Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-07-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2849, 18/00608

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-07-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2849, 18/00608

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
25 juli 2019
Datum publicatie
28 oktober 2019
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2019:2849
Formele relaties
Zaaknummer
18/00608

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslag parkeerbelasting. Het instellen van een parkeerschijf op het tijdstip van aankomst is een voorwaarde voor de vrijstelling van betaald parkeren. Dat volgt uit de verordening en de aanwezige bebording. Dat belanghebbende de parkeerschijf onjuist heeft ingesteld komt voor zijn rekening en risico. De verklaringen van belanghebbende, zijn echtgenote en enkele derden doen er niet aan af dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Kenmerk: 18/00608

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg (hierna: de Rechtbank) van 28 september 2018, nummer AWB 18/792, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg,

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende de hierna vermelde aanslag.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van € 62,30 (hierna: de naheffingsaanslag). Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. De griffier van de Rechtbank heeft een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. De griffier heeft een griffierecht geheven van € 126. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 18 juli 2019 te ‘s-Hertogenbosch.

Partijen zijn met kennisgeving aan het Hof niet verschenen.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

Op 26 november 2017 stond de auto van belanghebbende met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) geparkeerd op een gehandicaptenparkeerplaats aan de Walramstraat te Sittard. Dit is een parkeerplaats waar tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd. Tot de gedingstukken behoren foto’s waaruit volgt dat op de aanwezige bebording bij de desbetreffende gehandicaptenparkeerplaats staat ‘Gratis parkeren voor max. 3 uur’. Dit bord is voorzien van een afbeelding van een parkeerschijf.

2.2.

Op 26 november 2017 om 14:07 uur heeft de parkeercontroleur aan belanghebbende de naheffingsaanslag opgelegd, die bestaat uit een bedrag van € 1,30 aan verschuldigde belasting en € 61 aan kosten naheffing. Uit de tot de stukken van het geding behorende foto’s van de parkeercontroleur volgt dat een geldige Europese Gehandicaptenparkeerkaart en een parkeerschijf die is ingesteld op 15:30 uur achter de voorruit van de auto geplaatst waren.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing