Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-03-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1076, 19/00298
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-03-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1076, 19/00298
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 27 maart 2020
- Datum publicatie
- 27 maart 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:1076
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2019:1960, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 19/00298
Inhoudsindicatie
Het hof is van oordeel dat belanghebbenden de vereiste aangifte hebben gedaan. Op grond van de normale bewijslastregels komt vast te staan dat erflater in 2013 niet in Nederland woonde. Er kan dan niet gezegd worden dat belanghebbenden met het indienen van een aangiftebiljet voor een buitenlandse belastingplichtige niet de vereiste aangifte hebben gedaan. Ook ziet het hof geen aanleiding voor omkering en verzwaring van de bewijslast, omdat de volgens de aangifte verschuldigde belasting zowel op zichzelf beschouwd als verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting. Dat belanghebbenden zich ten tijde van het doen van aangifte bewust waren van de gebreken in de aangifte is door de inspecteur niet gesteld en ook niet gebleken.
Verder is de woonplaats van de erflater in geschil. Het hof is van oordeel dat de erflater in 2013 niet in Nederland woonde.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 19/00298
Uitspraak op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 26 april 2019, nummer BRE 17/8127, in het geding tussen
[belanghebbende] ,
domicilie kiezende in [plaats 1] ,
hierna: belanghebbenden,
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2013 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Belanghebbenden hebben bezwaar gemaakt.
De inspecteur heeft in de uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbenden hebben tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.
De inspecteur heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. Belanghebbenden hebben een verweerschrift ingediend.
Belanghebbenden hebben (op grond van artikel 8:58 Algemene wet bestuursrecht) vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.
De zitting heeft plaatsgevonden op 19 februari 2020 te ‘s-Hertogenbosch.
Op deze zitting zijn verschenen belanghebbenden en hun gemachtigde, [gemachtigde] en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] . Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaak en de zaken met nummers 19/00324 en 19/00325.
Beide partijen hebben tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij. Belanghebbenden hebben daarnaast nog een verklaring van [A] overgelegd. Als bijlage bij de pleitnota van de inspecteur is een uitdraai uit het systeem Beheer van Relaties (BvR) gevoegd met de woonadressen van [B] . Partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen de overlegging van de stukken door de andere partij.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.
2 Feiten
Wijlen [erflater] (hierna: [erflater] ) is geboren op [geboortedatum] 1951 in [plaats 2] . [erflater] had de Nederlandse nationaliteit.
[erflater] stond met ingang van 6 februari 1995 ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (thans: Basisregistratie Personen). Vanaf 9 juni 2008 tot aan zijn overlijden stond [erflater] ingeschreven op het adres [adres 1] , [postcode 1] [plaats 2] . In de periode 1995 tot 9 juni 2008 stond [erflater] op andere adressen in Nederland ingeschreven. Vanaf 29 april 1996 tot 10 april 2014 is gebruik gemaakt van een postadres in [plaats 3] respectievelijk [plaats 4] . Vanaf 10 april 2014 wordt gebruikt gemaakt van een verplicht toezendadres in [plaats 4] .
[erflater] is gehuwd geweest met de Keniaanse [C] . Dit huwelijk is in 2002 ontbonden. Vervolgens is [erflater] op 22 februari 2007 gehuwd met [de echtgenote] (hierna: [de echtgenote] ). Ook [de echtgenote] heeft de Keniaanse nationaliteit. [de echtgenote] stond in de periode 30 januari 2009 tot 25 juni 2015 ingeschreven op hetzelfde adres als [erflater] (zie 2.2). [erflater] en [de echtgenote] waren in 2013 nog gehuwd, maar hun huwelijk was op dat moment al duurzaam ontwricht geraakt. [erflater] had in Kenia een verzoek tot echtscheiding ingediend. In het kader van die echtscheidingsprocedure heeft de advocaat van [de echtgenote] op 20 februari 2013 een brief gestuurd aan de advocaat van [erflater] . In die brief staat onder meer het volgende:
“My client told me that your client had informed the immigration services of the Netherlands that he is now residing is Ghana and that their marriage is final. His written statement had consequences for her residence permit and her right to stay in the Netherlands.
My client handed me documents of the divorce procedure you have issued in Kenya. She handed me a Notice of Appeal dated 28th June 2012 which she needs to sign.
My client only wants to cooperate (sign Notice of Appeal) if your client agrees to the following conditions:
In order for my client to have of a residence permit and have a permanent stay in the Netherlands, I would like your client to send a formal letter to the Immigration offices in the Netherlands (IND), stating that his first statement was false, that the marriage is still on, that they are in fact still living together but that he is only on business in Kenya which is why he is travelling between both Kenya and the Netherlands.
The written statement should be send to my office first and afterwards to the IND.
After I receive his statement, my client will sign the declaration.”.
Vanaf 2012 had [erflater] een relatie met [D] , een Zuid-Afrikaanse die in Kenia woont en werkt.
[erflater] had drie broers en één zus. Twee broers woonden in Nederland, de andere broer verbleef in Zambia en Kenia. De zus verbleef afwisselend in Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en Kenia. [erflater] had een dochter die in Nederland woont. Van 21 mei 2013 tot 4 januari 2014 stond de dochter ingeschreven op hetzelfde adres als [erflater] .
[erflater] genoot in het onderhavige jaar geen inkomen uit een (vroegere) dienstbetrekking in Nederland.
[erflater] hield diverse bankrekeningen in Nederland aan. Voor alle portefeuilles, bank- en spaarrekeningen geldt dat [erflater] als enige daartoe gerechtigd was. Het saldo op 31 december 2012 respectievelijk 31 december 2013 bedroeg:
Bankrekening |
Saldo 31-12-2012 |
Saldo 31-12-2013 |
[rekeningnummer 1] |
€ 16.297 |
€ 68.900 |
[rekeningnummer 2] |
€ 5.702 |
€ 4.043 |
[rekeningnummer 3] |
€ 93 |
€ 93 |
[rekeningnummer 4] |
€ 187 |
€ 175 |
[rekeningnummer 5] |
€ 1.385 |
€ 4.269 |
[rekeningnummer 6] |
- |
€ 17.051 |
[rekeningnummer 7] |
€ 2.347 |
€ 3.365 |
[rekeningnummer 8] |
€ 7.488 |
€ 3.694 |
[nummer 1] (KAS BANK) |
€ 540.762 |
€ 543.133 |
[nummer 1] (KAS) |
€ 5.536 |
- |
[nummer 2] (ABN AMRO) |
€ 517.044 |
€ 481.497 |
Totaal |
€ 1.096.841 |
Van twee van deze rekeningen, [rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 7] heeft de inspecteur de mutaties in 2013 overgelegd.
Verder hield [erflater] één of meerdere bankrekeningen in Kenia aan.
[erflater] was (mede-)eigenaar van in Nederland gelegen onroerende zaken. Het betreft de volgende onroerende zaken:
[adres 2] , [postcode 2] [plaats 2] |
100% eigendom |
[adres 1] , [postcode 1] [plaats 2] |
100% eigendom |
[adres 3] , [postcode 1] [plaats 2] |
100% eigendom |
[adres 4] , [postcode 1] [plaats 2] |
50% eigendom |
[adres 5] , [postcode 2] [plaats 2] |
50% eigendom |
[adres 6] , [postcode 2] [plaats 2] |
50% eigendom |
[adres 7] , [postcode 2] [plaats 2] |
50% eigendom |
[adres 8] , [postcode 2] [plaats 2] |
33,33% eigendom |
Met uitzondering van [adres 1] heeft [erflater] de onroerende goederen waarvan hij de volledige eigendom had, verkregen van zijn vader.
Het vermogen van [erflater] werd beheerd door een vermogensbeheerder.
[erflater] dreef sinds 1993 een onderneming in Kenia, genaamd [de onderneming] . De onderneming hield zich bezig met de exploitatie van een vakantieresort in Kenia. De jaarstukken over 2011 en 2012 zijn overgelegd.
Tot de stukken van het geding behoren twee verklaringen van de ‘ [E] ’ waarin staat:
“29th November 2017
To Whom It May Concern,
Re: [erflater] (...)
(…)
Kindly be informed that the above referred person, according to our records residing at Kilakitu Cottages, Hse nr. 5, Beach Road in [L] , has been a PIN registered resident of Kenya, effective 12 January 2002 and has met all tax obligations since then. He has filed all relevant tax returns up to 2014 and paid all taxes as provided by the law and is therefore tax compliant.”.
en
“29th November 2017
To Whom It May Concern,
Re: [de onderneming] (…)
Kindly be informed that the above referred company of P.O. Box [nummer 3] , Registered office address: [adres 9] , [F] , [G] , Mombasa, operated by [erflater] (Shareholder/Director), has been a resident PIN registered company effective 17 November 1993 and has met all tax obligations since then. The company has filed all relevant tax returns up to 2014 and paid all taxes as provided by the law and is therefore tax compliant.”.
Een kopie van het paspoort van [erflater] is overgelegd. De stempels die in het paspoort zijn geplaatst, laten reisbewegingen van en naar Kenia zien. Ook is in het paspoort meerdere keren een ‘re-entry pass’ opgenomen. De stempels en ‘re-entry passes’ zien op de periode 2005 tot en met 2014. Ook zijn diverse vliegtickets overgelegd.
In het verweerschrift in hoger beroep is een tijdspad opgenomen voor het jaar 2013:
“Januari 2013: Kenia
Februari 2013: Kenia
Maart 2013: reis van 2 ½ week door Europa met zijn Keniaanse levenspartner, als volgt:
3 maart 2013: Turkish Airlines Mombasa naar Istanbul - verbleven in [hotel 1] (met mevrouw [D] )
4 maart 2013: verbleven in Istanbul in [hotel 1]
5 maart 2013: Turkish Airlines Istanbul naar Amsterdam
6 maart - 8 maart 2013: huis [adres 10] niet beschikbaar, gelogeerd in het appartement van mw. [J]
9 maart 2013: Vlucht Amsterdam naar Kopenhagen - verbleven in Hotel [hotel 2]
10 maart 2013: Kopenhagen terug naar Amsterdam - verbleef in het appartement van mw. [J]
11 maart tot 17 maart 2013: met de auto door Nederland en België gereisd
18 maart 2013: Turkse luchtvaartmaatschappijen Amsterdam - Istanbul - Mombasa
April 2013: Kenia
Mei 2013: Kenia
Juni 2013: Kenia
Juli 2013 : Kenia
Augustus 2013 :
Aankomst 29 juli in Nederland aangekomen en rond 29 augustus weer vertrokken. Voor onderzoeken en uitslagen.
29 August 2013: AMS naar Londen (verblijf zuster)
September 2013 : Londen
30 september terug naar Kenia
Oktober 2013; Kenia/Londen
26 OKT Londen - Amsterdam (alleen als overstap:)
26 OKT Amsterdam - Nairobi
27 OKT Nairobi - Mombasa
November 2013: Kenia
begin december Nairobi - Londen
15 dec vanaf Londen naar AMS.
15 December 2013 Amsterdam naar Nairobi
20 December 2013: KQ Mombasa - Nairobi - Johannesburg (verbleven bij ouders van zijn vriendin, [D] )
28 December 2013: KQ Johannesburg - Nairobi – Mombasa”.
Het dossier bevat (onder andere) de volgende verklaringen:
- Een verklaring van [K] , director revenue van ‘County Government of Kwale’ van 11 september 2017. Die verklaring luidt als volgt:
“Please be informed that Mr. [erflater] , born [geboortedatum] , 1951 has been registered in our Records without interruption as a permanent, PIN registered resident of the District of Kwale since May 1st, 1993, being domiciled at the address [L] and he has since 1993 been subject to all applicable local taxes and levies.
Mr. [erflater] ’s status as a resident, and that of his domiciliation at the above address, has never been recorded in our books as anything else but permanent”.
- Een verklaring van [M] van ‘ [N] ’ van 24 oktober 2014. Die verklaring luidt als volgt:
“This is to confirm that [erflater] has been a permanent resident of [L] , Kenya for at least the past 20 years that I’ve known him intimately. Over all these years and until well into 2014, he has been a regular customer and visitor of my establishment [N] and he has become a personal friend of me and many other regular customers.
I can attest to the fact that he lived here through the whole year during all those years. He was never absent from Kenya for more than the occasional holiday, and had a very active social life that was completely centered on the [L] community. He was a member of my diving club, making dives all through the year and visiting the club on a practically weekly basis.”.
- Een verklaring van [O] , ‘Netherlands honorary consul in Mombasa’. Die verklaring luidt als volgt:
“l have known [erflater] as a personnel friend for over ten years to have his residence at Kila Kitu located off the [L] Road Kwale District.”
- Een verklaring van [P] van 7 oktober 2014. De verklaring luidt als volgt:
“Naar aanleiding van ons telefoongesprek bevestig ik hiermee dat ik gedurende verscheidene jaren, zeker vanaf het jaar 2002, als postadres van de heer [erflater] te hebben gefunctioneerd.
De werkzaamheden bestonden uit:
- het verwerken van de inkomende en uitgaande post
- het controleren van bankafschriften
- het uitvoeren van betalingen
- en verder alles wat men zoal tegenkomt
Ongeveer lx per jaar kwam de heer [erflater] langs om diverse zaken te bespreken.”.
Door de inspecteur zijn diverse notariële aktes overgelegd. In die notariële aktes staat als woonplaats van [erflater] telkens ‘ [plaats 2] ’ vermeld. Door de inspecteur is tevens een verklaring van [erflater] aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) overgelegd, inhoudende dat [erflater] in Nederland woont.
[erflater] was in Nederland verzekerd voor de ziektekosten. [erflater] was langdurig ziek en maakte in Nederland gebruik van de gezondheidszorg. Daarnaast werd [erflater] medisch behandeld in het Verenigd Koninkrijk en Kenia.
[erflater] heeft twee uiterste wilsbeschikkingen laten opmaken. De eerste uiterste wilsbeschikking is op 23 augustus 2013 verleden voor een notaris in Nederland. De tweede uiterste wilsbeschikking ziet op de bestanddelen van de nalatenschap die zich in het buitenland bevinden. In de eerste uiterste wilsbeschikking zijn belanghebbenden, twee broers van [erflater] , als legatarissen aangewezen.
[erflater] is op 20 augustus 2014 in [plaats 2] overleden.
Op 28 februari 2014 is [erflater] uitgenodigd tot het doen van aangifte IB/PVV 2013.
Op 21 juli 2015 is aan belanghebbenden een herinnering voor het doen van aangifte IB/PVV 2013 verzonden.
Op 22 juli 2015 hebben belanghebbenden een aangifte IB/PVV 2013 ingediend waarin staat vermeld dat [erflater] in 2013 het gehele jaar woonachtig is geweest in Kenia, hij in Nederland enkel premieplichtig was en over onroerende zaken heeft beschikt die tot het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen kunnen worden gerekend tot een bedrag van € 701.942.
De onder 2.19 vermelde aangifte is door de inspecteur niet in behandeling genomen omdat belanghebbenden waren uitgenodigd tot het doen van een aangifte IB/PVV voor een binnenlandse belastingplichtige en zij een aangifte voor een buitenlandse belastingplichtige hebben ingediend.
Belanghebbenden zijn aangemaand tot het doen van aangifte IB/PVV 2013 in de brief van de inspecteur van 29 september 2015.
Met dagtekening 11 mei 2017 is de aanslag IB/PVV 2013 ambtshalve opgelegd. Daarbij is de inspecteur uitgegaan van binnenlandse belastingplicht en heeft hij het belastbare inkomen uit sparen en beleggen vastgesteld op € 1.798.783.
De inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2013 in de uitspraak op bezwaar gehandhaafd.
De rechtbank heeft de aanslag IB/PVV 2013 verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.190.711.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
I. Hebben belanghebbenden de vereiste aangifte gedaan?
II. Woonde [erflater] in 2013 in Nederland?
De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar. Belanghebbenden concluderen tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.