reis en verblijfkosten).
Aldus opgemaakt en ondertekend op de ambtsbelofte in [Z] op 14januari 2019”
De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag de giften niet in aftrek toegelaten.