Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-04-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1824, 17/00293

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-04-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1824, 17/00293

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
26 april 2018
Datum publicatie
15 juni 2018
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2018:1824
Formele relaties
Zaaknummer
17/00293
Relevante informatie
Wet ruimtelijke ordening [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] [Regeling ingetrokken per 2024-01-01] art. 3.1

Inhoudsindicatie

Aanslag leges. Naar het oordeel van het Hof heeft de gemeenteraad tijdig opnieuw een bestemmingsplan (het bestemmingsplan Buitengebied 2011) vastgesteld, zodat in het onderhavige geval de legessanctie van artikel 3.1, lid 4, van de Wet ruimtelijke ordening niet aan de orde is. Wat er na de vaststelling gebeurt, een aanwijzing van Gedeputeerde Staten en/of vernietiging door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State laat onverlet dat een bestemmingsplan door de gemeenteraad is vastgesteld. Het hoger beroep van belanghebbende is ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 17/00293

Uitspraak op het hoger beroep van

de heer [belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 23 maart 2017, nummer BRE 16/8586, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Loon op Zand,

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende de hierna te vermelden aanslag leges.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is op 28 december 2015 onder aanslagnummer [aanslagnummer] een aanslag leges opgelegd inzake de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de herbouw van zijn woning aan de [adres] 17 te [woonplaats] , naar een bedrag van € 4.339 (hierna: de aanslag). Bij uitspraak op bezwaar van 24 oktober 2016 heeft de Heffingsambtenaar de aanslag gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 16 maart 2018 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, zijn echtgenote en zijn gemachtigde [A] , verbonden aan [B] N.V., alsmede, namens de Heffingsambtenaar, [C] en [D] .

1.5.

Het Hof heeft aan het einde van deze zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

De Rechtbank heeft de volgende, in hoger beroep niet bestreden, feiten vastgesteld, welke feiten het Hof als vaststaand overneemt:

2.1.

Belanghebbende heeft op 4 november 2015 een aanvraag ingediend voor het herbouwen van zijn woning aan de [adres] 17 in [woonplaats] .

2.2.

Voor het perceel van belanghebbende gold het door de raad van de gemeente Loon op Zand vastgestelde bestemmingsplan ‘Buitengebied 1997’. Met betrekking tot het bij besluit van 15 december 2011 door de raad vastgestelde bestemmingsplan ‘Buitengebied 2011’ hebben gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant reactieve aanwijzingen als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) gegeven. Deze aanwijzingen strekken zich onder meer uit tot het perceel van belanghebbende. Tegen zowel het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad als het aanwijzingsbesluit van Gedeputeerde Staten is beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: RvS). De RvS heeft bij tussenuitspraak van 11 september 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1062 de gemeenteraad van Loon op Zand opgedragen om binnen zestien weken de in de uitspraak omschreven gebreken met betrekking tot het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011’ te herstellen.

2.3.

Naar aanleiding van de tussenuitspraak is bij besluit van 16 december 2013 door de gemeenteraad van Loon op Zand het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2011’ gewijzigd vastgesteld. De RvS heeft bij uitspraak van 24 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3463 het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2011’ voor wat betreft het perceel van belanghebbende vernietigd. De reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten is in stand gebleven.

2.4.

Bij besluit van 10 december 2015 heeft de gemeenteraad van Loon op Zand het bestemmingsplan ‘Herziening Buitengebied 2015’ vastgesteld.

2.5.

De Heffingsambtenaar heeft in verband met (onder meer) de aanvraag van de omgevingsvergunning bij nota van 28 december 2015 een bedrag van € 4.339 in rekening gebracht als leges. De leges bestaan uit: bouw- of verbouwactiviteiten € 3.915, publicatie van stukken € 31 en binnenplanse afwijking € 393. Het verschuldigde bedrag is vastgesteld met toepassing van de Tabel 2015 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015 van de Gemeente Loon op Zand (de Verordening).

2.6.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar de nota leges gehandhaafd.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de aanslag leges moet worden vernietigd omdat de legessanctie als bedoeld in artikel 3.1, lid 4 van de Wro van toepassing is.

Belanghebbende is van mening dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan. Partijen zijn het erover eens dat indien de legessanctie niet van toepassing is, de aanslag naar het juiste bedrag overeenkomstig de Verordening is opgelegd.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Ter zitting hebben zij hun standpunten nader toegelicht.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en de Heffingsambtenaar en vernietiging van de aanslag. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing