Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-11-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3965, 21/01098
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 16-11-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3965, 21/01098
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 16 november 2022
- Datum publicatie
- 8 juni 2023
- Annotator
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2021:4113, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/01098
- Relevante informatie
- Art. 17 Wet WOZ, Art. 18 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ, Art. 4 Uitv.reg. WOZ, Art. 50 AWR
Inhoudsindicatie
WOZ-waarde woning. De heffingsambtenaar heeft terecht de WOZ-waarde van de woning bepaald aan de hand van de vergelijkingsmethode in plaats van die waarde te herleiden uit de eigen aankoopprijs in verband met de veranderde marktomstandigheden en de aanpassingen aan de woning sinds de aankoopdatum.
Uitspraak
Team belastingrecht
Enkelvoudige Belastingkamer
Nummer: 21/01098
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 16 juli 2021, nummer BRE 19/5666, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg,
hierna: de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZ-beschikking) en daarbij de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] in [woonplaats] (hierna: de woning) vastgesteld. Tevens is de aanslag onroerende zaakbelastingen (hierna: de aanslag OZB) voor het jaar 2019 bekendgemaakt.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar 1] en [heffingsambtenaar 2] .
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.
2 Feiten
Belanghebbende is eigenaar van de woning. Het betreft een eindwoning uit 1967 met een oppervlakte van 101 m2, exclusief de medio 2018 geplaatste dakkapel. Tot de woning behoort een berging van 15 m2. Het perceel bij de woning heeft een oppervlakte van 232 m2. Daarvan houdt 47 m2 verband met een brandgang. In de waardebepaling heeft de heffingsambtenaar de oppervlakte exclusief de brandgang, groot 185 m2, betrokken.
Belanghebbende heeft op [datum 1] 2016 de koopovereenkomst voor de woning gesloten. De aankoopprijs bedroeg € 117.500 (hierna: de aankoopprijs). Op 23 januari 2017 is de woning aan belanghebbende geleverd. De woning betreft een voormalige huurwoning die de woningbouwvereniging, na aanbieding op de vrije markt, aan belanghebbende heeft verkocht.
De waarde van de woning is door de heffingsambtenaar per de waardepeildatum 1 januari 2018 (hierna: de waardepeildatum) vastgesteld op € 167.000 met behulp van de vergelijkingsmethode. Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de waarde van de woning gehandhaafd.
3 Geschil en conclusies van partijen
In geschil is slechts of de heffingsambtenaar ten onrechte de WOZ-waarde van de woning heeft bepaald aan de hand van de vergelijkingsmethode in plaats van die waarde te herleiden uit de aankoopprijs.
Belanghebbende concludeert vermindering van de WOZ-waarde tot € 145.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.