Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-10-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3792, 21/00856

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-10-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3792, 21/00856

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
26 oktober 2022
Datum publicatie
9 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:3792
Zaaknummer
21/00856

Inhoudsindicatie

Procedure over navorderingsaanslag VPB 2014 en beschikking belastingrente. Het hof ziet, gelet op de instemming van partijen ter zitting, geen aanleiding om de inspecteur op te dragen op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen. Met betrekking tot het materiële geschil oordeelt het hof dat de winstcorrectie in verband met verdwenen caravans in stand blijft. De juistheid van de afwaardering van twee caravans die tot de voorraad behoren, is door belanghebbende niet aannemelijk gemaakt. Ook LB-schuld op de balans wordt terecht tot de winst gerekend, aangezien van een daadwerkelijke schuld niet is gebleken. Het hof handhaaft ook de beschikking belastingrente, aangezien het hof zich niet bevoegd acht om met betrekking tot het te hanteren rentepercentage af te wijken van de door de wetgever gemaakte keuze.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 21/00856

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 28 april 2021, nummer BRE 20/6467 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 2014 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar gegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de andere partij.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 8 september 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2] , als gemachtigden van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] en [inspecteur 5] .

1.7.

Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij. De inspecteur heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen overlegging van de bij deze pleitnota behorende bijlage.

1.8.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

De ondernemingsactiviteiten van belanghebbende bestaan onder meer uit de exploitatie van recreatiecentra, caravanparken, campings, horeca en supermarkten. Daarnaast wordt gehandeld in caravans en onderdelen daarvan, campingartikelen, bouw en handel in chalets en stacaravans.

2.2.

Voor de vennootschapsbelasting vormt belanghebbende tezamen met een aantal dochtermaatschappijen een fiscale eenheid. Tot de fiscale eenheid behoren [A BV] en [B BV] .

2.3.

De aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2014 is conform de ingediende aangifte opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 2.099.320.

2.4.

In het jaar 2016 heeft de inspecteur een boekenonderzoek aangekondigd bij belanghebbende. Op 26 oktober 2018 heeft de inspecteur zijn bevindingen vastgelegd in de ‘ [notitie] ’. Op grond van de bevindingen uit het boekenonderzoek heeft de inspecteur navorderingsaanslagen opgelegd over de jaren 2012 tot en met 2015. In de oplegnotitie staat – voor zover nog van belang – het volgende vermeld:

Voorraad caravans

Zoals blijkt uit de vastleggingen in het accountantsdossier (" [A] - voorraadlijst)" is door de accountant een verschil geconstateerd tussen de telling van de caravans ultimo 2014 (€ 186.883) en de administratieve voorraad op dat moment (€ 336.969). De accountant heeft het verschil groot € 150.086 via grootboekrekening 340140 gecorrigeerd en (ineens) ten laste van het resultaat gebracht. Wij zijn het niet eens met deze gang van zaken en stellen ons op het standpunt dat tevens sprake moet zijn van een omzetboeking inclusief winstmarge en af te dragen omzetbelasting. De omzetcorrectie is € 200.000 exclusief 21% omzetbelasting zijnde € 42.000.

Voorts is gebleken dat bij [B BV] over 2014 twee nieuw ingekochte caravans met de chassisnummers [chassisnummer 1] en [chassisnummer 2] van € 15.000 per stuk zijn afgewaardeerd naar nihil. Bij latere inventarisatie is gebleken dat beide caravans voor ongeveer deze inkoopbedragen zijn verkocht. De afwaardering ter grootte van € 30.000 wordt niet geaccepteerd.

(...)

Balanspost loonheffingen 2012 ( [C] )

Wij hebben geconstateerd dat op de eindbalansen 2013 en 2014 een nog te betalen post loonheffingen 2012 is opgenomen ter grootte van € 16.065. Wij hebben in het geheel niet kunnen bepalen waar deze balanspost op toeziet. [belanghebbende] heeft verklaard dat alle aanslagen loonheffing zijn voldaan. De balanspost wordt ten gunste van het resultaat (van 2014) gebracht.”

2.5.

Bij brief van 4 april 2019 heeft de inspecteur nogmaals aangegeven welke correcties voor de vennootschapsbelasting 2014 worden aangebracht. De navorderingsaanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2014 is opgelegd op 15 mei 2019. De inspecteur heeft de volgende correcties aangebracht.

Afwaardering [A]

200.000

Afwaardering [B]

30.000

Balanspost LH 2012

16.095

Steekproef

3.959.400

Totaal

4.205.465

2.6.

Naar aanleiding van het bezwaar van belanghebbende tegen de opgelegde navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting, waaronder de navorderingsaanslag voor het jaar 2014, heeft op 28 november 2019 een hoorzitting plaatsgevonden. Tijdens deze hoorzitting is gesproken over op de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder een overzicht met de namen van personen die namens de inspecteur contact hebben gehad met andere instanties in het kader van het strafrechtelijk onderzoek tegen belanghebbende als gevolg van een inval van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD). Daarnaast heeft de inspecteur voorafgaand aan de hoorzitting inzage verleend in de stukken, waaronder ook digitale bestanden en e-mailcorrespondentie.

2.7.

De inspecteur is bij de uitspraak op bezwaar gedeeltelijk tegemoet gekomen aan het bezwaar van belanghebbende tegen navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 2014. Daarbij is de correctie ‘steekproef’ komen te vervallen. De resterende correcties van in totaal € 246.065 zijn gehandhaafd. Het belastbaar bedrag is vastgesteld op € 2.345.385 en de beschikking belastingrente op € 19.515.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Zijn de correcties op de aangegeven winst terecht en tot de juiste bedragen aangebracht?

2. Is het in rekening brengen van belastingrente tegen een rentepercentage van 8% in strijd met het evenredigheidsbeginsel?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de navorderingsaanslag en de beschikking belastingrente. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing