Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-11-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:3550, 19/00358

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-11-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:3550, 19/00358

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
19 november 2020
Datum publicatie
24 november 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:3550
Formele relaties
Zaaknummer
19/00358

Inhoudsindicatie

Tweede wrakingsverzoek op dezelfde gronden als het eerste (afgewezen) wrakingsverzoek. Beroep op betalingsonmacht door een stichting. Het hof heeft het tweede wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld vanwege evident misbruik dat belanghebbende van het wrakingsmiddel maakt. Het hof heeft het verzoek om ontheffing van het betalen van het griffierecht in verband met betalingsonmacht toegewezen. Inhoudelijk gaat het geschil over twee naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting. Deze naheffingsaanslagen blijven ook in hoger beroep in stand.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 19/00358

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 4 juli 2019, nummer BRE 17/6660 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Met dagtekening 5 juli 2017 is aan belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd van € 32 (aanslagnummer [aanslagnummer] ). Met dagtekening 6 juli 2017 is een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd van € 42 (aanslagnummer [aanslagnummer] .2).

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak van 20 oktober 2017 de naheffingsaanslagen gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 13 februari 2020 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord namens belanghebbende [A] (hierna: [A] ), bestuurder van belanghebbende, alsmede, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

1.5.

Belanghebbende heeft op deze zitting een verzoek gedaan om wraking, als bedoeld in artikel 8:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), van mr. V.M. van Daalen-Mannaerts, mr. P.C. van der Vegt en mr. M.M. de Werd, die zijn belast met de behandeling van het hoger beroep. In verband hiermede is het onderzoek ter zitting geschorst.

1.6.

Bij beslissing van de wrakingskamer van 10 augustus 2020 is het verzoek om wraking afgewezen.

1.7.

Het onderzoek ter zitting is daarna op 8 oktober 2020 hervat in de stand waarin het zich bevond voordat belanghebbende het wrakingsverzoek deed. Op deze nadere zitting zijn verschenen en gehoord namens belanghebbende, [A] , alsmede, namens de inspecteur, [inspecteur 3] en [inspecteur 2] .

1.8.

Belanghebbende heeft direct na aanvang van deze zitting wederom een verzoek gedaan om wraking van dezelfde raadsheren als genoemd in 1.5. Op hierna te vermelden gronden is het hof aan dat verzoek voorbij gegaan.

1.9.

Het hof heeft aan het einde van de nadere zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende was in de periode van 6 april 2012 tot en met 8 mei 2017, houder van een auto met kenteken [kenteken] (hierna: de auto). De geldigheid van het kenteken was in elk geval geschorst van 29 juni 2015 tot 29 juni 2016 en van 29 juni 2016 tot 6 april 2017.

2.2.

Met dagtekening 3 april 2017 heeft belanghebbende van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) een tenaamstellingscode ontvangen ten behoeve van de auto, zijnde ‘ [code 1] ’. Met dagtekening 7 april 2017 is een tweede deel van de tenaamstellingscode verzonden, zijnde ‘- [code 2] ’.

2.3.

In de toelichting van RDW staat: “Bij de kentekencard hoort een unieke code: de tenaamstellingscode. Deze code bestaat uit 9 cijfers. Het eerste deel van de code ontvangt u tijdens de overschrijving. Het tweede deel zit bij de kentekencard die de RDW u toestuurt.”.

In de toelichting van RDW met betrekking tot het aanvragen van een nieuwe tenaamstellingscode staat dat bij aanvraag van een nieuwe tenaamstellingscode een nieuwe 9-cijferige tenaamstellingscode wordt ontvangen waarbij de vorige tenaamstellingscode komt te vervallen.

2.4.

Belanghebbende heeft een rekening motorrijtuigenbelasting ontvangen over het tijdvak 6 april 2017 tot en met 19 april 2017. Deze rekening is niet tijdig betaald.

2.5.

Belanghebbende heeft een rekening motorrijtuigenbelasting ontvangen over het tijdvak 20 april 2017 tot en met 19 juli 2017. Deze rekening is niet tijdig betaald.

2.6.

De auto is op 9 mei 2017 verkocht. In verband hiermee heeft belanghebbende een creditnota motorrijtuigenbelasting ontvangen voor de periode van 9 mei 2017 tot en met 19 juli 2017.

2.7.

Met dagtekening 5 juli 2017 heeft belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting ontvangen van € 32 inzake de onder 2.4 genoemde rekening. Met dagtekening 6 juli 2017 heeft belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting ontvangen van € 42 inzake de onder 2.5 genoemde rekening na correctie met de creditnota. Per saldo is de motorrijtuigenbelasting nageheven over de periode 6 april 2017 tot 9 mei 2017.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslagen terecht en tot het juiste bedrag aan belanghebbende zijn opgelegd.

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de inspecteur bevestigend.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en van de naheffingsaanslagen. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing