Home

Gerechtshof Den Haag, 05-12-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2335, BK-23/1098 en BK-23/1099

Gerechtshof Den Haag, 05-12-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2335, BK-23/1098 en BK-23/1099

cassatie ingesteld (rolnr HR: 25/00113)

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
5 december 2024
Datum publicatie
13 januari 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:2335
Zaaknummer
BK-23/1098 en BK-23/1099
Relevante informatie
Art. 228a Gemw, Art. 231 Gemw

Inhoudsindicatie

Aanslagen riool- en waterzorgheffing. Art. 228a Gemeentewet. De objectafbakening kan niet in de onderhavige procedure aan de orde komen. Geen overschrijding van de opbrengstlimiet. De Heffingsambtenaar heeft voldoende inzicht verschaft in de ramingen en belanghebbende heeft de posten in de ramingen onvoldoende gemotiveerd in twijfel getrokken. In de heffing betrekken van een perceel dat niet is aangesloten op het riool leidt niet tot schending van het evenredigheidsbeginsel. Geen schending van het vertrouwensbeginsel.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-23/1098 en BK-23/1099

in het geding tussen:

(gemachtigde: Z.M. Nasir)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 20 september 2023, nummers SGR 22/3276 en SGR 22/3278.

Procesverloop

BK-23/1098

1.1.

Aan belanghebbende zijn voor het kalenderjaar 2022 opgelegd de in één geschrift vervatte aanslagen riool- en waterzorgheffing voor de eigendom en het gebruik van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] (Terrein) te [woonplaats] .

BK-23/1099

1.2.

Aan belanghebbende is voor het kalenderjaar 2022 opgelegd de aanslag riool- en waterzorgheffing voor het gebruik van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] (Bedrijf) te [woonplaats] .

Beide zaken

1.3.

Bij uitspraken op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar de bezwaren tegen de in 1.1 en 1.2 genoemde aanslagen (de aanslagen) ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroepen bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake hiervan is een griffierecht van € 365 geheven. De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Ter zake hiervan is een griffierecht van € 548 geheven. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van 24 oktober 2024. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.

2.1.

Belanghebbende is eigenares en gebruikster van [adres] (Terrein) te [woonplaats] . [adres] (Terrein) heeft geen aansluiting op de riolering.

2.2.

Belanghebbende is gebruikster van [adres] (Bedrijf) te [woonplaats] . [adres] (Bedrijf) heeft een aansluiting op de riolering.

2.3.

In het voorstel tot vaststelling van de Verordening Riool- en Waterzorgheffing Westland 2022 (het kostenoverzicht) is onder meer het volgende opgenomen:

Rioolheffing

Begroting 2022

Baten

Lasten

7.2 Kosten taakveld Riolering incl. (omslag)rente

9.838.300

7.2 Dotatie vervangingsinvestering, artikel 44 lid 1

2.350.000

2.1 Verkeer en vervoer

288.800

2.4 Economische havens en waterwegen

1.010.000

Netto kosten taakveld

13.487.100

Toe te rekenen kosten:

0.4 Overhead incl. (omslagrente)

1.297.800

Btw

1.268.000

Opbrengst heffingen:

7.2 Riolering (plus areaaluitbreiding)

15.427.100

6.3 Inkomstenregeling (kwijtschelding)

-218.000

Totaal rioolheffing

15.209.100

16.052.900

Dekkingspercentage voor mutatie voorziening

94,7%

Onttrekking voorziening artikel 44 lid 2

843.800

Dekkingspercentage 2022

100,0%

Dekkingspercentage 2021

100,0%

Toelichting rioolheffing:

 De kosten, die toegerekend worden vanuit taakveld 2.1 Verkeer en vervoer, zijn de kosten van straatreiniging en een gedeelte m.b.t. watertaken, onderdeel duikers. De straatreiniging wordt door de gemeente uitgevoerd met het oog op het functioneren van de riolering, verkeerd aanbieden van afval en de verkeersveiligheid. Een exacte verdeling over de onderdelen is niet te bepalen. Wij schatten in dat 15% van de kosten van de straatreiniging betrekking heeft op de riolering. De kosten voor de duikers worden voor 100% toegerekend aan de riolering;”

2.4.

Op 18 december 2021 heeft de Heffingsambtenaar een brief ter zake van de aanslagen naar belanghebbende verzonden. De brief vermeldt, voor zover in hoger beroep van belang:

“De Verordening Riool- en Waterzorgheffing vervangt de oude Verordening Rioolheffing. De naam 'Rioolheffing' dekt namelijk de lading niet meer. Het lijkt alsof het gaat om een belasting voor het rioolbuizenstelsel, maar het gaat om veel meer maatregelen die de gemeente neemt om wateroverlast en verdroging zoveel mogelijk te voorkomen. Van die maatregelen heeft iedereen profijt. Daarom is het niet meer dan redelijk dat iedereen hieraan meebetaalt.

Wat wijzigt er voor u?

De nieuwe verordening heeft ook voor u gevolgen. Met ingang van 2022 wordt de rioolheffing een algemene heffing waar iedereen aan bijdraagt, of er nu wel of geen (in)directe aansluiting is op de gemeentelijke riolering.”

2.5.

Tussen 2010 en 2021 zijn aan belanghebbende geen aanslagen rioolheffing ter zake van [adres] (Terrein) en [adres] (Bedrijf) opgelegd.

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

“Artikel 1. Aard van de belasting

Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

Proceskosten

Beslissing