Home

Gerechtshof Leeuwarden, 07-12-2010, BO7131, 10/00092 t/m 10/00094

Gerechtshof Leeuwarden, 07-12-2010, BO7131, 10/00092 t/m 10/00094

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Datum uitspraak
7 december 2010
Datum publicatie
13 december 2010
ECLI
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7131
Formele relaties
Zaaknummer
10/00092 t/m 10/00094

Inhoudsindicatie

In geschil is of belanghebbenden vanaf oprichtingsdatum (27 november 2003) of vanaf

1 januari 2004 in de fiscale eenheid zijn opgenomen. Belanghebbenden betogen het eerste, de Inspecteur het laatste.

Uitspraak

GERECHTSHOF LEEUWARDEN

Sector belastingrecht

nummers 10/00092 t/m 10/00094

uitspraakdatum: 7 december 2010

Uitspraak van de meervoudige belastingkamer

op de hoger beroepen van

X Holding Q B.V., gevestigd te Q,

X Makelaardij Z B.V., gevestigd te Z,

X Makelaardij Q B.V., gevestigd te Q,

(hierna: belanghebbenden),

tegen de uitspraken van de rechtbank Leeuwarden van 25 maart 2010, nummers

AWB 09/482 tot en met 09/484, in de gedingen tussen belanghebbenden en

de inspecteur van de Belastingdienst/P (hierna: de Inspecteur).

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Aan ieder van belanghebbenden is voor het jaar 2003 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd en, in voorkomend geval, een verliesbeschikking vastgesteld.

1.2. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 27 januari 2009 de aanslag en de eventuele beschikking gehandhaafd.

1.3. Belanghebbenden zijn tegen die uitspraken in beroep gekomen. De rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraken van 25 maart 2010 de beroepen ongegrond verklaard.

1.4. Belanghebbenden hebben bij brief van 28 april 2010 tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweerschriften ingediend.

1.5. Partijen hebben het Hof schriftelijk toestemming gegeven zonder mondelinge behandeling van de zaken uitspraak te doen. Het Hof heeft het onderzoek in alle zaken vervolgens op de voet van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) gesloten.

2. Feiten

2.1. X Beheer B.V. (hierna: Beheer BV) is opgericht op 31 maart 1993. Beheer BV heeft zowel in X als in Q een makelaardij geëxploiteerd.

2.2. De houders van de aandelen in Beheer BV – de heer en mevrouw X – hebben op 24 september 2003 een intentieverklaring ondertekend, inhoudende dat beide makelaardijen aan twee hiertoe op te richten dochtervennootschappen worden overgedragen, waarna deze de daadwerkelijke makelaarsactiviteiten inbrengen in daartoe op te richten (klein)dochtervennootschappen.

2.3. In de intentieverklaring is opgenomen dat één en ander binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting zal worden gerealiseerd.

2.4. De intentieverklaring is op 29 september 2003 bij de belastingdienst te R geregistreerd.

2.5. Op 27 november 2003 heeft Beheer BV de vennootschappen X Holding Z B.V. (hierna: Holding Z BV) en X Holding Q B.V. (hierna: Holding Q BV) opgericht. De in Beheer BV gedreven makelaardijen te Z en Q (hierna: de ondernemingen) zijn op 27 november 2003 ingebracht in respectievelijk Holding Z BV en Holding Q BV tegen uitreiking van aandelen.

2.6. Eveneens op 27 november 2003 zijn de vennootschappen X Makelaardij Z B.V. (hierna: Makelaardij Z BV) en X Makelaardij Q B.V. (hierna: Makelaardij Q BV) opgericht. Daarin hebben de respectieve houdstervennootschappen op 27 november 2003 de ondernemingen ingebracht tegen uitreiking van aandelen.

2.7. Belanghebbenden hebben op 9 december 2003 een Opgaaf voor startende ondernemingen gedaan. Zij hebben bij vraag 9a ingevuld dat de onderneming belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting.

