Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 04-06-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2102, 20-001584-17
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 04-06-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2102, 20-001584-17
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 4 juni 2019
- Datum publicatie
- 11 juni 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2019:2102
- Formele relaties
- Eerste aanleg:, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 20-001584-17
Inhoudsindicatie
Fiscale fraudezaak. De fiscale fraudekamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeelt de verdachte ter zake van het feitelijk leidinggeven aan het door zijn transportonderneming valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie, het opzettelijk gebruik maken van valse suppleties voor de omzetbelasting, het onjuist doen van aangiften omzetbelasting en het voorhanden hebben van onveraccijnsde diesel tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
Het doen van een onjuiste suppletie voor de omzetbelasting kan niet het strafbare feit opleveren van het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte, zoals strafbaar is gesteld bij artikel 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Bewijsoverwegingen over het valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie, het opzettelijk gebruik maken van valse suppleties, het opzettelijk indienen van onjuiste aangiften omzetbelasting, het opzettelijk voorhanden hebben van onveraccijnsde diesel en het feitelijk leidinggeven aan de verboden gedragingen.
Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Parketnummer : 20-001584-17
Uitspraak : 4 juni 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, van 15 mei 2017 in de strafzaak met parketnummer 02/996011-12 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum in het jaar] 1972,
wonende te [woonadres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank het onder feit 1, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde bewezen verklaard, dat gekwalificeerd als:- ‘medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging’ (feit 1);- ‘medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd’ (feit 2 primair);
- ‘medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en/of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd’ (feit 3) en- ‘medeplegen van opzettelijk een in artikel 5 van de Wet op de accijns opgenomen verbod overtreden, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd’ (feit 4),de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder feit 1, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte te dien aanzien zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde. Met betrekking tot hetgeen onder feit 4 aan de verdachte ten laste is gelegd heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het gerechtshof. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.[Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf de maand maart 2007 tot en met de maand december 2010 in de gemeente(n) Roosendaal en/of Steenbergen, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een deel van) de (bedrijfs-)administratie van de B.V., zijnde (dat deel van) die (bedrijfs-)administratie voornoemd (telkens) (een) (samenstel van) geschrift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers hebben/heeft de B.V. en/of (een of meer van) haar medeverdachte(n) toen daar (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven – in (dat deel van) die (bedrijfs-)administratie voornoemd, opgenomen en/of verwerkt, althans doen of laten opnemen en/of verwerken: - 12, in elk geval een of meer inkoopfactu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [EC] B.V., (telkens) gericht aan de B.V. (D-012a) en/of - 14, in elk geval een of meer inkoopfactu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [ISS] B.V., (telkens) gericht aan de B.V. (D-013a) en/of- 22, in elk geval een of meer inkoopfactu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [YBS] , (telkens) gericht aan de B.V. (D-014a en D-132) en/of - 5, in elk geval een of meer inkoopfactu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [T&TSR] , (telkens) gericht aan de B.V. (D-015), (telkens) ter zake de inkoop door de B.V. en/of de levering aan de B.V. van de op die factu(u)r(en) voornoemd vermelde goederen tegen de op die factu(u)r(en) vermelde prijzen/prijs, zulks terwijl in werkelijkheid (telkens) geen levering(en) aan de B.V. hebben/heeft plaatsgevonden door de/het op die factu(ur(en) vermelde bedrijven/bedrijf en/of tegen de op die factu(u)r(en) vermelde prijzen/prijs, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat (samenstel van) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende hij, verdachte (telkens) opdracht gegeven tot die/dat strafbare feit(en) en/of feitelijke leiding gegeven aan die verboden gedraging(en);
2. [Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van de maand maart 2008 tot en met de maand november 2010 in de gemeente(n) Roosendaal en/of Steenbergen, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) (suppletie)aangifte(n) voor de omzetbelasting over het/de jaar/jaren 2007 en/of 2008 en/of 2009 (D-124, D-125, D-126 en AH-055, par. 1.2, 2.2 en 3.2) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers hebben/heeft de B.V. en/of (een of meer van) haar medeverdachte(n) (telkens) opzettelijk op de/het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingeleverde (suppletie)aangiftebiljet(ten) omzetbelasting over genoemd(e) jaar/jaren (telkens) een te laag, althans onjuist bedrag aan omzetbelasting opgegeven, terwijl die/dat feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van de maand maart 2008 tot en met 3 juni 2012 in de gemeente(n) Roosendaal en/of Steenbergen, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, * (telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) (suppletie)aangiftebiljet(ten) voor de omzetbelasting over het/de jaar/jaren 2007 en/of 2008 en/of 2009 (D-124, D-125, D-126 en AH-055, par. 1.2, 2.2 en 3.2) – zijnde (telkens) (een) geschrift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen – als ware(n) die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken (telkens) hierin dat de B.V. en/of (een of meer van) haar medeverdachte(n) die/dat (suppletie)aangiftebiljet(ten) voornoemd (telkens) heeft/hebben ingezonden, althans ingediend bij de (bevoegde Inspecteur van) de Belastingdienst en/of * (telkens) opzettelijk (een) (afschrift(en) van) voornoemd(e) vals(e) of vervalst(e) (suppletie)aangiftebiljet(ten) voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl de B.V. en/of haar medeverdachte(n) (telkens) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat geschrift(en) (telkens) bestemd was/waren voor gebruik, als ware(n) die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat op die/dat (suppletie)aangiftebiljet(ten) voor de omzetbelasting en/of op die/dat afschrift(en) van die/dat (suppletie)aangiftebiljet(en) voor de omzetbelasting over genoemd(e) jaar/jaren (telkens) een te laag, althans onjuist bedrag aan belasting werd vermeld, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
3.[Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf de maand juni 2007 tot en met de maand juli 2010 in de gemeente(n) Roosendaal en/of Steenbergen en/of Apeldoorn, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (onder meer) (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het/de aangiftetijdvak(ken) 2e kwartaal 2007 (D-018) en/of 4e kwartaal 2007 (D-020) en/of mei 2008 (D-023) en/of oktober 2008 (D-028) en/of maart 2009 (D-033) en/of 3e kwartaal 2009 (D-037) en/of 2e kwartaal 2010 (D-040), onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, immers heeft/hebben de B.V. en/of (een of meer van) haar medeverdachte(n) (telkens) opzettelijk op de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingeleverde aangifte(n) omzetbelasting over genoemd(e) aangiftetijdvak(ken) (telkens) een te laag, althans een onjuist, bedrag aan omzetbelasting opgegeven, terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
4.[Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 januari 2008 tot en met 12 maart 2012 in de gemeente Roosendaal en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk een accijnsgoed, te weten (telkens) een of meer hoeveelheid/hoeveelheden diesel brandstof tot een totaal van ongeveer 635.457,70 liter, in elk geval een of meer hoeveelheid/hoeveelheden diesel brandstof (D-145), voorhanden heeft/hebben gehad, dat/die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing was/waren betrokken, hebbende hij, verdachte, (telkens) opdracht gegeven tot dat/die strafbare feit(en) en/of (telkens) feitelijke leiding gegeven aan die verboden gedraging(en).
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van het onder feit 2 primair ten laste gelegde
De verdachte staat ingevolge hetgeen onder feit 2 primair aan hem ten laste is gelegd terecht ter zake van het feitelijk leidinggeven aan het door [Transportonderneming verdachte] B.V. al dan niet in vereniging opzettelijk doen van onjuiste ‘suppletieaangiften’ over de jaren 2007, 2008 en 2009.
Het hof stelt dienaangaande vast dat een suppletie voor de omzetbelasting geen aangifte is in de zin der wet. In dat verband heeft het hof acht geslagen op de parlementaire geschiedenis bij de invoering van enkele belastingwetten en enige andere wetten (overige fiscale maatregelen 2012), waarin het volgende is opgenomen:
“De suppletie is juridisch gezien geen aangifte en ontbeert elke wettelijke grondslag. De Belastingdienst merkt deze suppleties aan als een verzoek om het opleggen van een naheffingsaanslag of als een (meestal te laat) bezwaar tegen de eigen aangifte.” 1
Uit de brief van de staatssecretaris van Financiën van 23 april 2007 komt eenzelfde beeld naar voren.2 In deze brief is namelijk, voor zover te dezen van belang, het volgende vermeld:
“(...) Hoe dient een belastingplichtige te handelen, indien hij na de voldoening of afdracht van belasting op aangifte constateert dat hij daarbij te weinig belasting heeft betaald? Dient hij het te weinig betaalde dan uit eigen beweging alsnog te betalen? Zo ja, moet daarbij dan niet een (aangifte) worden gedaan, gegeven het feit dat de belastingwet hem verplicht om de verschuldigde belasting "op aangifte" te betalen?
Kernpunt daarbij is dat een suppletieaangifte geen aangifte is in juridische zin, maar dat – zonder dat daarbij strijd ontstaat met het door de wetgever in de AWR gekozen stelsel – sprake is van hetzij een verzoek om een naheffingsaanslag (bij te weinig betaalde belasting), hetzij een bezwaar tegen de eigen aangifte (bij te veel betaalde belasting). Ingeval een belastingplichtige te weinig belasting heeft betaald, is hij in verzuim en kan hij op grond van de AWR niet opnieuw een gewone aangifte doen. Alleen een naheffingsaanslag biedt dan de mogelijkheid om de juiste belasting te betalen, waarbij deze aanslag alleen wordt opgelegd zonder verzuimboete indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. (...).” 3
Een suppletie is ook niet gebaseerd op een uitnodiging tot het doen van aangifte als bedoeld in artikel 6 en 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.4
Gelet op het voorgaande kan het doen van een onjuiste suppletie derhalve niet het strafbare feit opleveren van het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte, zoals strafbaar is gesteld bij artikel 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Mitsdien kan evenmin wettig en overtuigend worden bewezen dat [Transportonderneming verdachte] B.V. onjuiste aangiften heeft gedaan, aan welke verboden gedragingen de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven, zodat de verdachte zal worden vrijgesproken van hetgeen onder feit 2 primair aan hem ten laste is gelegd.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1, feit 2 subsidiair, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.[Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', in de periode vanaf de maand maart 2007 tot en met de maand december 2010 in de gemeente(n) Roosendaal en/of Steenbergen, opzettelijk (een deel van) de bedrijfsadministratie van de B.V., zijnde dat deel van die bedrijfsadministratie voornoemd een samenstel van geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft de B.V. toen daar opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid in (dat deel van) die bedrijfsadministratie voornoemd, doen of laten opnemen en/of verwerken: - 12 inkoopfacturen, volgens factuuropdruk afkomstig van [EC] B.V., gericht aan de B.V. en - 14 inkoopfacturen, volgens factuuropdruk afkomstig van [ISS] B.V., gericht aan de B.V. en- 22 inkoopfacturen, volgens factuuropdruk afkomstig van [YBS] , gericht aan de B.V. en - 5 inkoopfacturen, volgens factuuropdruk afkomstig van [T&TSR] , gericht aan de B.V., telkens ter zake de inkoop door de B.V. en de levering aan de B.V. van de op die facturen voornoemd vermelde goederen tegen de op die facturen vermelde prijzen, zulks terwijl in werkelijkheid telkens geen levering aan de B.V. heeft plaatsgevonden door de op die facturen vermelde bedrijven en tegen de op die facturen vermelde prijzen, zulks met het oogmerk om dat samenstel van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende hij, verdachte feitelijke leiding gegeven aan die verboden gedraging;
2. [Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op tijdstippen in de periode van de maand maart 2008 tot en met 3 juni 2012 in de gemeente(n) Roosendaal en/of Steenbergen, althans in Nederland, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse suppletie voor de omzetbelasting over het jaar 2007 en 2008 en 2009 – zijnde telkens een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat de B.V. die suppletie voornoemd telkens heeft ingezonden, althans ingediend bij de bevoegde Inspecteur van de Belastingdienst, bestaande die valsheid telkens hierin dat op die suppletie voor de omzetbelasting over genoemde jaren een onjuist bedrag aan belasting werd vermeld, aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte telkens feitelijke leiding heeft gegeven;
3.[Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op tijdstippen in de periode vanaf de maand juni 2007 tot en met de maand juli 2010 in de gemeente(n) Roosendaal en/of Steenbergen en/of Apeldoorn, althans in Nederland, telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de omzetbelasting over de aangiftetijdvakken 2e kwartaal 2007 en 4e kwartaal 2007 en mei 2008 en oktober 2008 en maart 2009 en 3e kwartaal 2009 en 2e kwartaal 2010 onjuist heeft gedaan, immers heeft de B.V. telkens opzettelijk op de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingeleverde aangiften omzetbelasting over genoemde aangiftetijdvakken een onjuist bedrag aan omzetbelasting opgegeven, terwijl dat feit telkens ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte telkens feitelijke leiding heeft gegeven;
4.[Transportonderneming verdachte] B.V., verder te noemen 'de B.V.', op tijdstippen in de periode van 19 januari 2008 tot en met 12 maart 2012 in de gemeente Roosendaal en/of elders in Nederland, telkens opzettelijk een accijnsgoed, te weten hoeveelheden diesel voorhanden heeft gehad, die telkens niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken, hebbende hij, verdachte, telkens feitelijke leiding gegeven aan die verboden gedragingen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
A.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten. Daartoe is – op de gronden zoals nader in de pleitnota verwoord – in de kern het volgende aangevoerd.
De verdachte hield zich in de praktijk met name bezig met de uitvoerende zaken binnen [Transportonderneming verdachte] B.V. Hij bestuurde en repareerde vrachtwagens, zorgde soms voor het tanken van diesel, maar heeft geen actieve bemoeienis gehad met de administratie en belastingaangiften van het bedrijf. In dit verband heeft de raadsman gewezen op de getuigenverklaring van [administratief medewerkster] , voormalig administratief medewerkster bij [Transportonderneming verdachte] B.V., waaruit hetzelfde beeld naar voren komt. Verdachte is verder een tijdje uit de roulatie geweest, toen hij in detentie zat.
Medeverdachte [medeverdachte 1] (na echtscheiding van de verdachte thans genaamd: [medeverdachte 1] ), medeverdachte (en boekhouder van de B.V.) [boekhouder/medeverdachte 2] , alsmede [medewerker] , medewerker van [Transportonderneming verdachte] B.V., hebben jegens de verdachte belastend verklaard. In de visie van de verdediging kan aan die verklaringen echter geen geloof worden gehecht, omdat [medeverdachte 1] en [medewerker] enerzijds hun eigen rol in de onderhavige strafbare feiten trachten te bagatelliseren en anderzijds omdat zij de onderneming van [Transportonderneming verdachte] B.V. hebben voortgezet in de onderneming [nieuwe transportonderneming medeverdachten] B.V. Zij zijn degenen die fout bezig zijn geweest en de schuld vervolgens bij verdachte neerleggen, aldus de verdediging.