Gerechtshof Den Haag, 19-07-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1437, BK-22/01297
Gerechtshof Den Haag, 19-07-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1437, BK-22/01297
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 19 juli 2023
- Datum publicatie
- 14 augustus 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2022:11870, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-22/01297
- Relevante informatie
- Art. 31a Wet LB, Art. 10e Uitv. besl. LB, Art. 10ea Uitv. besl LB, Art. 10ei Uitv besl LB
Inhoudsindicatie
Art. 10e, lid 2, letter b, Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965; toepassing van de 30%-bewijsregel. Belanghebbende kwalificeert niet als een door een inhoudingsplichtige uit een ander land aangeworven werknemer omdat zij ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst reeds in Nederland werkzaam was. De Inspecteur heeft het verzoek van belanghebbende om toepassing van de 30%-bewijsregel terecht afgewezen.
Uitspraak
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-22/01297
in het geding tussen:
(gemachtigde: F. van Gasteren)
en
(vertegenwoordiger: […] )
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 2 november 2022, nummer SGR 21/7136.
Procesverloop
De Inspecteur heeft het verzoek van belanghebbende om toepassing van de 30%-bewijsregel voor extraterritoriale werknemers bij beschikking van 8 december 2020 afgewezen (de beschikking).
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar van belanghebbende tegen de beschikking afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake daarvan is een griffierecht geheven van € 49. De beslissing van de Rechtbank luidt, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiseres en de Inspecteur als verweerder:
“De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- wijst het verzoek tot toepassing van de 30%-regeling met ingang van 1 september 2020 toe;
- veroordeeld verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.787;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 49 aan eiseres te vergoeden.”
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 7 juni 2023. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Feiten
Belanghebbende is geboren op [geboortedatum] 1971 en heeft de Canadese nationaliteit. Zij is in 2017 gepromoveerd aan de [Universiteit 1] in [buitenlandse plaats 1] , Canada.
Belanghebbende heeft vanaf 27 november 2017 onderzoek verricht voor de [Universiteit 2] , Verenigde Staten. De [Universiteit 2] heeft belanghebbende bij brief van 2 oktober 2017 een aanstelling als postdoctoraal onderzoeker aangeboden. In dit aanbod is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“We are pleased to offer you an appointment as a postdoctoral researcher in the Department of Physical Therapy at the [Universiteit 2] effective November 27, 2017, and ending
November 26, 2018. This appointment may be renewed up to two times for a total of three
years, based on the availability of funding and the satisfactory performance of your postdoctoral researcher responsibilities. Notice of non-renewal is not required.
As a postdoctoral researcher, you will be assigned to work on research projects using data from multiple large-knee osteoarthritis cohort studies. You will be expected to conduct full-time independent research. In your new role, you will be subject to periodic performance reviews. You will work under the supervision of Dr. [A] , who will work with you to establish performance goals that are part of your job responsibilities. Your annual salary will be $47,476 payable semi-monthly. This salary includes full UD benefits.
CERTIFICATION STATEMENT: This certifies that the program in which [belanghebbende] is to be engaged is solely for the purpose of observation, consultation, teaching, or research, and that no element of patient care services is involved.
As a J-1 exchange visitor at the [Universiteit 2] , you are required to comply with OISS and Department of State regulations and policies. To see a full list of your responsibilities as a J-1 exchange visitor, please visit the OISS website at (…).”
Belanghebbende heeft deze aanstelling door ondertekening op 4 oktober 2017 aanvaard.
Belanghebbende beschikte in de periode van 1 december 2017 tot en met 31 mei 2018 over een huurwoning in [buitenlandse plaats 2] , Verenigde Staten.
Belanghebbende is op 17 mei 2018 geselecteerd voor het ‘Banting Postdoctoral Fellowship’ (het Fellowship) door de [naam] .
Belanghebbende heeft onderzoekswerkzaamheden in het kader van het Fellowship verricht bij het [Medisch centrum] te [woonplaats] (het [Medisch centrum] ). Hiertoe heeft belanghebbende op 5 september 2018 een ‘visiting agreement’ gesloten met het [Medisch centrum] (de gastvrijheidsovereenkomst). In de gastvrijheidsovereenkomst is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“WHEREAS:
- for the execution of certain activities, as described in Article 3, [belanghebbende] requires access to the premises and facilities of [Medisch centrum] ;
- [Medisch centrum] is prepared to grant [belanghebbende] this access to the premises and facilities of the [Medisch centrum] , which access [belanghebbende] accepts subject to the following conditions;
- Parties explicitly do not have the intention to create an employment relationship between them,
HAVE AGREED AS FOLLOWS:
Article 1
[Medisch centrum] grants [belanghebbendes] access to the premises and facilities of [Medisch centrum] during normal working hours, and [belanghebbende] accepts this access subject to the conditions of this Agreement. This access shall be valid from September 1st 2018 until August 31st 2020 ('Visiting Period') and shall accordingly, save in the event of prior termination, end on August 31st 2020. During this period [belanghebbende] shall be working at the Department of General Practice.
Article 2
During the Visiting Period [belanghebbende] is not in the employment of [Medisch centrum] . Consequently, the Collective Labour Agreement for University Medical Centres is not applicable and [Medisch centrum] consequently does not owe [belanghebbende] any financial compensation for the activities mentioned in Article 3. The activities concern scientific research. The UFO-code 010840 applies in this regard.
Article 3
When conducting his activities during the Visiting Period [belanghebbende] will fall under the actual supervision of [Medisch centrum] , [belanghebbende] shall execute the activities he is charged with by or on behalf of the Board of Directors of [Medisch centrum] ("activities") in accordance with the instructions of the latter and shall report on them to the latter.”
Namens belanghebbende is op 13 augustus 2018 een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd ingediend. De Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft bij brief van 23 augustus 2018, voor zover van belang, als volgt gereageerd op deze aanvraag:
“Hierbij bericht ik u dat ik van plan ben een verblijfsdocument aan [belanghebbende] te verstrekken.
Het document zal de volgende gegevens bevatten:
De beperking: ‘Wetenschappelijk onderzoek in de zin van de richtlijn’.
De geldigheidsduur: van 1 september 2018 tot 1 september 2020.
De arbeidsmarktaantekening: ‘Arbeid vrij toegestaan, TWV niet vereist’.
De aantekening beroep algemene middelen: ‘Een beroep op algemene middelen kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht’.”
Belanghebbende is op 26 september 2018 in Nederland gearriveerd.
Belanghebbende huurt sinds 29 oktober 2018 een woning in [woonplaats] en heeft zich met ingang van die datum ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).
Belanghebbende is met ingang van 1 september 2020 als onderzoeker in dienstbetrekking bij het [Medisch centrum] . Hiertoe heeft belanghebbende op 3 augustus 2020 een arbeidsovereenkomst gesloten met het [Medisch centrum] .
Belanghebbende heeft op 17 september 2020 tezamen met het [Medisch centrum] verzocht om toepassing van de 30%-bewijsregel (artikel 31a, lid 2, aanhef en letter e, en lid 8, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964), in samenhang met artikel 10ea, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (Uitvoeringsbesluit)). In dit verzoek is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“Voorafgaand aan september 2018 woonde [belanghebbende] in de Verenigde Staten en Canada. Zij is in september 2018 naar Nederland verhuisd voor een PostDoc onderzoek aan het [Medisch centrum] . T/m 31-08-2020 was dit niet in de vorm van een betaalde aanstelling bij het [Medisch centrum] , maar op basis van een gastvrijheidsovereenkomst.
Per 01-09-2020 heeft zij een betaald contract bij het [Medisch centrum] als PostDoc onderzoeker; dit is een voortzetting van het onderzoek waarvoor zij naar Nederland is verhuisd. Omdat zij nu pas in betaalde dienst is bij het [Medisch centrum] , kan ik ook nu pas de 30% regeling voor haar aanvragen. Aangezien het om een voortzetting gaat van het onderzoek waarvoor zij naar Nederland is gekomen en twee jaar op een gastvrijheidovereenkomst heeft gewerkt, denk ik dat [belanghebbende] alsnog voor de 30% regeling in aanmerking kan komen.”
Bij het verzoek is een verklaring van 14 september 2020 van prof. dr. [B] overgelegd. In deze verklaring is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“[Belanghebbende] is a Canadian citizen who, prior to September 2018 had never lived in Europe. She lived in [buitenlandse plaats 1] , Canada until the completion of her PhD at the University
of British Columbia in 2017. After completing her PhD, she worked as a post-doctoral
researcher at the [Universiteit 2] in [buitenlandse plaats 2] , United States, from November 2017 until August 2018.
We first began discussions about recruiting [belanghebbende] to [Medisch centrum] in 2017 when she was finishing her PhD. The plan was to bring her here to work on a biomechanics project
that would lead to a research line in biomechanics. [Belanghebbende] successfully obtained her own funding to begin this project. The funding was a two year Post-Doctoral Fellowship
from the [ [naam] ], and the funding began September 2018. She worked in the Department of General Practice for two years under this external funding scheme, from September 2018 until the end of August 2020.
Completion of [belanghebbendes] original biomechanics project was delayed because the building of the biomechanics laboratory at [Medisch centrum] was delayed. On completion of [belanghebbendes] externally funded fellowship, we hired [belanghebbendes] at [Medisch centrum] , and as of 01 September 2020 she is employed with [Medisch centrum] . The work she has been hired to do is an extension of the project she was doing during her fellowship here. Our aim is to have [belanghebbende] further develop this biomechanics project into a full research line.”
Dit verzoek is bij de beschikking afgewezen (artikel 10ei, lid 1, Uitvoeringsbesluit). Bij uitspraak op bezwaar van 16 september 2021 is het bezwaar van belanghebbende tegen de beschikking ongegrond verklaard.