Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-03-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1083, 19/00324 en 19/00325
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-03-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1083, 19/00324 en 19/00325
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 27 maart 2020
- Datum publicatie
- 27 maart 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:1083
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2019:1937, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 19/00324 en 19/00325
Inhoudsindicatie
Het hof is van oordeel dat belanghebbenden de vereiste aangifte hebben gedaan. Indien de ingediende aangifte niet toerekenbaar is aan belanghebbenden dan kan de bewijslast niet worden omgekeerd en verzwaard, omdat de aanslagen zijn opgelegd voordat de termijn voor het doen van aangifte is verstreken. Indien de ingediende aangifte toerekenbaar is aan belanghebbenden, is er geen sprake van een aangifte waar de volgens de aangifte verschuldigde belasting zowel op zichzelf beschouwd als verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting. Dat is immers alleen het geval indien de erflater ten tijde van zijn overlijden of in de tien jaren daaraan voorafgaand in Nederland heeft gewoond. Het hof is van oordeel dat dit niet het geval is.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummers: 19/00324 en 19/00325
Uitspraak op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 26 april 2019, nummers BRE 18/5436 en BRE 18/5437, in het geding tussen
[belanghebbende 1] ,
wonend in [woonplaats 1] ,
hierna: belanghebbende 1,
en [belanghebbende 2] ,
wonend in [woonplaats 2] ,
hierna: belanghebbende 2,
hierna samen aangeduid als belanghebbenden,
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende 1 en belanghebbende 2 een aanslag erfbelasting (hierna: de aanslagen) opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente (hierna: rentebeschikking) in rekening gebracht.
Belanghebbenden hebben bezwaar gemaakt.
De inspecteur heeft in de uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbenden hebben tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard.
De inspecteur heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. Belanghebbenden hebben een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben (op grond van artikel 8:58 Algemene wet bestuursrecht) vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de andere partij.
Op 7 februari heeft het hof aan belanghebbende 2, in de zaak met nummer 19/00325, een brief gestuurd. Een kopie van deze brief is diezelfde dag naar de inspecteur gestuurd.
De zitting heeft plaatsgevonden op 19 februari 2020 te ‘s-Hertogenbosch.
Op deze zitting zijn verschenen belanghebbenden en hun gemachtigde, [gemachtigde] en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] . Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaken en de zaak met nummer 19/00298.
Beide partijen hebben tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij. Belanghebbenden hebben daarnaast nog een verklaring van [A] overgelegd. Als bijlage bij de pleitnota van de inspecteur is een uitdraai uit het systeem Beheer van Relaties (BvR) gevoegd met de woonadressen van [B] . Partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen de overlegging van de stukken door de andere partij.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.
2 Feiten
Wijlen [erflater] (hierna: [erflater] ) is geboren op [geboortedatum] 1951 in [plaats 2] . [erflater] had de Nederlandse nationaliteit.
[erflater] stond met ingang van 6 februari 1995 ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (thans: Basisregistratie Personen). Vanaf 9 juni 2008 tot aan zijn overlijden stond [erflater] ingeschreven op het adres [adres 1] , [postcode 1] [plaats 2] . In de periode 1995 tot 9 juni 2008 stond [erflater] op andere adressen in Nederland ingeschreven. Vanaf 29 april 1996 tot 10 april 2014 is gebruik gemaakt van een postadres in [plaats 3] respectievelijk [plaats 4] . Vanaf 10 april 2014 wordt gebruikt gemaakt van een verplicht toezendadres in [plaats 4] .
[erflater] is gehuwd geweest met de Keniaanse [C] . Dit huwelijk is in 2002 ontbonden. Vervolgens is [erflater] op 22 februari 2007 gehuwd met [de echtgenote] (hierna: [de echtgenote] ). Ook [de echtgenote] heeft de Keniaanse nationaliteit. [de echtgenote] stond in de periode 30 januari 2009 tot 25 juni 2015 ingeschreven op hetzelfde adres als [erflater] (zie 2.2). [erflater] en [de echtgenote] waren in 2013 nog gehuwd, maar hun huwelijk was op dat moment al duurzaam ontwricht geraakt. [erflater] had in Kenia een verzoek tot echtscheiding ingediend. In het kader van die echtscheidingsprocedure heeft de advocaat van [de echtgenote] op 20 februari 2013 een brief gestuurd aan de advocaat van [erflater] . In die brief staat onder meer het volgende:
“My client told me that your client had informed the immigration services of the Netherlands that he is now residing is Ghana and that their marriage is final. His written statement had consequences for her residence permit and her right to stay in the Netherlands.
My client handed me documents of the divorce procedure you have issued in Kenya. She handed me a Notice of Appeal dated 28th June 2012 which she needs to sign.
My client only wants to cooperate (sign Notice of Appeal) if your client agrees to the following conditions:
In order for my client to have of a residence permit and have a permanent stay in the Netherlands, I would like your client to send a formal letter to the Immigration offices in the Netherlands (IND), stating that his first statement was false, that the marriage is still on, that they are in fact still living together but that he is only on business in Kenya which is why he is travelling between both Kenya and the Netherlands.
The written statement should be send to my office first and afterwards to the IND.
After I receive his statement, my client will sign the declaration.”.
Vanaf 2012 had [erflater] een relatie met [D] , een Zuid-Afrikaanse die in Kenia woont en werkt.
[erflater] had drie broers en één zus. Twee broers woonden in Nederland, de andere broer verbleef in Zambia en Kenia. De zus verbleef afwisselend in Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en Kenia. [erflater] had een dochter die in Nederland woont. Van 21 mei 2013 tot 4 januari 2014 stond de dochter ingeschreven op hetzelfde adres als [erflater] .
[erflater] genoot in het jaar van zijn overlijden en in de tien daaraan voorafgaande jaren geen inkomen uit een (vroegere) dienstbetrekking in Nederland.
[erflater] hield diverse bankrekeningen in Nederland aan. Voor alle portefeuilles, bank- en spaarrekeningen geldt dat [erflater] als enige daartoe gerechtigd was. Het saldo op 31 december 2012 respectievelijk 31 december 2013 bedroeg:
Bankrekening |
Saldo 31-12-2012 |
Saldo 31-12-2013 |
[rekeningnummer 1] |
€ 16.297 |
€ 68.900 |
[rekeningnummer 2] |
€ 5.702 |
€ 4.043 |
[rekeningnummer 3] |
€ 93 |
€ 93 |
[rekeningnummer 4] |
€ 187 |
€ 175 |
[rekeningnummer 5] |
€ 1.385 |
€ 4.269 |
[rekeningnummer 6] |
- |
€ 17.051 |
[rekeningnummer 7] |
€ 2.347 |
€ 3.365 |
[rekeningnummer 8] |
€ 7.488 |
€ 3.694 |
[nummer 1] (KAS BANK) |
€ 540.762 |
€ 543.133 |
[nummer 1] (KAS) |
€ 5.536 |
- |
[nummer 2] (ABN AMRO) |
€ 517.044 |
€ 481.497 |
Totaal |
€ 1.096.841 |
Van twee van deze rekeningen, [rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 7] heeft de inspecteur de mutaties in 2013 overgelegd.
Verder hield [erflater] één of meerdere bankrekeningen in Kenia aan.
[erflater] was (mede-)eigenaar van in Nederland gelegen onroerende zaken. Het betreft de volgende onroerende zaken:
[adres 2] , [postcode 2] [plaats 2] |
100% eigendom |
[adres 1] , [postcode 1] [plaats 2] |
100% eigendom |
[adres 3] , [postcode 1] [plaats 2] |
100% eigendom |
[adres 4] , [postcode 1] [plaats 2] |
50% eigendom |
[adres 5] , [postcode 2] [plaats 2] |
50% eigendom |
[adres 6] , [postcode 2] [plaats 2] |
50% eigendom |
[adres 7] , [postcode 2] [plaats 2] |
50% eigendom |
[adres 8] , [postcode 2] [plaats 2] |
33,33% eigendom |
Met uitzondering van [adres 1] heeft [erflater] de onroerende goederen waarvan hij de volledige eigendom had, verkregen van zijn vader.
Het vermogen van [erflater] werd beheerd door een vermogensbeheerder.
[erflater] dreef sinds 1993 een onderneming in Kenia, genaamd [de onderneming] . De onderneming hield zich bezig met de exploitatie van een vakantieresort in Kenia. De jaarstukken over 2011 en 2012 zijn overgelegd.
Tot de stukken van het geding behoren twee verklaringen van de ‘ [E] ’ waarin staat:
“29th November 2017
To Whom It May Concern,
Re: [erflater] (...)
(…)
Kindly be informed that the above referred person, according to our records residing at [L] , has been a PIN registered resident of Kenya, effective 12 January 2002 and has met all tax obligations since then. He has filed all relevant tax returns up to 2014 and paid all taxes as provided by the law and is therefore tax compliant.”.
en
“29th November 2017
To Whom It May Concern,
Re: [de onderneming] (…)
Kindly be informed that the above referred company of P.O. Box [nummer 3] , Registered office address: [adres 9] , [F] , [G] Road, Mombasa, operated by [erflater] (Shareholder/Director), has been a resident PIN registered company effective 17 November 1993 and has met all tax obligations since then. The company has filed all relevant tax returns up to 2014 and paid all taxes as provided by the law and is therefore tax compliant.”.
Een kopie van het paspoort van [erflater] is overgelegd. De stempels die in het paspoort zijn geplaatst, laten reisbewegingen van en naar Kenia zien. Ook is in het paspoort meerdere keren een ‘re-entry pass’ opgenomen. De stempels en ‘re-entry passes’ zien op de periode 2005 tot en met 2014. Ook zijn diverse vliegtickets overgelegd. In het verweerschrift in hoger beroep is een tijdspad opgenomen voor het jaar 2013:
“Januari 2013: Kenia
Februari 2013: Kenia
Maart 2013: reis van 2 ½ week door Europa met zijn Keniaanse levenspartner, als volgt:
3 maart 2013: Turkish Airlines Mombasa naar Istanbul - verbleven in [hotel 1] (met mevrouw [D] )
4 maart 2013: verbleven in Istanbul in [hotel 1]
5 maart 2013: Turkish Airlines Istanbul naar Amsterdam
6 maart - 8 maart 2013: huis [adres 10] niet beschikbaar, gelogeerd in het appartement van mw. [J]
9 maart 2013: Vlucht Amsterdam naar Kopenhagen - verbleven in [hotel 2]
10 maart 2013: Kopenhagen terug naar Amsterdam - verbleef in het appartement van mw. [J]
11 maart tot 17 maart 2013: met de auto door Nederland en België gereisd
18 maart 2013: Turkse luchtvaartmaatschappijen Amsterdam - Istanbul - Mombasa
April 2013: Kenia
Mei 2013: Kenia
Juni 2013: Kenia
Juli 2013 : Kenia
Augustus 2013 :
Aankomst 29 juli in Nederland aangekomen en rond 29 augustus weer vertrokken. Voor onderzoeken en uitslagen.
29 August 2013: AMS naar Londen (verblijf zuster)
September 2013 : Londen
30 september terug naar Kenia
Oktober 2013; Kenia/Londen
26 OKT Londen - Amsterdam (alleen als overstap:)
26 OKT Amsterdam - Nairobi
27 OKT Nairobi - Mombasa
November 2013: Kenia
begin december Nairobi - Londen
15 dec vanaf Londen naar AMS.
15 December 2013 Amsterdam naar Nairobi
20 December 2013: KQ Mombasa - Nairobi - Johannesburg (verbleven bij ouders van zijn vriendin, [D] )
28 December 2013: KQ Johannesburg - Nairobi – Mombasa”.
Het dossier bevat (onder andere) de volgende verklaringen:
- Een verklaring van [K] , director revenue van ‘County Government of Kwale’ van 11 september 2017. Die verklaring luidt als volgt:
“Please be informed that [erflater] , born [geboortedatum] , 1951 has been registered in our Records without interruption as a permanent, PIN registered resident of the District of Kwale since May 1st, 1993, being domiciled at the address [L] and he has since 1993 been subject to all applicable local taxes and levies.
Mr. [erflater] ’s status as a resident, and that of his domiciliation at the above address, has never been recorded in our books as anything else but permanent”.
- Een verklaring van [M] van ‘ [N] ’ van 24 oktober 2014. Die verklaring luidt als volgt:
“This is to confirm that [erflater] has been a permanent resident of [L] , Kenya for at least the past 20 years that I’ve known him intimately. Over all these years and until well into 2014, he has been a regular customer and visitor of my establishment [N] and he has become a personal friend of me and many other regular customers.
I can attest to the fact that he lived here through the whole year during all those years. He was never absent from Kenya for more than the occasional holiday, and had a very active social life that was completely centered on the [L] community. He was a member of my diving club, making dives all through the year and visiting the club on a practically weekly basis.”.
- Een verklaring van [O] , ‘Netherlands honorary consul in Mombasa’. Die verklaring luidt als volgt:
“l have known [erflater] as a personnel friend for over ten years to have his residence at [L] .”
- Een verklaring van [P] van 7 oktober 2014. De verklaring luidt als volgt:
“Naar aanleiding van ons telefoongesprek bevestig ik hiermee dat ik gedurende verscheidene jaren, zeker vanaf het jaar 2002, als postadres van de heer [erflater] te hebben gefunctioneerd.
