Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 07-12-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:4443, 21/01142

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 07-12-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:4443, 21/01142

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
7 december 2022
Datum publicatie
11 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:4443
Formele relaties
Zaaknummer
21/01142
Relevante informatie
Art. 10ei Uitv besl LB, Art. 6:7 Awb, Art. 6:9 Awb, Art. 6:11 Awb

Inhoudsindicatie

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Het hof oordeelt dat sprake is van een niet-verschoonbare termijnoverschrijding. Het beroep van belanghebbende op strijdigheid met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur faalt. Het hoger beroep is ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Nummer: 21/01142

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 5 augustus 2021, nummer BRE 20/9201, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een beschikking gegeven zoals bedoeld in artikel 10ei Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (hierna: de 30%-beschikking).

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 17 november 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

1.6.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Met dagtekening 11 juli 2019 heeft gemachtigde namens belanghebbende en zijn werkgever een verzoek om toepassing van de zogenoemde 30%-regeling ingediend met als gewenste ingangsdatum 1 juli 2019.

2.2.

Met dagtekening 1 november 2019 heeft de inspecteur een 30%-beschikking gegeven die geldt voor de tewerkstelling van belanghebbende door de werkgever voor de periode 1 juli 2019 tot en met 30 september 2023.

2.3.

Op 8 november 2019 heeft gemachtigde aan belanghebbende een e-mail gestuurd waarin hij aangeeft dat hij een dag eerder een bezwaarschrift heeft ingediend tegen de 30%-beschikking. In de bijlage zit een Word-versie van het bezwaarschrift.

2.4.

Met dagtekening 18 maart 2020 heeft gemachtigde een brief aan de Belastingdienst gestuurd, waarin hij stelt dat hij op 7 november 2019 bezwaar heeft gemaakt tegen de 30%-beschikking, maar tot op heden geen enkele reactie hierop heeft ontvangen. De gemachtigde verzoekt de inspecteur in die brief om aan te geven wat de stand van zaken is.

2.5.

Met dagtekening 16 april 2020 heeft de inspecteur een ontvangstbevestiging naar gemachtigde gestuurd waarin staat dat hij op 20 maart 2020 een brief heeft ontvangen waarin gemachtigde bezwaar heeft gemaakt tegen de 30%-beschikking. Tevens wordt vermeld dat het bezwaar op korte termijn in behandeling zal worden genomen.

2.6.

Met dagtekening 29 juni 2020 heeft de inspecteur aan gemachtigde een brief gestuurd waarin hij aangeeft voornemens te zijn het bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk te verklaren. In deze brief staat als datum van binnenkomst van het bezwaarschrift 20 maart 2020.

2.7.

Naar aanleiding van de voorgenomen beslissing om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren, heeft er communicatie per e-mail plaatsgevonden.

2.8.

Op 7 augustus 2020 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden. Hiervan is op 10 augustus 2020 een verslag aan gemachtigde verstuurd. Gemachtigde heeft op dit verslag per e-mail gereageerd op 23 augustus 2020. Tijdens het hoorgesprek is gesproken over de ontvankelijkheidskwestie.

2.9.

De inspecteur heeft het bezwaar op 24 september 2020 niet-ontvankelijk verklaard.

2.10.

Gemachtigde had ten tijde van de aanvraag van de 30%-beschikking geen werkafspraak met de Belastingdienst.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en verzoekt het hof om het bezwaarschrift alsnog ontvankelijk te verklaren. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing