Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-10-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3479, 21/00778
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-10-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3479, 21/00778
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 12 oktober 2022
- Datum publicatie
- 19 januari 2023
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:719
- Zaaknummer
- 21/00778
- Relevante informatie
- Art. 17 lid 2 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ
Inhoudsindicatie
Met betrekking tot de vastgestelde WOZ waarde van een woning in (woonplaats) naar de waarde per 1 januari 2018 is in geschil of de WOZ waarde dient te worden verlaagd omdat de heffingsambtenaar in strijd met het verbod van willekeur, het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel (meerderheidsregel) heeft gehandeld. Het hof is van oordeel dat geen algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden en verklaart het hoger beroep van belanghebbende ongegrond.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 21/00778
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) van 26 april 2021, nummer SHE 20/530, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven,
hierna: de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZbeschikking) en daarbij de waarde van de woning aan [adres 1] 14 in [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) vastgesteld. Tevens is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2019 bekendgemaakt.
Belanghebbende heeft tegen de WOZ-beschikking bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft door middel van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel plaatsgevonden op 22 juli 2022 in ’s-Hertogenbosch. Gehoord zijn [gemachtigde] als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar 1] en [heffingsambtenaar 2] .
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een in 1998 gebouwde twee-onder-een-kapwoning met aanbouw woonruimte (73 m³), overkapping (12 m²)
en aangebouwde garage (52 m³), gelegen in het stadsdeel [stadsdeel] in de wijk [Wijk] in [woonplaats] . De onroerende zaak met een totale inhoud van 612 m³ is gelegen op een perceel met een oppervlakte van 284 m².
De waarde van de onroerende zaak voor het kalenderjaar 2019 is door de heffingsambtenaar per de waardepeildatum 1 januari 2018 vastgesteld op € 463.000.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak
gehandhaafd.
De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de door hem verdedigde waarde van de onroerende zaak een taxatierapport ingezonden, opgemaakt door [taxateur] . In dit taxatierapport, met als bijlage een rekenmatrix, wordt de onroerende zaak vergeleken met de volgende ook in de wijk [Wijk] gelegen vergelijkingsobjecten:
- -
-
[adres 1] 70, verkocht op 2 januari 2017 voor € 426.000,
- -
-
[adres 2] 3, verkocht op 20 maart 2018 voor € 479.000,
- -
-
[adres 1] 63, verkocht op 14 juni 2017 voor € 499.500,
- -
-
[adres 2] 7, verkocht op 31 augustus 2017 voor € 460.000.
In het taxatierapport wordt geconcludeerd dat aan de onroerende zaak met een gemiddelde kwaliteit en staat van onderhoud en een voldoende ligging een marktwaarde, vrij van huur en gebruik, wordt toegekend van € 465.000. De waardeopbouw luidt als volgt:
Objectkenmerken |
Waardeopbouw |
487 m³ woning |
€ 309.245 |
73 m³ aanbouw woonruimte |
€ 29.200 |
52 m³ garage aangebouwd |
€ 11.440 |
12 m² overkapping |
€ 2.400 |
284 m² grond bij eengezinswoning |
€ 113.600 |
€ 465.000 (totaal afgerond) |
3 Geschil en conclusies van partijen
In geschil is of de voor de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2018 vastgestelde WOZ-waarde dient te worden verlaagd omdat de heffingsambtenaar in strijd met het verbod van willekeur, het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de rechtbank en de heffingsambtenaar en verlaging van de WOZ-waarde naar € 422.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.