Hoge Raad, 24-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:101, 19/04075
Hoge Raad, 24-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:101, 19/04075
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 januari 2020
- Datum publicatie
- 24 januari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:101
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2019:2849
- Zaaknummer
- 19/04075
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/04075
Datum 24 januari 2020
ARREST
In de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE SITTARD-GELEEN
op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 25 juli 2019, nr. 18/00608, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg (nr. AWB 18/792) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.