Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-01-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:43, 20/00676

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-01-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:43, 20/00676

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
12 januari 2022
Datum publicatie
20 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:43
Formele relaties
Zaaknummer
20/00676
Relevante informatie
Waterschapswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 131

Inhoudsindicatie

Aanslag watersysteemheffing. Belanghebbende heeft geen procesbelang bij stelling over strijd met artikel 131 Waterschapswet, omdat WOZ-beschikking inmiddels onherroepelijk is. De heffingsambtenaar heeft voldoende inzicht gegeven in de geraamde lasten en baten. De opbrengstlimiet is niet overschreden.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 20/00676

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) van 14 oktober 2020, nummer SHE 19/3256, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor de onroerende zaak [adres] in [plaats] (hierna: de onroerende zaak) voor het jaar 2018 een aanslag watersysteemheffing gebouwd opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting een nader stuk ingediend. Dit stuk is doorgestuurd naar de heffingsambtenaar.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2021 in ’s-Hertogenbosch. Daar is verschenen, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] . De gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde] , is - met kennisgeving aan het hof - niet verschenen.

Op deze zitting zijn gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld de onderhavige zaak en de zaak met nummers 20/00677 tot met 20/00679.

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak.

2.2.

Op 31 maart 2019 heeft de heffingsambtenaar voor de onroerende zaak een aanslag watersysteemheffing gebouwd opgelegd.

2.3.

Op 15 december 2017 heeft het Algemeen Bestuur van het Waterschap Aa en Maas de Verordening watersysteemheffing Aa en Maas 2018 (hierna: de Verordening watersysteemheffing) vastgesteld.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Is sprake van schending van artikel 131 Waterschapswet?

2. Is sprake van schending van artikel 8:42 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en/of artikel 7:4, lid 2, Awb?

3. Is de Verordening watersysteemheffing verbindend? Het geschil spitst zich daarbij toe op de vraag of de opbrengstlimiet is overschreven en met name op de vraag of de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft gegeven in kosten van de ondersteunende diensten.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de aanslag. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing