Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-11-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4700, 12-00812
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-11-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4700, 12-00812
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 13 november 2014
- Datum publicatie
- 15 december 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2014:4700
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3311, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 12-00812
Inhoudsindicatie
Legesnota 2007. In hoger beroep herhaalt belanghebbende pas ter zitting bij het Hof zijn grief over de hoogte van de bouwkosten. Vanwege strijd met een goede procesorde gaat het Hof aan deze grief voorbij.
Vaststaat dat bij het bepalen van de tarieven per ultimo 2007 bij de gemeente geen inzicht bestond in de geraamde baten en lasten ter zake. Wel is een inschatting gemaakt dat de verwachte baten van de leges de verwachte lasten niet te boven zouden gaan en zijn de legestarieven trendmatig verhoogd. Met betrekking tot de toetsing aan de opbrengstlimiet dient inzicht te worden verschaft in gegevens die zijn terug te voeren op baten en lasten opgenomen in de gemeentebegroting. In hoger beroep heeft de Heffingsambtenaar, in aanvulling op de gegevens verstrekt bij de Rechtbank, zeer uitgebreid nader inzicht verschaft over de totstandkoming van de Programmabegroting 2008, welke gegevens en overzichten daaraan ten grondslag hebben gelegen, waarbij is verwezen naar overgelegde urenstaten van in de begroting opgenomen programmagroepen, de gegevens ter bepaling van het gehanteerde uurtarief en overzichten van gerealiseerde aantallen betreffende de raming van de baten. Gelet op de uitgangspunten van het arrest HR 4 april 2014, nr. 12/02475, ECLI:NL:HR:2014:777, heeft belanghebbende met zijn stellingen onvoldoende aangevoerd tegenover de gespecificeerde overzichten en toelichtingen van de Heffingsambtenaar.
Proceskosten: Tot en met de uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar volstaan met het overleggen van de ruwe schatting van baten en lasten. Nu de Heffingsambtenaar niet eerder dan in beroep bij de Rechtbank ertoe is over gegaan op basis van de begroting een raming van de baten en lasten op te stellen en pas in hoger beroep, met name ten aanzien van de baten, is gekomen tot een definitieve raming van de baten en lasten, verleent het Hof belanghebbende een tegemoetkoming in de door hem in beroep en hoger beroep gemaakte proceskosten.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 12/00812
Uitspraak op het hoger beroep van
de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk,
hierna: de Heffingsambtenaar,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 24 oktober 2012, kenmerk AWB 11/551, in het geding tussen
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],
hierna: belanghebbende,
en
de Heffingsambtenaar,
betreffende na te noemen schriftelijke kennisgeving leges ter zake van een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is, verenigd in één geschrift, met dagtekening 18 mei 2009 onder aanslagnummer [aanslagnummer], uitgereikt een schriftelijke kennisgeving leges ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning voor het bouwen van varkensstallen met voedersilo’s en spoelplaats op te richten aan de [a-straat] 8 te [A], alsmede in verband met een vrijstelling, voor een schetsplan en vanwege een bodemgesteldheidonderzoek (hierna: de legesnota) tot een bedrag van € 43.889,40 aan bouwleges en van, tezamen, € 1.397,20 wegens overige leges.
Na tegen de legesnota gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar bij uitspraak van 20 december 2010 de in rekening gebrachte leges verminderd tot een bedrag van € 27.169,32 aan bouwleges, onder handhaving van het bedrag van € 1.397,20 aan overige leges.
Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 41. Bij uitspraak heeft de Rechtbank het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar en de legesnota vernietigd en vergoeding van proceskosten en van griffierecht aan belanghebbende gelast.
Tegen deze uitspraak heeft de Heffingsambtenaar hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Op de voet van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft de Heffingsambtenaar bij brief van 3 oktober 2013, met een tweetal bijlagen, vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 17 oktober 2013 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, vergezeld van zijn gemachtigde, de heer [B], alsmede, namens de Heffingsambtenaar, de heren [C] en [D].
Partijen hebben te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is gezonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:
Op 8 november 2007 is door de raad van de gemeente Oisterwijk de Verordening op de heffing en invordering van leges 2008 (hierna: de Verordening) vastgesteld en op 12 december 2007 is de Verordening bekendgemaakt.
In artikel 2 van de Verordening is bepaald dat onder de naam `leges´ rechten worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in de Verordening en de daarbij behorende tarieventabel. In artikel 3 van de Verordening is geregeld dat belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend. In artikel 4 van de Verordening is vastgelegd dat de leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij de Verordening behorende tarieventabel.
In de bij de Verordening behorende tarieventabel is in hoofdstuk 5 `Bouwvergunningen´ onder punt 5.1 bepaald:
“Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aanneemsom (inclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van De Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk of, voor zover deze niet correct is of ontbreekt, een raming van de bouwkosten (inclusief omzetbelasting) op basis van door het college van burgemeester en wethouders nader vast te stellen normen terzake.”
en onder de punten 5.2 en 5.2.3, voor zover van belang:
“Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
(…)
een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning (…)
indien de bouwkosten:
(…)
€ 40.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 3.000.000,- € 888,00
vermeerderd met 1,56 % van het bedrag waarmee die bouwkosten € 40.000,- te boven gaan”.
Belanghebbende heeft op 10 juli 2008 bij de gemeente Oisterwijk een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning voor het oprichten van varkensstallen met voedersilo’s en spoelplaats aan de [a-straat] 8 te [A] ingediend. Bij besluit van 20 april 2009 is aan belanghebbende de vergunning onder dossiernummer [nummer] verleend.
Ter bepaling van de verschuldigde leges is de Heffingsambtenaar uitgegaan van de opgegeven bouwkosten ten bedrage van € 2.350.000, exclusief omzetbelasting, en heeft de bouwkosten inclusief omzetbelasting vastgesteld op, 119% x € 2.350.000 is, € 2.796.500. De bouwleges zijn berekend op het bedrag van, 1,56% x € 2.756.500 plus € 888 is, € 43.889,40.
Belanghebbende heeft bij zijn ingediende bezwaar tegen de legesnota twee offertes van aanneemovereenkomsten van 2 maart 2009 en de getekende opdrachtbevestigingen van 27 respectievelijk 31 maart 2009 overgelegd. De bevestigde overeenkomsten betreffen een nieuw te bouwen zeugenstal respectievelijk biggenstal met de volgende aanneemsommen:
Datum 27 maart 2009 31 maart 2009 in totaal
aanneemsom exclusief omzetbelasting € 739.000 € 376.000 € 1.115.000
omzetbelasting € 140.410 € 71.440
totaal € 879.410 € 447.440 € 1.326.850.
In zijn uitspraak heeft de Heffingsambtenaar aangegeven dat het voor de berekening van de legesnota gehanteerde bedrag aan bouwkosten niet correct is bepaald. Ingevolge het bij de Verordening behorende Bouwkostenoverzicht 2008, waarvan een afschrift tot de stukken behoort, heeft de Heffingsambtenaar het tarief voor de bouwkosten exclusief omzetbelasting van een varkensstal bepaald op een bedrag van € 305 per vierkante meter. De bouwkosten inclusief omzetbelasting van de onderhavige varkensstallen heeft hij als volgt berekend:
varkensstal 1: 1.435 m2 x € 305 x 119% BTW = € 520.833
varkensstal 2: 3.317 m2 x € 305 x 119% BTW = € 1.203.905
totale bouwkosten € 1.724.738, afgerond € 1.724.700.
De verschuldigde leges voor de reguliere bouwvergunning heeft de Heffingsambtenaar vervolgens vastgesteld op een bedrag van € 27.169,32 aan bouwleges, onder handhaving van het bedrag van € 1.397,20 wegens overige leges. Blijkens de uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar daarbij de onder 2.8 te noemen inschatting verstrekt.
Betreffende de bij de Verordening behorende tarieventabel is komen vast te staan dat per ultimo 2007 geen raming van de baten van de leges, noch van de lasten ter zake is opgesteld. In verband met de vaststelling van deze tarieventabel is per ultimo 2007 wel aan de hand van de programmagroepen waarvoor leges worden geheven een inschatting gemaakt of de verwachte baten van de leges de verwachte lasten niet te boven gaan. Daarbij bleek de marge waarmee de betreffende lasten de baten overtreffen dusdanig van omvang te zijn, dat de legestarieven trendmatig konden worden verhoogd, zoals in de tarieventabel is verwerkt.
Tot de in hoger beroep overgelegde gedingstukken behoort een overzicht van de totale lasten volgens de begroting 2008 tot een bedrag van € 1.819.109 en van de totale baten van € 1.233.640, resulterend in een kostendekkingspercentage van 67,8%. Voorts is overgelegd een aansluiting vanuit de begroting 2008 naar de onderliggende posten met betrekking tot de leges. Tot de gedingstukken behoren verder de Programmabegroting 2008 en achterliggende documenten betreffende die over de urenbesteding van medewerkers, alsmede een aan de gemeente gerichte factuur inzake automatiseringskosten van 3 mei 2007. Daarbij zijn verder overgelegd de bijlagen bij de begroting 2008 betreffende de staat van salarissen en sociale lasten, de staat van geactiveerde kapitaaluitgaven, de staat van reserves en voorzieningen en de staat van opgenomen langlopende geldleningen. Voorts is bij de Rechtbank verstrekt een overzicht van de aansluiting vanuit de begroting 2008 naar de onderliggende posten inzake de leges met een uitsplitsing per budgetcombinatie van de baten en diverse benoemde lasten in de begroting.
Uitgesplitst naar de onder 2.9 bedoelde programmagroepen zijn de baten en lasten in de Programmabegroting 2008 geraamd aan de hand van een aantal uren en een uurtarief van € 70,59. Om inzicht te geven in het bij de begroting 2008 gehanteerde standaarduurtarief heeft de Heffingsambtenaar het volgende opgemerkt en daarbij nadere gegevens verstrekt:
“De totale kostenbegroting in 2008 is € 40.209.000. Hiervan bestaat € 13.455.000 uit apparaatskosten die worden uitgesplitst. Het aantal uren in 2008 dat direct kan worden toegerekend aan uit te voeren activiteiten bedraagt 190.612 uur. Het uurtarief komt daarmee in 2008 op € 70,59. Met dit tarief is gerekend in de begroting 2008.
Opbouw apparaatskosten 2008
€ |
|
Personeelskosten (incl. alle salariskosten) |
10.679.674 |
Automatiseringskosten |
1.417.062 |
Huisvestingskosten |
629.395 |
Reproafdeling |
173.398 |
Arbodienst |
94.957 |
Archivering en documentatie |
158.915 |
Opleiding en training |
73.924 |
Salarisadministratie |
24.639 |
Werkplekken kantoorbenodigdheden |
25.096 |
Postbehandeling |
61.000 |
Incasso en bankkosten |
48.944 |
Kadaster voor metingen |
25.187 |
Niet te verrekenen BTW |
43.090 |
Totaal |
13.455.281 |
Berekening uurtarief |
€ |
Apparaatskosten |
13.455.281 |
Aantal directe uren |
190.612 |
Uurtarief 2008 |
€ 70,59 |
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft, naar het Hof begrijpt, het antwoord op de volgende vragen:
I Is de Verordening jegens belanghebbende onverbindend omdat de geraamde baten uitgaan boven de geraamde lasten ter zake (hierna ook: de opbrengstlimiet)?
II Dient aan belanghebbende een vergoeding van de werkelijke kosten van de bezwaarfase en van de werkelijke proceskosten te worden toegekend?
Belanghebbende beantwoordt beide vragen bevestigend. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover daarbij de uitspraak op bezwaar en de legesnota zijn vernietigd en het griffierecht is vergoed en, alsnog, vergoeding van de werkelijk door hem gemaakte kosten van de bezwaarfase, alsmede die van beroep en hoger beroep. De Heffingsambtenaar concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en ongegrondverklaring van het bij de Rechtbank ingestelde beroep.