Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-06-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1894, 20/00326 tot en met 20/00333
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 15-06-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1894, 20/00326 tot en met 20/00333
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 15 juni 2022
- Datum publicatie
- 5 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2022:1894
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2020:1718, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 20/00326 tot en met 20/00333
Inhoudsindicatie
BPM-procedure over naheffingsaanslag die betrekking heeft op acht personenauto’s. In deze procedure spelen diverse (formele) geschilpunten. Eén van de geschilpunten is of de herleidingmethode toegepast kan worden. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Het hof vermindert de naheffingsaanslag voor zover die ziet op auto’s 1 en 8. Dit heeft te maken met toepassing van artikel 10b Wet BPM 1992.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummers: 20/00326 tot en met 20/00333
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) 9 april 2020, nummers BRE 17/7781 en 18/7707 tot en met 18/7713, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur,
en
de minister van Justitie en Veiligheid,
hierna: de minister.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende de naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) (hierna: de naheffingsaanslag) opgelegd. De naheffingsaanslag heeft betrekking op de navolgende personenauto’s die hierna worden aangeduid als auto’s 1 tot en met 8:
Auto |
Merk en type |
Laatste vier cijfers VIN |
1 |
Ferrari F12 6.3 Berlinetta |
[VIN-nummer 1] |
2 |
BMW 2-serie Gran Tourer 216d Sport 7p |
[VIN-nummer 2] |
3 |
Ferrari 458 4.5 V8 Spider |
[VIN-nummer 3] |
4 |
Land Rover Range Rover 4.4 SDV8 Autobiograph |
[VIN-nummer 4] |
5 |
Audi A6 Avant 4.0 TFSI S6 Q PL+ |
[VIN-nummer 5] |
6 |
BMW Alpina B7 Biturbo Lang Allrad |
[VIN-nummer 6] |
7 |
Mercedes-Benz SLS Coupé 6.3 AMG |
[VIN-nummer 7] |
8 |
Ferrari F12 6.3 Berlinetta |
[VIN-nummer 8] |
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag.
De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan, het bezwaar gegrond verklaard voor zover het is gericht tegen de naheffing ter zake van auto’s 2, 4, 5 en 7 en het bezwaar voor het overige ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. Het hof heeft de navolgende nummers aan het hoger beroep toegekend:
Auto |
Nummer RB |
Nummer hof |
1 |
BRE 17/7881 |
20/00326 |
2 |
BRE 18/7707 |
20/00327 |
3 |
BRE 18/7708 |
20/00328 |
4 |
BRE 18/7709 |
20/00329 |
5 |
BRE 18/7710 |
20/00330 |
6 |
BRE 18/7711 |
20/00331 |
7 |
BRE 18/7712 |
20/00332 |
8 |
BRE 18/7713 |
20/00333 |
Het hof heeft, evenals de rechtbank, ten onrechte een zaaknummer aangemaakt voor auto 7, omdat de naheffing ter zake van deze auto bij uitspraak op bezwaar is verminderd tot nihil.
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.
De zitting heeft plaatsgevonden op 8 maart 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen namens belanghebbende haar bestuurder, [A] vergezeld door [B] en haar gemachtigde, [gemachtigde] , alsmede, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] . Op deze zitting zijn gelijktijdig met de onderhavige zaken, maar niet gevoegd, de zaken met de nummers 20/00362 tot en met 20/00372 behandeld.
Belanghebbende en de inspecteur hebben tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.
Het hof heeft het onderzoek in de zaken met de nummers 20/00326 en 20/00333 bij brief van 15 maart 2022 heropend en de inspecteur in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op een nader aangeduide passage uit de pleitnota van belanghebbende.
De inspecteur heeft bij brief van 22 maart 2022 van deze gelegenheid gebruikgemaakt. Belanghebbende heeft hier bij brief van 5 april 2022 op gereageerd.
Het hof heeft vervolgens bepaald dat een nadere zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een nadere zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk medegedeeld dat het onderzoek is gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van auto 1 aangifte BPM gedaan op 7 januari 2016. Datum eerste toelating is 18 oktober 2012. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 19.515. Bij berekening van de afschrijving is gebruik gemaakt van een koerslijst van XRay behorende bij een Mercedes CL65AMG. In de aangifte wordt de zogenoemde Scandinavische rekenmethode toegepast. Dit heeft tot gevolg dat gerekend wordt met een CO₂-uitstoot van 350 gram per kilometer. Op het Duitse kentekenbewijs is de CO₂-uitstoot vastgesteld op 380 gram per kilometer.
Ter zake van de registratie van auto 2 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 5 januari 2016. De datum eerste toelating is 8 juni 2015. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 2.834. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.
Ter zake van de registratie van auto 3 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 13 januari 2016. Datum eerste toelating is 1 augustus 2014. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 28.974. De afschrijving is, met uitzondering van de afschrijving op de opties, gebaseerd op een koerslijst van Eurotaxglass’s behorende bij een voertuig van hetzelfde merk en type. De afschrijving op de opties is gebaseerd op het gemiddelde van twee koerslijsten behorende bij een ander merk en type voertuig. Belanghebbende heeft een correctie op de koerslijstwaarden toegepast aangezien het een parallel ingevoerde auto betreft.
Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van auto 4 aangifte BPM gedaan op 14 januari 2016. Dit betreft een parallel ingevoerde auto met datum eerste toelating 20 augustus 2015. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 22.419. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.
Ter zake van de registratie van auto 5 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 18 januari 2016. De datum eerste toelating is 8 februari 2013. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 4.664. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.
Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van auto 6 aangifte BPM gedaan op 25 januari 2016. Datum eerste toelating is 3 juni 2011. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 7.902. Afschrijving heeft plaatsgevonden op een herrekend bruto BPM-bedrag dat belanghebbende heeft herleid uit een historische koerslijst van Autotelex Pro behorende bij een BMW 750iL. Afschrijving heeft plaatsgevonden aan de hand van de forfaitaire tabel.
Op 27 januari 2016 heeft belanghebbende ter zake van de registratie van auto 7 aangifte BPM gedaan. Het op de aangifte verschuldigde BPM-bedrag is € 21.448.
Ter zake van de registratie van auto 8 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan op 27 januari 2016. Datum eerste toelating is 16 september 2013. Het op de aangifte te betalen BPM-bedrag is € 22.953. Bij berekening van de afschrijving is gebruik gemaakt van een koerslijst van XRay behorende bij een Mercedes CL65AMG. In de aangifte wordt de zogenoemde Scandinavische rekenmethode toegepast. Dit heeft tot gevolg dat gerekend wordt met een CO₂-uitstoot van 350 gram per kilometer. Op het Duitse kentekenbewijs is de CO₂-uitstoot vastgesteld op 380 gram per kilometer.
Belanghebbende heeft de op de hierboven genoemde aangiften verschuldigde BPM-bedragen voldaan.
Met dagtekening 19 oktober 2016 heeft de inspecteur de naheffingsaanslag van € 67.212 opgelegd. Dit betreft een naheffing ter zake van de auto’s 1 tot en met 8. Uitgesplist naar de diverse auto bedraagt het nageheven BPM-bedrag:
Auto |
Naheffing in € |
1 |
20.973 |
2 |
870 |
3 |
2.262 |
4 |
2.232 |
5 |
3.261 |
6 |
7.609 |
7 |
4.064 |
8 |
25.941 |
Uitgesplitst naar de diverse auto’s en voor zover in de onderhavige procedure relevant is de inspecteur op de navolgende punten van de aangiften afgeweken:
- Auto 1; Aangezien met betrekking tot dit merk en type voertuig geen koerslijst beschikbaar is en belanghebbende geen taxatierapport heeft overgelegd, baseert de inspecteur de afschrijving op de forfaitaire afschrijvingstabel. De inspecteur gaat uit van een CO₂-uitstoot van 380 gram per kilometer. Het historische bruto BPM-bedrag is vastgesteld op € 99.963.
- Auto 2; De inspecteur heeft de toegepaste herleiding van het herrekende bruto BPM-bedrag niet geaccepteerd. De inspecteur past de meest actuele koerslijst van Autotelex toe. Het historische bruto BPM-bedrag is vastgesteld op € 4.988.
- Auto 3; De inspecteur houdt geen rekening met de uit koerslijsten van andere voertuigen volgende afschrijving op opties. De inspecteur verwerpt de wegens het verschil tussen parallel en officieel ingevoerde voertuigen toegepaste vermindering van de koerslijstwaarde. Het historische bruto BPM-bedrag is vastgesteld op € 52.938.
- Auto 4; De inspecteur heeft de toegepaste herleiding van het herrekende bruto BPM-bedrag niet geaccepteerd. De inspecteur past de meest actuele koerslijst van Autotelex toe. Het historische bruto BPM-bedrag is vastgesteld op € 31.302.
- Auto 5; De inspecteur heeft de toegepaste herleiding van het herrekende bruto BPM-bedrag niet geaccepteerd. De inspecteur past de meest actuele koerslijst van Autotelex toe. Het historische bruto BPM-bedrag is vastgesteld op € 18.431.
- Auto 6; Aangezien met betrekking tot dit merk en type voertuig geen koerslijst beschikbaar is en belanghebbende geen taxatierapport heeft overgelegd, baseert de inspecteur de afschrijving op de forfaitaire afschrijvingstabel. Het historische bruto BPM-bedrag is vastgesteld op € 28.053.
- Auto 8; Aangezien met betrekking tot dit merk en type voertuig geen koerslijst beschikbaar is en belanghebbende geen taxatierapport heeft overgelegd, baseert de inspecteur de afschrijving op de forfaitaire afschrijvingstabel. De inspecteur gaat uit van een CO₂-uitstoot van 380 gram per kilometer. Het historische bruto BPM-bedrag is vastgesteld op € 99.963.
Belanghebbende heeft op 31 oktober 2016 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag.
De inspecteur heeft op 30 november 2017 uitspraak op bezwaar gedaan. De inspecteur is volledig tegemoet gekomen aan de bezwaren die zien op auto 7 en heeft de naheffing met betrekking tot deze auto tot nihil verminderd. De naheffing ter zake van auto’s 2, 4 en 5 is verminderd wegens de BTW/marge-arresten.1 De inspecteur heeft de naheffingsaanslag verminderd tot € 61.331. Uitgesplitst naar de diverse auto’s levert dit het volgende beeld op:
Auto |
Naheffing in € |
1 |
20.973 |
2 |
685 |
3 |
2.262 |
4 |
997 |
5 |
2.864 |
6 |
7.609 |
7 |
- |
8 |
25.941 |
Auto 1 is op 21 januari 2020 door een andere belastingplichtige geëxporteerd. Aan laatstgenoemde belastingplichtige is in verband met de export een BPM-teruggaaf verleend, met dien verstande dat bij deze teruggaaf geen rekening is gehouden met het bij belanghebbende nageheven BPM-bedrag.
Belanghebbende heeft beroep bij de rechtbank ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Bij uitspraak van 9 april 2020 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot € 57.774, de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 583, de minister veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 917, de inspecteur veroordeeld in de kosten van bezwaar en beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 4.913,23 en de inspecteur gelast het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 333 aan laatstgenoemde te vergoeden. Bij berekening van de (proces)kostenvergoeding heeft de rechtbank wegingsfactor 2 toegepast wegens het gewicht van de zaak.
De naheffingsaanslag zoals deze luidt na vermindering door de rechtbank is als volgt onder te verdelen over de diverse auto’s:
Auto |
Naheffing in € |
1 |
20.635 |
2 |
117 |
3 |
1.092 |
4 |
347 |
5 |
2.033 |
6 |
7.609 |
7 |
- |
8 |
25.941 |
De vermindering van de naheffing ter zake van auto’s 1 en 4 heeft uitsluitend te maken met het verlenen van een extra leeftijdskorting van € 338 respectievelijk € 650.
De vermindering van de naheffing ter zake van auto 2 heeft ook te maken met het verlenen van een extra leeftijdskorting van € 89. Verder heeft deze vermindering te maken met hantering van een koerslijst van XRay in plaats van een koerslijst van Autotelex. De vermindering van de naheffing ter zake van auto 3 heeft te maken met het (gedeeltelijk) accepteren van een afschrijving op de opties en het toepassen van een leeftijdskorting. De vermindering van de naheffing ter zake van auto 5 heeft te maken met hantering van een koerslijst van XRay in plaats van een koerslijst van Autotelex.
Auto 2 is op 23 september 2021 door een andere belastingplichtige geëxporteerd. Aan laatstgenoemde belastingplichtige is in verband met de export een BPM-teruggaaf verleend, met dien verstande dat bij deze teruggaaf geen rekening is gehouden met het bij belanghebbende nageheven BPM-bedrag.
In de hoger beroepsprocedure heeft belanghebbende een met betrekking tot auto 6 opgesteld taxatierapport overgelegd. Het taxatierapport heeft als dagtekening 24 januari 2022. De getaxeerde waarde per 25 januari 2016 is € 37.899. Ter onderbouwing van de getaxeerde waarde is als bijlage bij het taxatierapport een koerslijst behorende bij een BMW 7-serie 750Li xDrive gevoegd. De uit de koerslijst volgende handelsinkoopwaarde is € 37.899.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
1. Kan de verschuldigde BPM worden herleid vanuit de herrekende bruto BPM, welke is vastgesteld op basis van de restwaarde van een eerder ingevoerd referentievoertuig (auto’s 2 en 4 tot en met 6)?
2. Is de afschrijving ter zake van de auto’s waarvoor geen koerslijsten van voertuigen van hetzelfde merk en type beschikbaar zijn terecht vastgesteld aan de hand van de forfaitaire afschrijvingstabel (auto’s 1, 6 en 8)?
3. Dient wegens het verschil tussen marge- en BTW-auto’s een correctie toegepast te worden op de afschrijving zoals deze volgt uit de forfaitaire afschrijvingstabel (auto’s 1, 6 en 8)?
4. Dient een correctie op de handelsinkoopwaarde zoals deze volgt uit de koerslijst toegepast te worden wegens het verschil tussen parallel en officieel ingevoerde auto’s (auto’s 3 en 4)?
5. Heeft de inspecteur de nieuwprijs tot het juiste bedrag vastgesteld (auto 3)?
6. Dient de naheffing gebaseerd te worden op een CO₂-uitstoot van 350 gram per kilometer (auto’s 1 en 8)?
7. Dient de naheffingsaanslag, zoals deze luidt na vermindering door de rechtbank, verminderd te worden wegens toepassing van artikel 10b Wet BPM 1992 (auto 1 en 8)?
8. Heeft de rechtbank een rekenfout gemaakt bij toepassing van de forfaitaire afschrijvingstabel (auto 1)?
9. Dient de naheffing (tijdsevenredig) verminderd te worden aangezien bij het verlenen van BPM-teruggaaf bij export geen rekening is gehouden met de naheffing (auto’s 1 en 2)?
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag. De inspecteur concludeert tot vermindering van de naheffingsaanslag, aangezien met betrekking tot auto’s 1 en 8 het beroep op artikel 10b Wet BPM 1992 slaagt.