Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 22-06-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:2012, 21/00831
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 22-06-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:2012, 21/00831
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 22 juni 2022
- Datum publicatie
- 13 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2022:2012
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2021:1975, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/00831
Inhoudsindicatie
Belanghebbende woont in Frankrijk en is enig aandeelhouder van een vennootschap. Belanghebbende heeft de aandelen in de vennootschap verkocht en overgedragen aan een derde. Deze derde heeft de schulden van belanghebbende aan de vennootschap overgenomen. De inspecteur stelt dat sprake is van een uitdeling aan belanghebbende omdat uit (onder meer) de verkoop volgt dat belanghebbende de schuld niet zal terugbetalen. Het hof is van oordeel dat van een uitdeling geen sprake is. Ook is geen sprake van een onzakelijke lening.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 21/00831
Uitspraak op het hoger beroep van
de inspecteur van de belastingdienst,
hierna: de inspecteur,
en het incidentele hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] (Frankrijk),
domicilie kiezend in [plaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 22 april 2021, nummer BRE 19/1444, in het geding tussen belanghebbende en de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting (hierna: IB) 2014 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.
De inspecteur heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. De inspecteur heeft schriftelijk gereageerd op het incidentele hoger beroep.
Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.
De zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2] , als gemachtigden van belanghebbende, alsmede, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .
Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.
2 Feiten
Belanghebbende is geboren op [geboortedatum] 1941 en is tot 2001 woonachtig geweest in Nederland. In 2001 is hij geëmigreerd naar Frankrijk. Belanghebbende beschikte in 2014 over een woning in Frankrijk en een (tweede) woning in Nederland. Belanghebbende geniet een jaarlijks pensioeninkomen van ongeveer € 65.000.
Aan belanghebbende is met dagtekening 31 december 2004 een conserverende aanslag IB opgelegd naar aanleiding van zijn emigratie. Bij beschikking met dagtekening 3 mei 2011 is de conserverende aanslag kwijtgescholden.
Belanghebbende heeft op [datum 1] 1993 [A BV] (hierna: de vennootschap) opgericht. Hij is vanaf de oprichting tot [datum 2] 2014 aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap geweest. De vennootschap is in Nederland gevestigd.
Belanghebbende heeft op [datum 2] 2014 de aandelen in de vennootschap verkocht en geleverd aan [B BV] (hierna: de koper). Houder van de aandelen in en bestuurder van de koper is [C] . In de notariële akte “LEVERING AANDELEN [A BV] ” (hierna: de notariële akte) is onder meer het volgende bepaald:
“DEFINITIES
(…)
Overnamebalans: de balans van de Vennootschap per dertig april tweeduizend veertien, waarvan een exemplaar als bijlage aan deze akte is vastgemaakt.
(…)
INLEIDING
(…)
3. Schuld
Verkoper heeft een Schuld (onder andere in rekening-courant) aan de Vennootschap ter grootte van (…) € 587.463 (…), waarvan blijkt uit de Overnamebalans.
4. Koop en verkoop
Verkoper en Koper zijn mondeling de koop en verkoop van de Aandelen overeengekomen
ARTIKEL 1. LEVERING
Ter uitvoering van de hiervoor vermelde mondelinge overeenkomst levert Verkoper hierbij de Aandelen aan Koper, die de Aandelen hierbij van Verkoper aanvaardt.
ARTIKEL 2. KOOPPRIJS, BETALING, KWIJTING
1. KoopprijsDe Koopprijs voor de Aandelen bedraagt (…) € 574.963 (…).
2. BetalingKoper voldoet de Koopprijs ad (…) € 574.963 (…) bij deze akte door overneming van de Schuld ad (…) € 587.463 (…). Ter uitvoering hiervan neemt Koper hierbij de Schuld over van Verkoper, die hierbij de overname van de Schuld aanvaardt.De Vennootschap verklaart hierbij de kennisgeving van de overname van de Schuld van Verkoper en Koper te hebben ontvangen en verklaart hierbij haar toestemming aan de overname van de Schuld te verlenen.Verkoper heeft een bedrag ad (…) € 12.500 (…), zijnde het verschil tussen de Koopprijs enerzijds en de Schuld anderzijds, voldaan aan Koper door storting op een daartoe bestemde rekening van de notaris in het hoofd van deze akte genoemd.
3. Kwijting
Verkoper verleent Koper hierbij kwijting voor de voldoening van de Koopprijs.Koper verleent Verkoper hierbij kwijting voor de voldoening van gemeld bedrag ad (…) € 12.500 (…).”
De overnamebalans als bedoeld in de notariële akte ziet er als volgt uit:
Activa |
€ |
Passiva |
€ |
Langlopende lening aandeelhouder |
212.663 |
Aandelenkapitaal |
18.151 |
Rekening-courant aandeelhouder |
374.800 |
Algemene reserves |
569.145 |
Schuld vennootschapsbelasting |
167 |
||
587.463 |
587.463 |
Ten aanzien van de langlopende lening heeft belanghebbende zekerheid gesteld in de vorm van een hypotheekrecht op zijn (tweede) woning in Nederland. Dit hypotheekrecht is op 14 mei 2014 vervallen. De leningsovereenkomst(en) is/zijn niet schriftelijk vastgelegd. Over het gemiddeld saldo van de langlopende lening is 1,23% rente in rekening gebracht. De rente is in rekening courant verrekend. Er zijn geen aflossingsverplichtingen overeengekomen. Tussen 1 januari 2014 en 30 april 2014 is een bedrag van € 109.139 van de ‘langlopende lening aandeelhouder’ naar de ‘rekening courant aandeelhouder’ geboekt.
Met betrekking tot de rekening-courant zijn geen aflossingsverplichtingen overeengekomen en geen zekerheden gesteld. Over het gemiddeld uitstaande saldo van de rekening-courant is 1,23% rente per jaar in rekening gebracht. Met betrekking tot de rekening-courant hebben tussen 1 januari 2014 en 30 april 2014 onder andere de volgende mutaties plaatsgevonden. Een bedrag van € 109.139 is van de langlopende lening naar de rekening-courant geboekt. Op 30 april 2014 is een bedrag € 14.000 overgemaakt van de bankrekening van de vennootschap naar de privérekening van belanghebbende. Deze overboeking is verwerkt in rekening-courant. Na overboeking van het bedrag bedraagt het saldo van de bankrekening van de vennootschap nihil.
Belanghebbende heeft aangifte IB 2014 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 3.159. De inspecteur heeft de aanslag IB 2014 opgelegd overeenkomstig de ingediende aangifte.
De navorderingsaanslag is opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 3.159 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 587.463. Tevens is bij beschikking € 11.269 belastingrente in rekening gebracht. De inspecteur heeft de navorderingsaanslag en de rentebeschikking bij uitspraak op bezwaar gehandhaafd.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil in hoger beroep van de inspecteur betreft het antwoord op de volgende vragen:
-
Heeft belanghebbende de vereiste aangifte IB 2014 gedaan?
-
Heeft belanghebbende in 2014 reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang genoten?
-
Is terecht belastingrente in rekening gebracht?
Het geschil in incidenteel hoger beroep van belanghebbende betreft het antwoord op de vraag of de rechtbank ten onrechte het verzoek om vergoeding van de werkelijke proceskosten heeft afgewezen.
De inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en ongegrondverklaring van het beroep. Belanghebbende concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep en vergoeding van de werkelijke proceskosten.