Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 31-12-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:4093, 19/00575
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 31-12-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:4093, 19/00575
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 31 december 2020
- Datum publicatie
- 15 januari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:4093
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:5334, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:1531
- Zaaknummer
- 19/00575
Inhoudsindicatie
Verwijzingszaak Hoge Raad. Toerekening van compensabele omzetbelasting moet plaatsvinden aan de hand van de lastenraming. De heffingsambtenaar maakt het bedrag aan compensabele omzetbelasting voor een deel aannemelijk. Het beroep van belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen. Dat geldt ook voor belanghebbendes standpunt dat de gemeente artikel 9 van de Kaderrichtlijn Water niet (tijdig) of onjuist heeft geïmplementeerd. De aanslag rioolbelasting 2013 wordt verminderd, omdat de Verordening rioolheffing 2013 ten aanzien van belanghebbende partieel onverbindend is.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 19/00575
Uitspraak op het hoger beroep van
de heffingsambtenaar van de gemeente Menterwolde (thans: gemeente Midden Groningen), hierna: de heffingsambtenaar,
en het voorwaardelijk incidentele hoger beroep van
[belanghebbende] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (hierna: de rechtbank) van 6 december 2016, nummers LEE 14/2689 en 14/5298, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende aanslagen in de rioolheffing 2013 en 2014 opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.
De heffingsambtenaar heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard1.
De heffingsambtenaar heeft tegen deze uitspraak hoger beroep en belanghebbende heeft voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De heffingsambtenaar heeft het incidentele hoger beroep van belanghebbende beantwoord. Het gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd.2
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Menterwolde heeft tegen deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Bij arrest van 27 september 2019, nr. 19/01561, ECLI:NL:HR:2019:1424 (hierna: het verwijzingsarrest) heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigd, maar uitsluitend voor zover deze de aanslag in de rioolheffing 2013 betreft en het geding naar dit hof verwezen ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad.
Naar aanleiding van het verwijzingsarrest hebben de heffingsambtenaar en belanghebbende achtereenvolgens een conclusie ingediend.
De heffingsambtenaar en belanghebbende hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de wederpartij.
De zitting heeft met behulp van digitale communicatiemiddelen plaatsgevonden op 4 september 2020 te ‘s- Hertogenbosch. Tijdens de zitting zijn gehoord namens de heffingsambtenaar [A] , bijgestaan door [B] , en namens belanghebbende, [C] , bijgestaan door [D] .
Belanghebbende heeft vóór de zitting een pleitnota toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota doorgestuurd naar de heffingsambtenaar. Deze pleitnota wordt met instemming van partijen geacht ter zitting te zijn voorgelezen.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Belanghebbende is een woningcorporatie. Zij was bij het begin van belastingjaar 2013 genothebbende krachtens eigendom van de percelen ter zake waarvan bij de onderhavige aanslag rioolheffing is geheven.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag. Hierbij heeft belanghebbende diverse stukken bij de heffingsambtenaar opgevraagd ter verkrijging van inzicht in de geraamde baten en lasten die ten grondslag liggen aan de rioolheffing voor, onder meer, het jaar 2013.
In de begroting van de gemeente Menterwolde voor het jaar 2013 (pagina 65) zijn ter zake van de rioolheffing voor het jaar 2013 de volgende lasten geraamd:
Riolering (gemengde stelsels) |
843.502 |
Riolering (huishoudelijk/bedrijfsafvalwater) |
76.228 |
Riolering afvloeiend hemelwater |
54.870 |
Rioolgemalen |
267.526 |
50% kolkenzuigen/vegen wegen |
32.225 |
Mutatie egalisatiereserve |
155.560 |
Lasten |
1.429.911 |
Hierbij is het volgende vermeld:
“In het verbreed Gemeentelijk rioleringsplan is een meerjarige calculatie gemaakt van de kosten van onderhoud en instandhouding van de gemeentelijke riolering en daaraan gekoppeld de ontwikkeling van het tarief van het rioolrecht.
Het vGRP is o.a. gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
a. Streven naar een constante heffing (exclusief inflatiecorrectie)
b. Instellen van een egalisatiereserve, teneinde tariefschommelingen te beperken
c. In 4 jaar groeien naar het maximaal constante tarief
d. Nieuwe rioolinvesteringen afschrijven in 20 jaar
Op basis van deze uitgangspunten is berekend dat het rioolrecht in 4 jaar tijd – zonder prijsstijgingen – zal stijgen naar € 271 volgens onderstaand overzicht:
2012 € 233,85
2013 € 246,23
2014 € 258,61
2015 € 271,00
Ten opzichte van het jaar 2012 stijgen de lasten van de gemeentelijke riolering, inclusief de kostenplaatsen met een bedrag van € 49.790. Deze kostenstijging dient gecompenseerd te worden in het tarief.
De ontwikkeling van het tarief is dan als volgt:
Tarief 2012 € 233,85
Stijging o.b.v. vGRP € 12,38
Tarief 2013 o.b.v. vGRP € 246,23
Stijging a.g.v. kostenstijgingen € 8,93
Tarief 2013 na vGRP en kostenstijgingen € 255,16”
De geraamde baten uit de rioolheffing bedragen volgens de gemeentebegroting (pagina 63) voor het jaar 2013 € 1.428.910.
3 Geschil en conclusies van partijen
In geschil is of de aanslag rioolheffing 2013 terecht aan belanghebbende is opgelegd. Het geschil betreft, mede gelet op het tot heden onbehandelde (voorwaardelijk) incidentele hoger beroep van belanghebbende, het antwoord op de volgende deelvragen:
I. Is de Verordening rioolheffing 2013 van de gemeente Menterwolde geheel dan wel partieel onverbindend omdat de opbrengstlimiet uit artikel 229b, lid 1, van de Gemeentewet is overschreden?
II. Heeft de gemeente Menterwolde in strijd met het gelijkheidsbeginsel gehandeld door met betrekking tot bepaalde percelen een begunstigend beleid te voeren door geen aanslagen rioolheffing op te leggen, terwijl belanghebbende voor alle percelen in de heffing wordt betrokken?
III. Heeft de gemeente Menterwolde artikel 9 van de Kaderrichtlijn Water (hierna: de KRW) niet, niet tijdig, dan wel onjuist geïmplementeerd?
De heffingsambtenaar concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep en ongegrondverklaring van het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en primair ongegrondverklaring van het beroep en subsidiair vermindering van de aanslag rioolheffing 2013 met 2,5% respectievelijk 3,6%.
Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.