Home

Gerechtshof Den Haag, 29-03-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:612, BK-22/00774

Gerechtshof Den Haag, 29-03-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:612, BK-22/00774

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
29 maart 2023
Datum publicatie
4 mei 2023
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:612
Formele relaties
Zaaknummer
BK-22/00774
Relevante informatie
Art. 13bis Wet LB, Art. 3.13 URLB 2011, Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

Artikel 13bis, lid 1, 3 en 11, Wet LB 1964 (tekst 2018). Tweede rittenregistratie en globale omschrijving van 3.800 kilometer. Belanghebbende heeft niet doen blijken dat niet meer dan 500 kilometer privé is gereden. Geen sprake van schending van het vertrouwensbeginsel. Naheffingsaanslag is terecht aan belanghebbende in plaats van aan de inhoudingsplichtige opgelegd.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-22/00774

in het geding tussen:

(gemachtigde: H.A. Elbert)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende en het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 14 juli 2022, nummer SGR 21/2377.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 een naheffingsaanslag in de loonheffingen/bijdrage Zorgverzekeringswet/premies werknemersverzekeringen naar een te betalen bedrag van € 21.178 opgelegd (de naheffingsaanslag). Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is een verzuimboete van € 5.278 opgelegd en is tevens € 1.007 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag, de boetebeschikking en de rentebeschikking gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Ter zake hiervan is een griffierecht van € 360 geheven. De Rechtbank heeft aldus beslist:

”De rechtbank:

- verklaart het beroep ongegrond;

- draagt de griffier op het door eiser teveel betaalde griffierecht van € 311 aan hem terug te betalen.”

1.4.

Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake hiervan is een griffierecht van € 136 geheven. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend, waarbij hij tevens voorwaardelijk incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Belanghebbende heeft een nader stuk met dagtekening 27 januari 2023, door het Hof ontvangen op diezelfde dag, ingediend en heeft daarin tevens gereageerd op het voorwaardelijke incidenteel hoger beroep van de Inspecteur.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 15 februari 2023. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.

In 2008 heeft er een boekenonderzoek plaatsgevonden bij [Holding B.V.] (de Holding). De uitkomsten van dit boekenonderzoek zijn opgenomen in een controlerapport met dagtekening 6 oktober 2008. In het controlerapport is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:

“8. Privégebruik auto

8.1

Ander bewijs v.w.b. niet privé gebruiken van auto

De inhoudingsplichtige wil met betrekking tot één auto ander bewijs leveren v.w.b. het niet privé gebruiken van de auto. Dit betreft het volgende kenteken [kenteken 1] .

Op de volgende wijze kan de inhoudingsplichtige dit bewijs leveren:

De directeur [belanghebbende] houdt een kilometeradministratie bij.

8.2

Bijtelling inhoudingsplichtige

De inhoudingsplichtige past voor de volgende kentekens in 2007 een bijtelling van 22% van de cataloguswaarde van de auto toe bij het loon van de desbetreffende werknemer:

(…)”

2.2.

De Inspecteur heeft op verzoek van belanghebbende met dagtekening 13 november 2013 een beschikking ‘verklaring geen privé gebruik auto’ (verklaring geen privé gebruik) verstrekt. In deze beschikking is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:

“Aantal privékilometers bewijzen

Oordeel van de Rechtbank

“ 8. Privégebruik auto

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing