Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 28-04-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1697, 15/00613
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 28-04-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1697, 15/00613
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 28 april 2016
- Datum publicatie
- 8 augustus 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2016:1697
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2015:1221, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/00613
Inhoudsindicatie
IB/PVV 2009
Belanghebbende heeft (ook in hoger beroep) geen nadere onderbouwing gegeven waaruit zou volgen dat zij op haar drukkende uitgaven wegens ziekte en invaliditeit, respectievelijk voor specifieke zorgkosten heeft gedaan tot een hoger bedrag dan waarmee de Inspecteur reeds rekening heeft gehouden. Ook het beroep op het vertrouwens beginsel is door haar onvoldoende onderbouwd. Hoger beroep ongegrond.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 15/00613
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 26 februari 2015, nummer AWB 14/1870, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende de hierna te noemen aanslag.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 met dagtekening 5 december 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), aanslagnummer [aanslagnummer] , opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.683 (hierna: de aanslag). Het tegen de aanslag gemaakt bezwaar is bij uitspraak van de Inspecteur gedeeltelijk gegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 123. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 17 maart 2016 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, vergezeld van haar gemachtigde mevrouw [A] , advocaat te [B] , alsmede, namens de Inspecteur, de heer [C 1] en de heer [D] . Te dezer zitting zijn gezamenlijk doch niet gevoegd behandeld de hoger beroepszaken van belanghebbende met de kenmerknummers 15/00613 tot en met 15/00616.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV over het jaar 2009 een bedrag van € 22.312, betreffende uitgaven voor specifieke zorgkosten zoals bedoeld in artikel 6.1, lid 2, onderdeel d, van de Wet IB 2001 (hierna ook: de zorgkosten), als inkomen uit werk en woning in aanmerking genomen.
De Inspecteur heeft ter zake van de zorgkosten bij belanghebbende bewijsstukken opgevraagd. Op basis van de ingezonden stukken heeft de Inspecteur geconcludeerd, dat niet alle in de aangifte geclaimde uitgaven voor zorgkosten kunnen worden geaccepteerd.
Bij de vaststelling van de aanslag is rekening gehouden met een bedrag van € 3.087 aan persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten. In de bezwaarfase heeft de Inspecteur de specifieke zorgkosten verhoogd tot een bedrag van € 7.288, te specificeren als volgt: €
- -
-
Lidmaatschap Groene Kruis 14
- -
-
Nieuwe accu’s scooter 638
- -
-
VGZ ziekenvervoerkosten 89
- -
-
Verzekering scooter 59
- -
-
Dieetkosten allergie 1.821
- -
-
Vervoer [E] en rolstoelstreekvervoer 165
- -
-
Hoorapparaten controle/instellingen [F] 512
- -
-
Normbedrag voor extra kleding en beddengoed 300
Totaal 3.598Verhoging 113% 4.065 7.663Drempel 375Aftrekbaar 7.288.
Belanghebbende heeft kopieën van bankafschriften over 2009 overgelegd van haar [G-bankrekening] , waarop zij aantekeningen heeft gemaakt waarvoor bepaalde betalingen zouden zijn verricht.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de aftrek voor specifieke zorgkosten door de Inspecteur op het juiste bedrag is bepaald.
Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert in hoger beroep tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en van de Inspecteur en tot vermindering van het belastbaar inkomen uit werk en woning, waarbij rekening wordt gehouden met de niet geaccepteerde uitgaven voor specifieke zorgkosten. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.