De werkzaamheden bestonden uit:
- het verwerken van de inkomende en uitgaande post
- het controleren van bankafschriften
- het uitvoeren van betalingen
- en verder alles wat men zoal tegenkomt
Ongeveer lx per jaar kwam de heer [erflater] langs om diverse zaken te bespreken.”.
Door de inspecteur zijn diverse notariële aktes overgelegd. In die notariële aktes staat als woonplaats van [erflater] telkens ‘ [plaats 2] ’ vermeld. Door de inspecteur is tevens een verklaring van [erflater] aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) overgelegd, inhoudende dat [erflater] in Nederland woont.
[erflater] was in Nederland verzekerd voor de ziektekosten. [erflater] was langdurig ziek en maakte in Nederland gebruik van de gezondheidszorg. Daarnaast werd [erflater] medisch behandeld in het Verenigd Koninkrijk en Kenia.
[erflater] heeft twee uiterste wilsbeschikkingen laten opmaken. De eerste uiterste wilsbeschikking is op 23 augustus 2013 verleden voor een notaris in Nederland. De tweede uiterste wilsbeschikking ziet op de bestanddelen van de nalatenschap die zich in het buitenland bevinden. In de eerste uiterste wilsbeschikking zijn belanghebbenden, twee broers van [erflater] , als legatarissen aangewezen.
[erflater] is op 20 augustus 2014 in [plaats 2] overleden.
Op 17 oktober 2014 is een uitnodiging tot het doen van aangifte erfbelasting verzonden naar het adres dat door de contactpersoon (de gemachtigde) is opgegeven. De uiterste datum voor het doen van aangifte is gesteld op 19 april 2015.
Op 23 mei 2015 wordt schriftelijk verzocht om uitstel voor het indienen van een aangifte. In die brief is - onder meer - opgenomen:
“De heer [erflater] was woonachtig in het buiteland en laat geen in Nederland belaste erfdelen na zodat een voorlopige aanslag niet nodig is.”.
In een brief van 29 mei 2015 deelt de inspecteur mede dat uitstel voor het doen van aangifte wordt verleend tot 15 juni 2015.
Op 13 juli 2015 wordt een systeem-aanmaning tot het doen van aangifte naar de gemachtigde verzonden.
Naar aanleiding van de systeem-aanmaning en een telefoongesprek met de inspecteur heeft de contactpersoon op 10 augustus 2015 een brief naar de inspecteur verstuurd waarin onder meer is opgenomen:
“De heer [erflater] is sinds begin jaren negentig woonachtig in Kenia. Hij was daar woonachtig en tevens als inwoner belastingplichtig. Er zijn in Nederland geen bezittingen die vallen onder de heffing van Nederlandse erfbelasting.”.
Met deze brief is een aangiftebiljet erfbelasting retour gezonden waarin melding wordt gemaakt van drie erfgenamen en bij ‘gegevens erfgenaam 1’ is vermeld ‘ [de echtgenote] ’. Als contactpersoon en executeur staat belanghebbende 1 genoemd. De namen van belanghebbenden zijn niet opgenomen bij de gegevens van de erfgenamen.
De inspecteur heeft bij brief van 18 augustus 2015 aan de contactpersoon bericht dat er een aangifte erfbelasting moet worden ingediend onder verwijzing naar de Successiewet 1956 (hierna: SW) en artikel 4 Algemene wet inzake rijksbelasting (hierna: AWR).
Op 31 mei 2017 heeft de inspecteur belanghebbenden aangeschreven en verzocht de aangifte erfbelasting vóór 1 juli 2017 in te dienen. De brief heeft als onderwerp ‘AANGIFTE LAATSTE AANMANING’. Gewezen wordt op het gevolg van het niet (tijdig) doen van aangifte, namelijk dat ambtshalve een aanslag wordt opgelegd.
Aan belanghebbenden zijn aanslagen erfbelasting opgelegd met dagtekening 27 juni 2017. De aanslagen zijn ambtshalve opgelegd. De inspecteur gaat voor elk van belanghebbenden uit van een verkrijging van € 1.000.000. Het bedrag van elke aanslag is, inclusief belastingrente, € 423.128.
De inspecteur heeft de aanslagen in de uitspraken op bezwaar gehandhaafd.
De rechtbank heeft de aanslagen en de rentebeschikkingen vernietigd.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
I. Hebben belanghebbenden de vereiste aangifte gedaan?
II. Zijn de aanslagen erfbelasting terecht opgelegd?
De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar. Belanghebbenden concluderen tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.