Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 11-01-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:77, 17/00617
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 11-01-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:77, 17/00617
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 11 januari 2019
- Datum publicatie
- 27 maart 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2019:77
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2017:4240, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 17/00617
Inhoudsindicatie
Zonnepanelen en omvormers vormen samen één bedrijfsmiddel. De aanschaffingskosten van de zonnepaneleninstallatie kan niet worden afgeboekt op de HIR, omdat niet aannemelijk is dat de zonnepaneleninstallatie in maximaal tien jaar pleegt te worden afgeschreven.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 17/00617
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 18 juli 2017, nummer BRE 16/4145, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende de hierna vermelde aanslag.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 81.143 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.361. Gelijktijdig is bij beschikking een bedrag van € 1.495 aan belastingrente in rekening gebracht. De aanslag IB/PVV 2013 is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 80.392. Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is ongewijzigd gebleven. De beschikking belastingrente is dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd behoudens de beslissing omtrent de kostenvergoeding voor de bezwaarfase, de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 80.288, de beschikking belastingrente dienovereenkomstig verminderd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 990 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoedt.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 23 augustus te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende en zijn gemachtigde [gemachtigde] , alsmede, namens de Inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .
Belanghebbende heeft vóór de zitting een pleitnota toegezonden aan het Hof en door tussenkomst van de griffier aan de wederpartij, welke pleitnota met instemming van partijen wordt geacht ter zitting te zijn voorgedragen.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:
Belanghebbende drijft samen met zijn echtgenote een akkerbouwbedrijf in de vorm van een vennootschap onder firma onder de naam [A Vof] (hierna: de vof). Belanghebbende en zijn echtgenote zijn ieder voor 50% gerechtigd tot de winst van de vof.
In 2009 en 2010 hebben belanghebbende en zijn echtgenote (onder andere) melkquota verkocht en ter zake van de boekwinst een herinvesteringsreserve (HIR) gevormd.
In 2013 heeft de vof een zonnepaneleninstallatie aangeschaft voor € 68.040 (excl. BTW). De installatie bestaat uit 221 zonnepanelen, drie omvormers en bijbehorende accessoires (montagesysteem ten behoeve van de plaatsing van de zonnepalen op het dak, groepenkast, kabels en stekkers) (hierna: de zonnepaneleninstallatie). De zonnepanelen leveren per stuk 240 watt piek en zijn middels een rails geplaatst op het dak van een schuur die behoort tot het ondernemingsvermogen. De zonnepaneleninstallatie is op 19 juni 2013 in gebruik genomen.
Met betrekking tot de zonnepaneleninstallatie zijn de volgende garanties afgegeven:
- 12 jaar fabrieksgarantie op de zonnepanelen;
- 10 jaar fabrieksgarantie op de omvormers;
- 20 jaar fabrieksgarantie op het montagesysteem;
- vermogensgarantie paneel: 90% na 10 jaar;
- vermogensgarantie paneel: 80% na 25 jaar.
Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV 2013 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.147 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.361. Hierbij heeft belanghebbende de kosten van de aangekochte zonnepaneleninstallatie afgeboekt op de ten tijde van de verkoop van de melkquota gevormde HIR.
De Inspecteur is bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2013 afgeweken van de aangifte. De Inspecteur heeft de belastbare winst als volgt gecorrigeerd:
Aangegeven belastbare winst |
€ 37.317 |
Vrijval HIR melkquotum |
€ 34.020 + |
Hogere dotatie FOR |
€ 2.631 -/- |
Hogere MKB-winstvrijstelling |
€ 4.393 -/- |
Belastbare winst |
€ 64.313 |
Hierbij is geen rekening gehouden met enige afschrijving op de zonnepaneleninstallatie. Het belastbare inkomen uit werk en woning is vastgesteld op € 81.143 en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen op € 20.361.
Bij de uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2013 als volgt verminderd:
Vastgestelde belastbare winst |
€ 64.313 |
Hogere afschrijving zonnepaneleninstallatie |
€ 991 -/- |
Lagere dotatie FOR |
€ 120 + |
Lagere MKB-winstvrijstelling |
€ 122 + |
Belastbare winst na bezwaar |
€ 63.562 |
Bij de berekening van de hiervoor vermelde afschrijving op de zonnepaneleninstallatie die de Inspecteur alsnog heeft toegestaan, is hij uitgegaan van de volgende uitgangspunten. De Inspecteur heeft van de aanschafprijs € 10.000 toegerekend aan de omvormers en het resterende bedrag, € 58.040, aan de zonnepanelen. Voor zowel de omvormers als de zonnepanelen is de Inspecteur uitgegaan van een restwaarde van nihil. De afschrijvingstermijn van de zonnepanelen heeft de Inspecteur vastgesteld op 25 jaar en de afschrijvingstermijn van de omvormers op tien jaar. Het daaruit voorvloeiende afschrijvingspercentage van 4,88% per jaar voor de gehele zonnepaneleninstallatie is afgerond tot 5% per jaar (een afschrijvingstermijn van 20 jaar). De Inspecteur is bij voornoemde berekening uitgegaan van een schatting. De Inspecteur heeft in de bezwaarfase verzocht om overlegging van de factuur van de zonnepaneleninstallatie. Deze factuur is door belanghebbende pas in de beroepsfase overgelegd. Het belastbare inkomen uit werk en woning is in de uitspraak op bezwaar vastgesteld op € 80.392.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
I. Vormen de zonnepanelen en de omvormers twee afzonderlijke bedrijfsmiddelen?
II. Heeft de Inspecteur de afschrijvingstermijn van de zonnepaneleninstallatie ten onrechte op twintig jaar gesteld?
Belanghebbende is van mening dat deze vragen bevestigend moeten worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken waarvan de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar, tot een aanslag IB/PVV berekend naar – voor zover van belang – een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.147 en tot dienovereenkomstige vermindering van de beschikking belastingrente. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.