Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-11-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4524, 14/00627

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-11-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4524, 14/00627

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
13 november 2015
Datum publicatie
27 november 2015
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2015:4524
Formele relaties
Zaaknummer
14/00627

Inhoudsindicatie

Aanslag leges kopiekosten

Het Hof is van oordeel dat belanghebbende uitdrukkelijk het voorbehoud heeft gemaakt om voorafgaande aan het in behandeling nemen van het Wob-verzoek een begroting te geven van de eventuele kosten. Nu aan dit voorbehoud zonder nader overleg voorbij is gegaan en aanstonds aan de gemachtigde 17 geanonimiseerde fotokopieën van stukken zijn toegezonden, acht het Hof de aanslag leges van € 5,10 (17 x € 030) ten onrechte opgelegd.

Naast vernietiging van de aanslag leges volgt vergoeding door de Heffingsambtenaar van het bij de Rechtbank en het Hof betaalde griffierecht en van de kosten van bezwaar, beroep en hoger beroep.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 14/00627

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg (hierna: de Rechtbank) van 11 juni 2014, nummer AWB 13/1792, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Heerlen,

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende na te noemen aanslag leges.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is met dagtekening 1 april 2013 een aanslag leges (hierna: de aanslag) opgelegd ten bedrage van € 5,10 wegens het verstrekken van zeventien fotokopieën in verband met een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) van 26 februari 2013 (hierna: het Wob-verzoek). Na tegen de aanslag door belanghebbende gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar bij uitspraak het bezwaar ongegrond verklaard.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 44. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 122. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd. De Heffingsambtenaar heeft geen gebruik gemaakt van de hem geboden gelegenheid om een conclusie van dupliek in te dienen.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 30 september 2015 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar is geen van beide partijen verschenen. Partijen hebben het Hof schriftelijk bericht niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te zullen zijn.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Met zijn brief van 26 februari 2013 heeft [A] van [B] te [C] (hierna: de gemachtigde), namens belanghebbende, bij de gemeente Heerlen een verzoek om informatie op grond van de Wob gedaan. Dit verzoek luidt, voor zover van belang, als volgt:

‘Ik verzoek u om ex artikel 1:3 Awb te besluiten om ons toe te zenden en ook daadwerkelijk toe te zenden alle documenten aangaande de volgende bestuurlijke aangelegenheid: de bijgevoegde mulderbeschikking of het transactievoorstel (…)

Indien u kosten in rekening wenst te brengen voor het verstrekken van de stukken, verzoeken wij u de stukken digitaal te verstrekken, zodat er geen kosten aan verbonden zijn. Dit verzoek doen wij op grond van artikel 7 lid 2 WOB. Indien aan de tegemoetkoming aan dit verzoek onverhoopt toch kosten verbonden zijn, verzoek ik u mij daarvan – voordat u dit WOB-verzoek in behandeling neemt – een begroting te geven.’

2.2.

Burgemeester en wethouders van Heerlen hebben het Wob-verzoek ingewilligd bij besluit van 6 maart 2013 en daarbij aan de gemachtigde zeventien geanonimiseerde fotokopieën van stukken toegezonden. Op pagina 2 van dit besluit wordt medegedeeld dat voor de verstrekte kopieën een bedrag van € 5,10 (17 x € 0,30) aan leges verschuldigd is en dat te dier zake over enkele dagen een acceptgiro en een heffingsbeschikking zal worden toegezonden.

2.3.

Met dagtekening 1 april 2013 is aan belanghebbende de aanslag opgelegd ten bedrage van € 5,10. De aanslag is gericht aan

‘ [D] BV. t.a.v. [A] [a-straat] 2 [postcode] [C] ’

en vermeldt als omschrijving:

‘Legeskosten inzake wob verzoek [belanghebbende] , uw kenmerk [kenmerk 1] , ons kenmerk [kenmerk 2] ’.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is het antwoord op de vraag of aan belanghebbende terecht en zo ja, tot het juiste bedrag, een aanslag leges is opgelegd.

Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend en voert daartoe – zakelijk weergegeven – de volgende grieven aan:

  1. De tenaamstelling van de aanslag is onjuist.

  2. In het Wob-verzoek is uitdrukkelijk het voorbehoud gemaakt voorafgaande aan het in behandeling nemen van het verzoek een begroting te geven van de eventuele kosten. De gemeente Heerlen heeft hier ten onrechte niet aan voldaan.

  3. Ten onrechte zijn twee nagenoeg dezelfde kopieën tweemaal in rekening gebracht.

  4. In het Wob-verzoek is uitdrukkelijk gevraagd om digitale kopieën en niet om papieren legesplichtige kopieën. De gemeente had zich aan dit verzoek moeten houden.

  5. De Heffingsambtenaar heeft ten onrechte niet de geforfaiteerde tarieven van het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur in rekening gebracht.

  6. In de legeskosten per kopie zijn ten onrechte de arbeidskosten van de kopiërende ambtenaar in rekening gebracht.

  7. In de legeskosten per kopie zijn ten onrechte ook andere kosten verwerkt dan die welke zien op de arbeidskosten van de kopiërende ambtenaar.

  8. Voor het in behandeling nemen van een Wob-verzoek is het heffen van leges niet mogelijk.

  9. Het gehanteerde tarief van € 0,30 per kopie is sowieso te hoog.

De Heffingsambtenaar is van mening dat de tenaamstelling van de aanslag leges correct is en de aanslag terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

3.3.

Belanghebbende concludeert in hoger beroep, naar het Hof begrijpt, primair tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de Heffingsambtenaar en tot vernietiging van de aanslag, dan wel subsidiair tot vermindering van de aanslag. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing