Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1125, 19/00518
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1125, 19/00518
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 2 april 2020
- Datum publicatie
- 6 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:1125
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2019:3103, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 19/00518
Inhoudsindicatie
Naheffing MRB terecht, omdat de auto tijdens de schorsing geparkeerd stond op de openbare weg. Geen sprake van afwezigheid van alle schuld. Verzuimboete door inspecteur gematigd omdat parkeren op openbare weg buiten medeweten van belanghebbende heeft plaatsgevonden. Het hof ziet – anders dan de rechtbank – geen reden voor een verdergaande matiging.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 19/00518
Uitspraak op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 12 juli 2019, nummer BRE 18/3177 in het geding tussen
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft een naheffingsaanslag motorijtuigenbelasting over de periode 10 januari 2017 tot en met 8 november 2017 opgelegd. Tevens is bij beschikking een boete opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.
De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar wat betreft de boete gegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.
De inspecteur heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. Belanghebbende heeft geen verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 11 maart 2020 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .
Belanghebbende is niet verschenen. De griffier heeft verklaard dat zij belanghebbende bij brief van 4 februari 2020 heeft uitgenodigd voor de zitting met vermelding van datum, plaats en tijdstip van de zitting. Deze brief, met nummer [nummer] , is aangetekend verzonden naar het door belanghebbende opgegeven adres. Tot de gedingstukken behoort een kopie van de lijst van aangetekende verzendbewijzen en een schermprint van de statusinformatie van het verzendbewijs. Hieruit volgt dat de uitnodiging voor de zitting op 5 februari 2020 op het door belanghebbende opgegeven adres is afgeleverd.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende stond in de periode 9 mei 2016 tot en met 11 februari 2018 als houder van het motorrijtuig [kenteken] (hierna: de auto) ingeschreven in het kentekenregister van de RDW. De geldigheid van het kentekenbewijs is geschorst van 10 januari 2017 tot en met 9 januari 2018.
Belanghebbende heeft de auto tijdens de schorsing gestald bij een garage. De garagehouder heeft de auto op 4 november 2017 buiten medeweten van belanghebbende op de openbare weg geparkeerd. Dit is geconstateerd bij een controle.
De inspecteur heeft een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd van € 727. Ook is bij beschikking een boete opgelegd van € 727. Bij uitspraak op bezwaar is de naheffingsaanslag gehandhaafd, maar is de boete verminderd tot € 363, omdat het weggebruik zonder medeweten van belanghebbende heeft plaatsgevonden.
De rechtbank heeft de naheffingsaanslag gehandhaafd en de boete verder verminderd tot € 181.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de rechtbank de boete terecht heeft verminderd naar € 181.
De inspecteur is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.