Gerechtshof Den Haag, 13-12-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2719, BK-21/00412
Gerechtshof Den Haag, 13-12-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2719, BK-21/00412
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 13 december 2022
- Datum publicatie
- 30 januari 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2021:5625, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:699
- Zaaknummer
- BK-21/00412
Inhoudsindicatie
Art. 8.42 Awb; art. 16 Awr; art. 6.39, 3.119a, 6.17 Wet IB 2001.
Op de zaak betrekking hebbende stukken. Ambtelijk verzuim. Nieuw feit. Giftenaftrek aan een instelling, aftrek hypotheekrente en specifieke zorgkosten.
Uitspraak
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-21/00412
Uitspraak van 13 december 2022
in het geding tussen:
(gemachtigde: […] )
en
(vertegenwoordiger: […] )
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 6 mei 2021, nummer SGR 20/4277.
Procesverloop
Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.631 (de navorderingsaanslag 2012). Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 1.030 aan belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 569.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar gedeeltelijk toegewezen en het belastbaar inkomen uit werk en woning verminderd tot op € 29.850, de boete gehandhaafd en de belastingrente verminderd tot op € 473.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De beslissing van de Rechtbank luidt, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiseres en de Inspecteur als verweerder:
“De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2012, de rentebeschikking en de boetebeschikking;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van immateriële schade aan eiseres van € 1.500;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48 aan eiseres te vergoeden.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Van de zijde van de Inspecteur is op 8 december 2021 een nader stuk ingekomen.
Bij afzonderlijke brief van 7 december 2021, ingekomen op 8 december 2021, heeft de Inspecteur het Hof een CD-rom gezonden met daarop de bevindingen van het onder 2.4.2 gespecificeerde strafrechtelijk onderzoek, waarin bepaalde passages zijn zwartgelakt en heeft de Inspecteur het Hof onder verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verzocht te beoordelen of de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is (beroep op geheimhouding). Bij beslissing van 6 april 2022 heeft de geheimhoudingskamer beslist dat de door de Inspecteur meegedeelde beperkte kennisneming gerechtvaardigd is. Een kopie van de “geschoonde” CD-Rom is aan belanghebbende gezonden. Belanghebbende heeft het Hof bij brief van 21 april 2022 toestemming gegeven mede op basis van het niet-geanonimiseerde proces-verbaal uitspraak te doen.
Op 18 oktober 2022 is van de zijde van belanghebbende een nader stuk ingekomen.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 1 november 2022. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Feiten
Belanghebbende heeft drie kinderen. In de aangiften IB/PVV voor de meeste jaren van 2004 tot en met 2011 heeft belanghebbende een eigenwoningschuld van € 146.892 (2004) en € 140.000 (jaren 2005, 2007 tot en met 2011) aangegeven.
Belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV voor het jaar 2012 (de aangifte IB/PVV 2012) inkomsten uit arbeid opgegeven van € 37.631 en de volgende giften opgevoerd:
Omschrijving |
Bedrag |
|
[Stichting] [woonplaats] |
€ 3.000 |
|
Totaal giften |
€ 3.000 |
|
Drempel |
€ 271 |
|
Totaal aftrekbare giften |
€ 2.712 |
In de aangifte IB/PVV 2012 heeft belanghebbende tevens aanspraak gemaakt op een aftrek voor kosten voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar tot een bedrag van
€ 1.180. Verder heeft belanghebbende in de aangifte, naast inkomsten uit de eigen woning van € 642, een eigenwoningschuld van € 185.338 vermeld en heeft zij over deze schuld een bedrag aan betaalde rente en kosten van geldleningen van € 11.159 in aftrek gebracht.
In het door de Belastingdienst gebruikte geautomatiseerde systeem voor controle van aangiften IB/PVV (ABS) zijn, blijkens door de Inspecteur overgelegde schermprints uit dit systeem, voor de door belanghebbende ingediende aangifte IB/PVV 2012 de volgende uitworpredenen ingesteld:
H057 Beoordeel aftrek giften (…)
H094 Beoordeel hoge aftrek (…) kosten levensonderhoud van kinderen (…)
H104 Beoordeel hypotheekverhoging 2012: vergelijk aftrek rente hypotheek vorig
jaar (…) en dit jaar (…)
De onder 2.1.3 bedoelde uitworpredenen zijn om doelmatigheidsredenen niet (inhoudelijk) behandeld. De aanslag IB/PVV voor het jaar 2012 (de aanslag IB/PVV 2012) is vervolgens met dagtekening 23 januari 2015 geautomatiseerd vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte IB/PVV 2012 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 23.222.
De [Stichting] stond in de desbetreffende jaren geregistreerd als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).
De Belastingdienst is in 2013 een onderzoek gestart naar de houdbaarheid van de ANBI-status van de [Stichting] . Daaruit bleek ten aanzien van het jaar 2012 dat belastingplichtigen gezamenlijk voor ten minste een bedrag van € 3.000.000 aan giften aan de [Stichting] in aftrek hadden gebracht terwijl in de jaarstukken van de [Stichting] voor dat jaar een bedrag van € 591.210 aan ontvangen giften was verantwoord. Voorts bleek dat de [Stichting] in het jaar 2012 meer kwitanties (in totaal 2.500) had uitgeschreven dan zij in haar administratie had verantwoord (531) en dat de [Stichting] in de jaarstukken voor 2013 een bedrag van € 88.564 aan ontvangen donaties had verwerkt terwijl in aangiften IB/PVV van diverse belastingplichtigen in totaal € 3.445.808 aan giften aan de [Stichting] was aangegeven. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt dat is gedagtekend 17 mei 2016.
Omdat de administratie van de [Stichting] ernstige gebreken vertoonde is de ANBI-status van de [Stichting] op 6 januari 2014 ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.
In januari 2015 is de FIOD gestart met strafrechtelijke onderzoeken naar het gebruik van valse giftkwitanties bij drie andere ANBI-instellingen dan de [Stichting] ( [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] ). Uit die onderzoeken bleek dat diverse belastingplichtigen die giften aan voormelde instanties in de aangiften hadden opgenomen ook giften aan de [Stichting] hadden opgenomen in hun aangiften.
Voormelde bevindingen (2.3.1 en 2.3.3) zijn aanleiding geweest voor de FIOD om op 17 september 2015 een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de [Stichting] en haar bestuurders in verband met het opmaken van valse giftkwitanties en/of donatieverklaringen van de [Stichting] en het gebruik hiervan bij het doen van aangiften IB/PVV ( [FIOD-onderzoek 3] ).
De bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek [FIOD-onderzoek 3] zijn door de FIOD opgenomen in een proces-verbaal, met dossiernummer 57425. De officier van justitie heeft op 16 maart 2017 toestemming verleend de bevindingen uit het FIOD-onderzoek te gebruiken voor fiscale doeleinden. De resultaten van het onderzoek zijn op 23 april 2018 ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst/kantoor Den Haag. Het (geanonimiseerde)
proces-verbaal met bijlagen is door de Inspecteur verstrekt op een CD-rom (het FIOD-rapport).
Belanghebbende is in voormeld onderzoek ( [FIOD-onderzoek 3] ) niet als verdachte aangemerkt noch is zij als getuige gehoord.
In het FIOD-rapport zijn proces-verbalen van verhoor van verdachten opgenomen uit de strafrechtelijke onderzoeken [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] . De verdachten hebben onder andere verklaringen afgelegd over de handel in giftkwitanties bij de [Stichting] .
Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 1] (blz. 2040 e.v.) De verdachte heeft, onder meer verklaard:
"[…] is belastingadviseur en hij werkt samen met de [Stichting] met betrekking tot het kopen van kwitanties. Hij koopt de kwitanties in voor 10% en verkoopt ze voor 12 tot 15% aan zijn klanten zodat zij dit kunnen aftrekken van de belasting."
Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 2] (blz. 2140 e.v.). De verdachte heeft, onder meer verklaard:
"Ik ga u alles vertellen in 2011, 2012 en 2013 heb ik kwitanties gekocht bij [Stichting] . Dit was niet voor 10% maar voor 15% of zelfs 20% procent weet ik niet meer zeker. Het zijn allemaal oplichters van die stichtingen. Ze stoppen alles in de eigen zak en melden niets aan de Belastingdienst. In 2011 heb ik geld betaald aan [de bestuurder/directeur] van de [Stichting] . In 2012 en 2013 heb ik geld betaald aan [de penningmeester] van de [Stichting] . De door mij overgelegde kwitanties over het jaar 2013 van de [Stichting] heb ik van die [penningmeester] gekregen. Dit geld heb ik op de [adres] in [woonplaats] betaald. De kwitanties heeft [de penningmeester] mij op het adres aan de [adres] waar de [Stichting] is gevestigd gegeven."
Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 3] (blz. 1900 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt, voor zover van belang:
"Opmerking verbalisanten: Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vanaf het IP-adres van de [Stichting] .
Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 ingevuld en ingediend bij de Belastingdienst?
Antwoord gehoorde:
"Omdat ik slecht Nederlands spreek, ben ik door diverse mensen geadviseerd om naar de [Stichting] te gaan. Ik ging naar de [Stichting] om mijn aangiften in te laten vullen.
(…)
Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op uw naam bij de Belastingdienst ingevuld en ingediend?
Antwoord gehoorde:
"Ik ben eerlijk, maar toen ik daar kwam waren het elke keer andere mensen. Er waren allemaal kleine hokjes en daar werd het ingevuld. Ik ben daar gewoon naartoe gegaan, maar ik ken daar helemaal niemand. Ik kan dus niet zeggen wie dat voor mij ingevuld heeft. Op de dag dat ik mijn aangifte liet invullen, kreeg ik de twee kwitanties die ik u zojuist heb overhandigd. De data op de kwitanties hebben zij van de [Stichting] erop gezet. Ik heb in ieder geval niet op die data betaald. Ik heb in één keer € 300 of zo betaald. Ik weet niet meer precies hoeveel ik heb betaald maar ik dacht iets van 12 of 15% van € 2.500. Ik heb mijn DigiD code en wachtwoord aan de medewerker van de [Stichting] gegeven en die heeft vervolgens mijn aangifte ingediend. Dat ging elk jaar zo."
(…)
Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2012 staat in het onderdeel 'giften' een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?
Antwoord gehoorde:
"Daarvoor geldt hetzelfde als het jaar 2011. Ik denk dat ik daar ook ongeveer € 300 voor betaald heb."
(…)
Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2012 staan de data 10-03-2012 en 15112012. Uw aangifte inkomstenbelasting 2012 is gedaan op 9 maart 2013.
Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?
Antwoord gehoorde:
"Ja."
(…)
Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2013 staat in het onderdeel ‘giften’ een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?
Antwoord gehoorde:
“Ook hier heb ik maar € 300 of € 350 voor betaald."
Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2013 staan de data 23-02-2013 en 24052013. Uw aangifte inkomstenbelasting 2013 is gedaan op 26 februari 2014.
Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?
Antwoord gehoorde:
"Ja."
Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "aangetroffen belastingaangiften en correspondentie op de PC van de [Stichting] " (blz. 930 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:
"Resumé
Op grond van de volgende feiten en omstandigheden, te weten dat:
(…)
[…] zijn aangifte inkomstenbelasting 2013 voor € 50 in heeft laten vullen door/bij de [Stichting] ;
In de aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] een gift is opgenomen van € 3.000;
[…] € 300, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];
De aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is ingediend;
De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] die bij de Belastingdienst is ingediend, is verzonden vanaf één van de computers van de [Stichting] ;
In de aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] een gift is opgenomen van €1.000;
[…] € 100, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];
De kwitantie op naam van […] met nummer [xxx] gelet op de verklaring van [de penningmeester] vermoedelijk valselijk is opgemaakt;
De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is gedaan;
(…)"
Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "onderzoek in administratie [Stichting] " (blz. 747 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:
"In verband met dit onderzoek heeft op 13 december 2016 een doorzoeking plaatsgevonden op het adres van de [Stichting] , waarbij diverse administratie in beslag is genomen. Ik heb verhuisdoos 1 met boekingsnummer C.22.02.01 van object C van totaal 21 dozen nader onderzocht.
(…)