2.8. Bij brief van 26 maart 2004 heeft de adviseur van belanghebbenden aan de Inspecteur verzocht om met ingang van 1 januari 2004 een fiscale eenheid in de zin van artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb) te vormen voor Beheer BV, Holding Z BV en belanghebbenden.

2.9. In aanvulling op voornoemd verzoek om een fiscale eenheid is op 27 mei 2004 in de daartoe gebruikte formulieren wederom 1 januari 2004 als gewenst voegingstijdstip vermeld.

2.10. De inspecteur heeft op 1 september 2004 de beschikking gegeven, inhoudende dat de in 2.8 genoemde vennootschappen met ingang van 1 januari 2004 als fiscale eenheid worden aangemerkt. Tegen deze beschikking is geen bezwaar gemaakt.

3. Geschil

In geschil is of belanghebbenden vanaf oprichtingsdatum (27 november 2003) of vanaf

1 januari 2004 in de fiscale eenheid zijn opgenomen. Belanghebbenden betogen het eerste, de Inspecteur het laatste.

4. Overwegingen

4.1. Naar het oordeel van het Hof kan de in september 2003 ondertekende en geregistreerde intentieverklaring tot herstructurering niet als een verzoek om een fiscale eenheid worden aangemerkt. In deze verklaring is immers slechts de intentie neergelegd van beide aandeelhouders van Beheer BV om de herstructurering binnen een fiscale eenheid te laten plaatsvinden. Van een kenbaar verzoek op grond van artikel 15 Wet Vpb door twee of meer belastingplichtigen is geen sprake.

4.2. Bovendien is bij beschikking een fiscale eenheid tot stand gekomen, overeenkomstig het verzoek van belanghebbenden met ingang van 1 januari 2004, waartegen geen bezwaar is gemaakt. Deze beschikking is derhalve onherroepelijk geworden. De formele rechtskracht van deze beschikking verhindert dat belanghebbenden alsnog in de onderhavige beroepsprocedures tegen een opgelegde aanslag dan wel vastgestelde verliesbeschikking, de ingangsdatum van deze fiscale eenheid aan de orde kunnen stellen.

4.3. Gelet op het vorenstaande is het gelijk aan de Inspecteur. Nu de fiscale eenheid met ingang van 1 januari 2004 is gevormd, worden de door belanghebbenden in 2003 behaalde resultaten zelfstandig in de belastingheffing betrokken. De hoger beroepen van belanghebbenden moeten derhalve ongegrond worden verklaard.

4.4. Van ieder van belanghebbenden is door de griffier van het Hof € 448 aan griffierecht geheven. Ook in de zaak met als registratienummer 10/00091 ten name van X Beheer B.V., is een griffierecht van € 448 geheven. Gelet op de samenhang tussen de zaken, is slechts éénmaal griffierecht verschuldigd, zodat het van belanghebbenden geheven griffierecht door de griffier van het Hof zal worden terugbetaald.

5. Proceskosten

Het Hof vindt geen aanleiding voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb.

6. Beslissing

Het Hof:

- bevestigt de uitspraken van de Rechtbank;

- bepaalt dat de griffier van het Hof aan X Holding Q B.V. het gestorte griffierecht van € 448 terugbetaalt;

- bepaalt dat de griffier van het Hof aan X Makelaardij Z B.V. het gestorte griffierecht van € 448 terugbetaalt, en

- bepaalt dat de griffier van het Hof aan X Makelaardij Q B.V. het gestorte griffierecht van € 448 terugbetaalt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen, voorzitter, mr. J.P.M. Kooijmans en mr. J.B.H. Röben, in tegenwoordigheid van mr. A. Vellema als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 december 2010.

De griffier, De voorzitter,

(A. Vellema) (A.J.H. van Suilen)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op:

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

postbus 20303, 2500 EH Den Haag

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.