Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 29-12-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:4705, 21/00760 en 21/00761

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 29-12-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:4705, 21/00760 en 21/00761

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
29 december 2022
Datum publicatie
12 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:4705
Formele relaties
Zaaknummer
21/00760 en 21/00761
Relevante informatie
Art. 47 AWR, Art. 52 AWR, Art. 52a AWR

Inhoudsindicatie

Informatiebeschikking terecht gegeven: schending administratieplicht.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 21/00760 en 21/00761

Uitspraken op de hoger beroepen van

[belanghebbende 1] ,

wonend in [woonplaats] ,

en

[belanghebbende 2] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna samen: belanghebbenden,

tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) van 18 maart 2021, nummers SGR 20/404 en 20/440, in het geding tussen belanghebbenden en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan ieder van belanghebbenden een informatiebeschikking zoals bedoeld in artikel 52a, lid 1, Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) gegeven met betrekking tot op te leggen belastingaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor de jaren 2011 tot en met 2014.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de informatiebeschikkingen gehandhaafd.

1.3.

De rechtbank heeft de daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbenden hebben tegen de uitspraken van de rechtbank hoger beroep ingesteld. De inspecteur heeft verweerschriften ingediend. Nadat belanghebbenden bijlagen hebben nagestuurd, heeft de inspecteur zijn verweerschriften aangevuld bij brief van 5 november 2021.

1.5.

Belanghebbenden hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen namens belanghebbenden [A] , [belanghebbende 2] en [B] . Namens de inspecteur zijn verschenen, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] . Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaken en de zaak met nummer 21/00762 van Maatschap [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] .

1.7.

De inspecteur heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.

1.8.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraken aan partijen wordt verzonden.

1.10.

Met instemming van partijen worden de uitspraken vervat in één geschrift.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbenden zijn maten in de maatschap [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] (hierna: de maatschap). De ondernemingsactiviteiten van de maatschap bestaan uit de exploitatie van een tuinbedrijf. De maatschap houdt zich voornamelijk bezig met de verbouwing van prei (zomerprei, herfstprei en winterprei) en is de op één na grootste preiteler van het land. De prei wordt afgezet naar grote afnemers, zoals tussenhandelaren van supermarkten. Naast de verbouwing van prei worden ook mais, gras en aardappelen verbouwd.

2.2.

De maatschap verbouwt niet alle prei zelf, maar koopt ook prei in van derden. Een deel van de ingekochte prei betreft prei op stam. De te verkopen prei wordt door de maatschap schoongemaakt en verkocht. De schoonmaak van prei gebeurt semi-machinaal: door medewerkers aan een schoonmaakmachine. Na het schoonmaken wordt de prei in een koelcel geplaatst totdat de prei wordt opgehaald door de koper. De maatschap gebruikt koelcellen ook voor de opslag van vuile prei, omdat vuile prei langer goed blijft dan schoongemaakte prei.

2.3.

De maatschap heeft eigen grond en gepachte grond in gebruik. Daarnaast wordt ook eigen grond door derden gebruikt.

2.4.

Bestellingen worden veelal telefonisch gedaan. Van de inhoud van het telefoongesprek wordt een kladaantekening gemaakt. De chauffeur dient bij het ophalen van de prei een orderbon te ondertekenen waarop staat hoeveel prei door de maatschap wordt geleverd. Zowel de kladaantekeningen als de orderbonnen zijn niet bewaard. In de administratie van de maatschap zijn facturen aangetroffen van leveringen van prei die zijn opgemaakt door de maatschap zelf, dan wel door de afnemer.

2.5.

De maatschap houdt geen voorraadadministratie bij. In de administratie wordt uitsluitend de ingekochte prei bijgehouden. De hoeveelheid prei die de maatschap zelf verbouwt, de voor verkoop beschikbare prei en hoeveelheid prei1 die is verkocht, wordt niet bijgehouden.

2.6.

Op 31 augustus 2015 heeft de inspecteur aangekondigd een boekenonderzoek te starten. Doel van het boekenonderzoek is het vaststellen van de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV van belanghebbenden en de aangiften omzetbelasting en loonheffing van de maatschap voor de jaren 2011 tot en met 2014.

2.7.

Tijdens het boekenonderzoek is de inspecteur tot de bevinding gekomen dat de administratie van de maatschap op diverse onderdelen niet voldoet aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 52 van de AWR. De inspecteur heeft daarom de bestreden informatiebeschikkingen gegeven bij brief met dagtekening 14 oktober 2016.

2.8.

De bevindingen van het boekenonderzoek zijn (verder) vastgelegd in een concept controlerapport van 9 december 2016.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de informatiebeschikkingen terecht gegeven zijn.

3.2.

Belanghebbenden concluderen tot vernietiging van de informatiebeschikkingen. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraken van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing